Leda en de Zwaan

Leda en de Zwaan
Leda en de Zwaan

Plaats: Almere

Locatie: Wipmolemweg

Kunstenaar: David Vandekop

Materiaal: keramiek, granito

Jaar: 1990


Beschrijving:

Het verhaal Leda en de Zwaan stamt uit de Griekse mythologie. De mythe is sinds de vijfde eeuw voor Christus een gewild motief in de beeldhouwkunst. De oppergod Zeus is getrouwd met zijn zus de godin Hera. Tot haar woede en verdriet pleegt Zeus regematig overspel. Als hij weer eens getroffen wordt door de pijlen van de god van de eeuwige liefde Eros wordt Zeus verliefd op Leda, de echtgenote van de Spartaanse koning Tyndareos. Zeus slaagde er niet in Leda te verleiden en bedacht een list. Regelmatig maakte hij gebruik van zijn goddelijke machten om zich in één of ander dier te veranderen. Zo heeft hij menig sterveling verleid in de vorm van een arend, een stier of zoals bij Leda in de vorm van een zwaan. Op een dag toen Leda in het water lag ging hij naar haar toe. Leda had geen idee dat dit Zeus was totdat ze door de zwaan verkracht werd. Beschaamd om wat er gebeurd was, had Leda die avond gemeenschap met haar man Tyndareos en na negen maanden legde zij een ei waaruit een vierling werd geboren. Kastor en Helena waren de kinderen van Zeus, Polydeukes (Pollux) en Klytaimnestra die van haar echtgenoot.

De Zeeuwse kunstenaar David Vandekop koos dit moment van het verhaal voor het kunstwerk aan de Wipmolenweg. Vandekop maakt Leda tot een abstracte verschijning, die door de zwaan overweldigd wordt. Het kunstwerk is opgebouwd uit organische vormen, die na het bakken aaneengevoegd zijn tot één geheel.

 

Bron: De buitenruimte, Beelden in Almere

Het kunstwerk van Vandekop is door vandalen ernstig beschadigd. Uit onderzoek van Instituut Collectie Nederland komt dat restauratie van het kunstwerk Leda en de Zwaan niet mogelijk was. Na overleg met de erven Vandekop, de Gemeente Almere en Museum De Paviljoens is het werk in 2007 verwijderd en vernietigd.

 

Kunstenaar

David Johannes van de Kop werd op 3 november 1937 in Den Haag geboren. Van 1956 – 1961 volgde hij aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag de opleiding M.O.-tekenen waar hij les kreeg van Carel Visser, docent ruimtelijke vormgeving. Vervolgens studeerde hij van 1963 – 1964 aan de kunstacademie van Warschau (Polen). Van 1968 tot 1981  was Van de Kop docent aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in 's-Hertogenbosch en van 1981 tot 1987 had hij de leiding over de beeldhouwafdeling van het postacademische instituut de Jan van Eyck Academie in Maastricht.

Zijn vroege werk, waar de invloed van Carel Visser nog duidelijk waarneembaar was, bestond uit minimalistische vormen van ijzer en brons. Vanaf eind jaren zeventig van de twintigste eeuw, maakte hij ook steeds meer keramisch werk en beelden in hout. Dat gaf hem de mogelijkheid om kleur te gebruiken. Vandekop zocht zijn leven lang naar nieuwe manieren om het begrip ruimte te ordenen en te verbeelden. Om die reden brak hij rigoureus met de strenge, constructivistische stijl van zijn leermeester. Hoewel het gebruik van keramiek voor monumentale buitensculpturen wel enige navolging heeft gekregen is hij op dit gebied de absolute pionier gebleken.

In 1989 veranderde de kunstenaar zijn naam in David Vandekop. Vandekop was een veelzijdig kunstenaar, aquarelist, omgevingskunstenaar, schilder, collagekunstenaar, tekenaar maar vooral beeldhouwer. Hij werkte het liefst vanuit de klassieke beeldhouwtradities met begrippen als massa, vorm, volume en textuur. Beeldhouwen en tekenen waren bij Vandekop niet los van elkaar te denken. Hij tekende om te kunnen beeldhouwen en maakte beelden om te kunnen tekenen. Inspiratibronnen waren o.a. het Zeeuwse landschap en de Griekse mythologie.

Vandekop overleed op 14 september 1994 op 56-jarige leeftijd in zijn woonplaats Dreischor, op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duivenland, door een val van zijn paard tengevolge van een hartstilstand.

Beelden van Vandekop zijn onder meer te vinden in de openbare ruimten van Den Haag, Vlissingen, Leeuwarden, Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Almere.