- poedercoating
- Bij het poeder coaten wordt de lak in poedervorm en via elektrostatische weg op het werkstuk aangebracht. Elektrostatisch houdt in dat het werkstuk elektrisch wordt opgeladen zodat het de poeder aantrekt. Vervolgens gaat de hele zaak de oven in. Het resultaat is een bijzonder harde en diep glanzende laklaag.
- polijsten
- Polijsten of slijpen is een afwerkingstechniek waarbij een oppervlak glad en glanzend wordt gemaakt. Steen, hout, metaal en kunststof kunnen gepolijst worden. Polijsten gebeurt tegenwoordig vooral machinaal. Bij polijsten wordt meestal een poetsmiddel gebruikt met een erg fijne korrelstructuur.
- polychromeren
- Polychromeren is afgeleid van de Griekse woorden poli (veel) en chromos (kleur). Polychromeren is het beschilderen van beelden in verschillende kleuren.
- polychroom
- De term polychroom is afkomstig van het Griekse poly (veel) en chroma ( kleur, pigment). Polychroom wil zeggen dat er meerdere kleuren gebruikt zijn. Polychroom wordt gebruikt om te verwijzen naar beeldhouwkunst, architectonische decoraties of keramiek in vele kleuren.
- polyester
- Polyester is een kunststof van complexe samenstelling. Het materiaal is bij uitstek geschikt voor duurzame toepassingen.
- polyethyleenglycol
- Polyethyleenglycol is een soort was dat de plaats van het water in de houtcellen inneemt.
- portret
- Een portret is een afbeelding van een bepaald persoon. Een portret moet levensecht zijn. Als er zomaar een figuur getekend, geboetseerd of geschilderd wordt, spreken we niet meer van een portret, maar van een tronie.
- portretmedaillon
- In de beeldhouwkunst is een medaillon een reliëf in de vorm van een ovaal of cirkel als ornament aan een gebouw of op een monument. Als in een medaillon een portret is afgebeeld, dan spreken we van een portretmedaillon.
- positieve vorm
- De positieve vorm is de vorm die ontstaat bij het vormgeven. De vorm om het eigenlijke beeld wordt de negatieve vorm of restvorm genoemd.
- postmodernisme
- Postmodernisme was internationaal de belangrijkste stroming van de jaren tachtig van de twintigste eeuw. In Nederland heeft deze stroming weinig weerklank gevonden. Postmodernisme betekent, stroming na het modernisme. De postmoderne architecten vinden dat het modernisme ook een historische stijl is. Bij het postmodernisme worden architectuurfragmenten uit het verleden gebruikt. De oriëntatie op het architectonische verleden werkte in Nederland ook door. De architectonische vormgeving en expressie, het uiterlijk van het gebouw, staan weer voorop. Er wordt vrijmoedig gebruik gemaakt van ornamenten, afwerkingsmaterialen en kleurtjes.
- praam
- De praam behoort tot de oudste scheepstypes die bekend zijn en komt al voor in de Romeinse tijd. Het is een platbodem vaartuig voor de binnenwateren, bestemd voor o.a het vervoer van landbouwproducten en vee. De twee duidelijkste kenmerken van de praam waren het hoekige uiterlijk en de opmerkelijke vorm van de kop, die wel met de kop van een uil kon worden vergeleken. Het vlak (bodem) was volkomen plat met hoekige kimmen en had vrijwel loodrecht daarop staande zijden. Door de volle, vrij brede en hoekige vorm hadden de pramen weinig diepgang maar een groot laadvermogen. Het waren goede zeilers en ze waren zeewaardig genoeg voor reizen over de Zuiderzee. Pramen werden vooral gebruikt voor de aanvoer van turf vanuit de Drentse venen naar Meppel en Zwartsluis. Daar werd de turf uit de kleinere Drentse pramen overgeladen op de grotere Overijsselse pramen die naar Amsterdam voeren. De praam was gedurende de 19e eeuw het belangrijkste scheepstype voor het transport van turf over grote afstanden.
- Punteerapparaat
- Veel beeldhouwers werken liever naar een gedetailleerd geboetseerd model op schaal. Hiervan wordt vaak een gipsafgietsel gemaakt dat met een punteerapparaat minutieus wordt overgebracht in de steen. Een punteerapparaat is een metalen meetinstrument dat door beeldhouwers gebruikt wordt om tot preciese overbrenging der vormen van het model of van een ontwerp op een steenblok te komen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een op een stellage gemonteerde grote passer. Een drietal uitspringende punten worden op het steenblok aangegeven. Dit wordt nu telkens met drie andere punten herhaald.
- rapier
- De rapier is een lang, scherp gepunt, degen dat vooral in de 16e en 17e eeuw in Europa werd gebruikt. Aan het eind van de18e eeuw raakt het rapier in onbruik door de opkomst van de sabel.
- realistisch
- Bij een realistisch kunstwerk probeert de kunstenaar weer te geven wat hij ziet. Het werk is dus een afspiegeling van de werkelijkheid. De mate waarin een voorstelling realistisch is weergegeven kan verschillend zijn. Een realistisch kunstwerk is altijd figuratief. Een beeld kan superrealistisch zijn weergegeven maar het kan ook een impressie, een indruk van de werkelijkheid zijn. Een impressie komt naar de waarneming tot stand en maakt een vluchtige, niet gedetaileerde indruk.
