U bent hier:: Home > Herinneringsmonumenten > Oostelijk Flevoland > Lelystad > Mon. voor de gevallenen
« Vorige : Aa-A : Ba-Bronn : Brons-Da : De-Fa : Fi-Gepoli : Gepoly-In : Ing-Kunst : Kunstw-Mid : Min-Organische : Organische-Pr : Pu-Se : Sg-Steenb : Steenh-Verd : Vere-W : Za-Z : Volgende »
- Punteerapparaat
- Veel beeldhouwers werken liever naar een gedetailleerd geboetseerd model op schaal. Hiervan wordt vaak een gipsafgietsel gemaakt dat met een punteerapparaat minutieus wordt overgebracht in de steen. Een punteerapparaat is een metalen meetinstrument dat door beeldhouwers gebruikt wordt om tot preciese overbrenging der vormen van het model of van een ontwerp op een steenblok te komen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een op een stellage gemonteerde grote passer. Een drietal uitspringende punten worden op het steenblok aangegeven. Dit wordt nu telkens met drie andere punten herhaald.
- rapier
- De rapier is een lang, scherp gepunt, degen dat vooral in de 16e en 17e eeuw in Europa werd gebruikt. Aan het eind van de18e eeuw raakt het rapier in onbruik door de opkomst van de sabel.
- realistisch
- Bij een realistisch kunstwerk probeert de kunstenaar weer te geven wat hij ziet. Het werk is dus een afspiegeling van de werkelijkheid. De mate waarin een voorstelling realistisch is weergegeven kan verschillend zijn. Een beeld kan superrealistisch zijn weergegeven maar het kan ook een impressie, een indruk van de werkelijkheid zijn. Een realistisch kunstwerk is altijd figuratief.
- reliëf
- Reliëf is afgeleid van het Latijnse woord relevare wat omhoog heffen betekent. Een reliëf is een niet-vrijstaand beeldhouwwerk dat tegen of in een wand is bevestigd en wordt ook wel bouwplastiek of bouwbeeldhouwwerk genoemd. Een reliëf heeft een driedimensionale voorkant en een vlakke achterkant. Het reliëf is een overgangsgebied tussen tekening en beeldhouwwerk. De voorstelling lijkt uit de achtergrond naar voren te springen. Bij een laag-reliëf steekt de voorstelling nauwelijks uit de achtergrond, bij een hoog-reliëf is de voorstelling voor meer dan de helft vrijstaand. De plasticiteit in een reliëf wordt in sterke mate bepaald door de lichtval. Deze veroorzaakt een licht-donkerwerking, waardoor de plasticiteit zichtbaar wordt.
- restvorm
- Bij een driedimensionaal beeld is de restvorm de open ruimte in een vorm of tussen meer vormen in.
- rivierduin
- De ijstijd van 180.000 tot 130.000 jaar geleden heeft grote invloed gehad op het landschap van Nederland. Door het ijs werd keileem afgezet. Na deze periode vertoonde het landschap enorme hoogteverschillen. De vorming van rivierduinen vond plaats aan het eind van de laatste IJstijd. In het koude en onbegroeide landschap waaide een dikke laag rivierzand over de keileembulten en ontstonden de rivierduinen. Later werd het warmer. Het ijs smolt en er ontstonden moerassen. In dit waterrijke gebied kozen de mensen de droge, hoger gelegen rivierduinen als plek om te wonen.
- roestvrijstaal
- Metaallegering van ijzer, chroom , nikkel en koolstof. Het materiaal is, zoals de naam zegt bestand tegen weersinvloeden en roest niet. Eigenlijk heet het roestvast staal. Door de grote hardheid is het materiaal moeilijk te verwerken. Desondanks wordt het regelmatig in de beeldhouwkunst toegepast.
- roeven
- Een roevendak is een schuinaflopend dak waarvan de bedekking is opgebouwd uit platen koper of zink.
- Romijnstuw
- Een meetstuw die vernoemd is naar zijn tester Ir. Donald George Romijn (1903-1997). De zogenaamde Romijnstuw is een kunstmatige verhoging van de bodem van een waterloop waardoor kritische stroming wordt gecreëerd om debieten te meten. Het debiet is de gemiddelde hoeveelheid water, die per tijdseenheid door een waterstroom wordt afgevoerd, uitgedrukt in kubieke meters per seconde. Met de Romijnstuw konden de ingenieurs heel nauwkeurig de juiste hoeveelheid water doorlaten, wat belangrijk was om goed waterloopkundig onderzoek te kunnen doen.
- ruimte-innemend
- Een driedimensionaal beeld neemt ruimte in. Door de manier waarop het is gemaakt, wordt het beeld zelf en de ruimte rond het beeld geordend. Een gesloten, massieve vorm noemen we ook wel ruimte-innemend. Je kan er niet doorheen kijken. Ruimte-innemende beelden zijn dikwijls gebeiteld, van beton gegoten of geboetseerd.
- ruimte-omvattend
- Een driedimensionaal beeld neemt ruimte in. Door de manier waarop het is gemaakt, wordt het beeld zelf en de ruimte rond het beeld geordend. Ruimte-omvattende vormen zijn open, doorzichtig of skeletachtig, de ruimte achter de vorm blijft zichtbaar. Ruimte-omvattende vormen ontstaan door holtes en leegten in het beeld, die even belangrijk zijn als de vorm van het tastbare materiaal. Bij ruimte-omvattende kunstwerken blijft de omgeving een rol spelen.
