Polderpioniersvrouw

Polderpioniersvrouw

Plaats: Biddinghuizen

Locatie: Spijkweg

Kunstenaar: Tabitha Mann

Materiaal: boomstammen, staal en rvs

Jaar: 2011


Beschrijving:

Op 11 april 2011 werd langs de Spijkweg het kunstwerk 'Polderpioniersvrouw' onthuld dat gemaakt is door Tabitha Mann uit Zeewolde. 'Polderpioniersvrouw', een combinatie van boomstammen, staal en rvs, is een lofzang aan vrouwen die met hun gezin een grote rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de polders. In Cunst 4-2011 vertelde Tabitha Mann: "Ik werk vanuit de essentie van het vrouwenbeeld. Welke rol speelde de vrouw in het ontstaan van de polder? Vanwege de onbekendheid van de polderpioniersvrouw wil ik een ode voor haar neer zetten. De Polderpioniersvrouw bestaat uit allerlei fragmenten; een samenhang tussen vormen. Die samenhang verbeeldt de polderpioniersvrouw. Op een afstand is de vorm meteen duidelijk. Maar wanneer we er omheen, onderdoor of overheen lopen, zijn het losse vormen die speels met elkaar bewegen. Deze fragmentatie en het samenhangende beeld op afstand, brengt de Polderpioniersvrouw tot leven".

Het kunstwerk werd geplaatst in het kader van het kunstproject FlevoKu(n)stboulevard. Tabitha Mann, destijds student aan de Kunstacademie (ArtEZ) in Zwolle kwam tijdens haar werk bij restaurant De Klink op het idee om de 'kustlijn' tussen Dronten en Zeewolde te verrijken met kunst. Op datzelfde moment hadden de ondernemers verenigd in de Flevoboulevard de handen ineengeslagen met het informatiecentrum Veluwerandmeren, onder meer op het gebied van kunst en cultuur. De twee initiatieven leidden in maart 2010 tot de oprichting van de stichting Flevo Ku(n)stboulevard. Anderhalf jaar later is het eerste kunstwerk een feit.

Bij het kunstwerk Polderpioniersvrouw staat op een bord een gedicht van schrijver Hans de Bondt uit Zeewolde dat hij omstreeks 1990 schreef. 

De Pioniersvrouw
 
Zo stond zij daar
met in haar hart nog steeds
het heimwee naar
familie, dorp en vrinden.
Het oude land,
waar zij van jongs af reeds
geborgenheid en liefde wist te vinden.
Zo stond zij daar
en staarde over ‘t land.
Het nieuwe land;
een plaats om te ontginnen.
 
Toen zei hij zacht
haar naam en nam haar hand,
en samen gingen zij
hun woning binnen.
Zo was zij daar
en maakte van haar huis
een bron van rust,
een haard, een onderkomen.
En schiep zij in
dit nieuwe land een thuis.
Een bakermat voor wat
nog eens zou komen.