- reliëf
- Reliëf is afgeleid van het Latijnse woord relevare wat omhoog heffen betekent. Een reliëf is een niet-vrijstaand beeldhouwwerk dat tegen of in een wand is bevestigd en wordt ook wel bouwplastiek of bouwbeeldhouwwerk genoemd. Een reliëf heeft een driedimensionale voorkant en een vlakke achterkant. De voorstelling lijkt uit de achtergrond naar voren te springen. Bij een laag-reliëf steekt de voorstelling nauwelijks uit de achtergrond, bij een hoog-reliëf is de voorstelling voor meer dan de helft vrijstaand. De plasticiteit in een reliëf wordt in sterke mate bepaald door de lichtval. Deze veroorzaakt een licht-donkerwerking, waardoor de plasticiteit zichtbaar wordt. Voor een reliëf kunnen verschillende soorten materialen gebruikt worden, elk materiaal heeft dan ook weer zijn eigen toepasbare techniek zoals boetseren, hakken, gieten of metselen.
- restvorm
- Bij een driedimensionaal beeld is de restvorm de open ruimte in een vorm of tussen meer vormen in.
- Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
- De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) was een Nederlandse overheidsdienst die verantwoordelijk was voor de inrichting van de polders Oostelijk en Zuidelijk Flevoland, de uitgifte van de grond en de ruimtelijke ordening. De RIJP, opgericht op 10 december 1962, was de opvolger van de Directie Wieringermeer (afd. Noordoostpolderwerken). De RIJP verhuisde in 1974 van Zwolle naar Lelystad waar de dienst zijn intrek nam in het Smedinghuis aan het Zuiderwagenplein. Het Smedinghuis is genoemd naar het eerste hoofd van de Directie Wieringermeer, ir. Sikke Smeding (1889- 1967). Op 1 januari 1982 werd de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders opgeheven.
- rivierduin
- De ijstijd van 180.000 tot 130.000 jaar geleden heeft grote invloed gehad op het landschap van Nederland. Door het ijs werd keileem afgezet. Na deze periode vertoonde het landschap enorme hoogteverschillen. De vorming van rivierduinen vond plaats aan het eind van de laatste IJstijd. In het koude en onbegroeide landschap waaide een dikke laag rivierzand over de keileembulten en ontstonden de rivierduinen. Later werd het warmer. Het ijs smolt en er ontstonden moerassen. In dit waterrijke gebied kozen de mensen de droge, hoger gelegen rivierduinen als plek om te wonen.
- roestvrijstaal
- Metaallegering van ijzer, chroom , nikkel en koolstof. Het materiaal is, zoals de naam zegt bestand tegen weersinvloeden en roest niet. Eigenlijk heet het roestvast staal. Door de grote hardheid is het materiaal moeilijk te verwerken. Desondanks wordt het regelmatig in de beeldhouwkunst toegepast.
- roeven
- Een roevendak is een schuinaflopend dak waarvan de bedekking is opgebouwd uit platen koper of zink.
- Romijnstuw
- Een meetstuw die vernoemd is naar zijn tester Ir. Donald George Romijn (1903-1997). De zogenaamde Romijnstuw is een kunstmatige verhoging van de bodem van een waterloop waardoor kritische stroming wordt gecreëerd om debieten te meten. Het debiet is de gemiddelde hoeveelheid water, die per tijdseenheid door een waterstroom wordt afgevoerd, uitgedrukt in kubieke meters per seconde. Met de Romijnstuw konden de ingenieurs heel nauwkeurig de juiste hoeveelheid water doorlaten, wat belangrijk was om goed waterloopkundig onderzoek te kunnen doen.
- ruimte-innemend
- Een driedimensionaal beeld neemt ruimte in. Door de manier waarop het is gemaakt, wordt het beeld zelf en de ruimte rond het beeld geordend. Een gesloten, massieve vorm noemen we ook wel ruimte-innemend. Je kan er niet doorheen kijken. Ruimte-innemende beelden zijn dikwijls gebeiteld, van beton gegoten of geboetseerd.
- ruimte-omvattend
- Een driedimensionaal beeld neemt ruimte in. Door de manier waarop het is gemaakt, wordt het beeld zelf en de ruimte rond het beeld geordend. Ruimte-omvattende vormen zijn open, doorzichtig of skeletachtig, de ruimte achter de vorm blijft zichtbaar. Ruimte-omvattende vormen ontstaan door holtes en leegten in het beeld, die even belangrijk zijn als de vorm van het tastbare materiaal. Bij ruimte-omvattende kunstwerken blijft de omgeving een rol spelen.
- ruimte-veroverend
- Een driedimensionaal beeld neemt ruimte in. Door de manier waarop het is gemaakt, wordt het beeld zelf en de ruimte rond het beeld geordend. Een ruimte-veroverend kunstwerk geeft het gevoel dat het driedimensionale beeld meer ruimte wil gaan nemen.
- ruimtelijk
- Een vorm is ruimtelijk als het ook echt ruimte inneemt. Ruimtelijke vormen worden ook wel driedimensionaal genoemd. Ze hebben drie dimensies, lengte, breedte en hoogte. Omdat ze ruimtelijk zijn, kun je ze van verschillende kanten bekijken.