- ruimte-veroverend
- Een driedimensionaal beeld neemt ruimte in. Door de manier waarop het is gemaakt, wordt het beeld zelf en de ruimte rond het beeld geordend. Een ruimte-veroverend kunstwerk geeft het gevoel dat het driedimensionale beeld meer ruimte wil gaan nemen.
- ruimtelijk
- Een vorm is ruimtelijk als het ook echt ruimte inneemt. Ruimtelijke vormen worden ook wel driedimensionaal genoemd. Ze hebben drie dimensies, lengte, breedte en hoogte. Omdat ze ruimtelijk zijn, kun je ze van verschillende kanten bekijken.
- sabel
- De kleuren in de heraldiek (wapenkunde) hebben een andere naam dan in het dagelijks leven. De kleur zwart wordt sabel genoemd.
- scheg
- Een scheg is het onderste deel van de achtersteven dat onder het langzaam oplopende vlak uitsteekt.
- schets
- Schilders, beeldhouwers, ontwerpers, architecten en vormgevers beginnen allemaal met schetsen. Door te schetsen maak je je plannen en ideeën zichtbaar en kun je ze ook verbeteren en ontwikkelen. Een schets kan een tekening zijn, maar ook in klei of in was.
- Schieringers en Vetkopers
- Schieringers en Vetkopers is de naam die gegeven wordt aan twisten in Friesland en Groningen in de late middeleeuwen. De namen Schieringers en Vetkopers komen waarschijnlijk oorspronkelijk van een geschil tussen cisterciënzers en norbertijnen. De kloosters van die ordes hadden in het toenmalige Friesland een grote invloed.<
- schilddak
- Een schilddak is een dak dat uit vier schuine vlakken (schilden) bestaat.
- schokbeton
- Schokbeton is een betonsoort waarvoor een hoogwaardig betonverdichtingsprocedé is gebruikt. Daarbij werd het beton in de vorm vóór het harden blootgesteld aan schokken, waardoor het zeer compact is. Dit levert meer dan anderhalf keer de sterkte van gewoon beton op. De oprichters van de firma Schokbeton in Zwijndrecht, Gerrit Lieve (1888-1944) en Matthijs Elias Leeuwrik (1900-1980), hebben deze methode van betonverdichting uitgevonden en daar in 1935 octrooi op verkregen. In de meer algemene zin is het ook de term die werd gebruikt voor betonnen onderdelen die voor de Noordoostpolder werden vervaardigd door de fabriek van N.V. Schokbeton die zich in 1947 in Kampen had gevestigd. Het monteren van de schokbetonnen schuren werd uitgevoerd door haar dochteronderneming de N.V. Altro. De fabriek in Kampen werd in 1983 overgenomen door Erica Beton B.V.
- schotbalk
- Een schotbalk is een gewone balk die wordt gebruikt in een schotbalksluis. In geval van calamiteiten moet in de sluis een tijdelijke dam opgeworpen worden. De balken worden in twee tegenover elkaar gelegen sleuven op elkaar gestapeld. Het met balken gevormde schot vormt een tijdelijke dijk.
- schuren
- Schuren is een oppervlaktebehandeling waarbij het oppervlakte gladgemaakt wordt met behulp van schuurpapier. Het schuren dient vrijwel altijd als een voorbehandeling. De voorbehandeling kan dienen om het oppervlak op te ruwen, zodat een deklaag makkelijker op het materiaal hecht, of als eerste stap in een proces waarbij het oppervlak juist zeer glad gemaakt wordt. De bewerking verloopt altijd van grof naar fijn: eerst wordt de vorm grof geschuurd, daarna wordt hij fijn afgewerkt.
- schutsluis
- Een sluis is een waterbouwkundig kunstwerk in een waterkering tussen twee waterwegen met een verschillend waterpeil en dient om water te keren. Een schutsluis is de bekendste uitvoering van een sluis. Een schutsluis wordt gekenmerkt door twee deurstellen waarvan de punt dezelfde kant op gericht is. De ruimte tussen die twee stellen vormen de sluiskolk. Dankzij deze twee deurstellen is het mogelijk schepen van het ene waterniveau naar het andere te brengen. Dit noemt men schutten.
- schuurkerk
- Een schuurkerk, ook wel kerkschuur genoemd, is een schuilkerk die is gevestigd in een gebouw dat er van buiten als een schuur uitziet. Naast een schuilkerk in de vorm van een schuur is een schuurkerk ook een sober protestants kerkgebouw dat de uiterlijke kenmerken van een schuur heeft. De kerk bestaat uit een kerkzaal met zadeldak en vaak nog een consistorie. In veel gevallen staat op of nabij de top van de voorgevel een klein torentje.
- sculptuur
- Het woord sculptuur komt van het Latijnse woord ‘sculpere’ wat kappen, beitelen, snijden en polijsten betekent. Een sculptuur is een ruimtelijk beeldhouwwerk dat vormgegeven is door het wegnemen van onbeweeglijk materiaal.
- serpentijn
- Serpentijn komt uit Zimbabwe en is een middel harde steensoort. Serpentijn werd meer dan 2000 miljoen jaar geleden gevormd en wordt beschouwd als een composiet. Het is een verzameling van gesteenten die bestaat uit samengeklonterde afvalstukken van andere gesteenten. De steen is goed te bewerken door middel van raspen, hakken en schrapen. Na het schuren en polijsten krijgt de steen een glad oppervlak en komen de kleuren goed tot hun recht.