Obelisk

Obelisk
Obelisk Obelisk Obelisk Obelisk Obelisk Obelisk Obelisk

Plaats: Espel

Locatie: Pilotenweg 29

Kunstenaar: Eric de Lyon

Materiaal: natuursteen en brons

Jaar: 1952


Beschrijving:

Aan de Pilotenweg staat, omringd door zwerfkeien, in de berm voor het huis op nummer 29 een ca. 2,5 m hoge obelisk van natuursteen. Een obelisk is een vrijstaande siernaald op een vierkant grondvlak, naar boven toe spits lopend en bekroond door een piramidevormige top. De obelisk is van Egyptische oorsprong en stond oorspronkelijk tot de eer van de zonnegod en om de tijd te meten voor de tempels opgesteld. In onze tijd stelt men moderne obelisken op als gedenknaald, als drager van herinnering aan vergankelijkheid en dood. 

De obelisk in de Noordoostpolder is een gedenkteken voor de in de buurt van deze plek dodelijk verongelukte eerste Nederlandse landbouwvlieger August Willem (Wim) Hamming die op 26 mei 1915 geboren is te Klaten bij Djokjakarta op Midden-Java. Zijn vader was planter. Hamming doorliep van 1936 tot 1939 de school voor Tropische Landbouw in Deventer. Terug in Nederlands-Indië trad hij in de voetsporen van zijn vader. Maar Hamming is niet lang als planter werkzaam geweest. In 1939 werd hij gemobiliseerd bij de Militaire Luchtvaart en kreeg medio 1940 zijn Groot Militair Brevet uitgereikt te Andir, het vliegveld van Bandung. 2Lt Hamming vloog verschillende missies tegen de Japanners. Zo nam hij in februari 1942 deel aan de grote luchtslag boven Surabaya, waar van de 14 Nederlandse vliegtuigen er 11 werden neergeschoten. Toen op 9 maart Nederlands-Indië capituleerde bevond hij zich op de vliegbasis Kalidjati op West-Java en wist aan gevangenneming door de Japanners te ontkomen. Een jaar lang hield Hamming zich schuil op Midden-Java, maar hij werd tenslotte op 23 maart 1943 gearresteerd en per schip overgebracht naar een Japans krijgsgevangenkamp bij Singapore. Daar werd hij na de capitulatie van Japan in augustus 1945 bevrijd. Het duurde echter nog tot 13 mei 1946 voor Hamming met de boot terugkeerde in Batavia en zich weer meldde bij de Militaire Luchtvaart op Java. Later dat jaar vertrok hij naar Nederland en trad op 1 juni 1947 in dienst van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Op 2 april 1949 werd het Nederlands vliegbewijs aan hem uitgereikt. Wim Hamming was een ervaren piloot en had toen hij zijn A-Brevet uitgereikt kreeg ongeveer 1800 vlieguren gemaakt waarvan zo'n 150 nachturen en 100 uren blindvliegen.

Als ambtenaar-vlieger werkte Hamming voor de Stichting voor Hefschroefvliegtuigen mee aan een onderzoek naar de inzetbaarheid van vliegtuigen bij de bestrijding van ziekten en plagen in de land- en tuinbouw dat geleid werd door het Instituut voor Plantenziektenkundig Onderzoek in Wageningen. Dit was voor hem de ideale combinatie om zijn liefde voor het vliegen te combineren met de landbouw. Hamming had zich een wijze van vliegen bij het uitvoeren van de sproeivluchten eigen gemaakt, waarbij hij scherpe bochten vloog. Hij stelde er een eer in op deze wijze de snelheid van de bewerking op te voeren en de kosten te beperken. Op 5 juli 1950 maakte de 35-jarige piloot aan het begin van de middag zijn 7e sproeivlucht van die dag in de Auster Mk. V met registratie PH-NDB die door het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening gecharterd was van N.V. Luchtreclame te Naarden en speciaal ingericht voor het bestrijden van onkruid. Hamming zou ten zuiden van Espel de door een schimmelziekte aangetaste koolzaadvelden op de kavels NH 29, NH30 en NH31 besproeien. Hij vloog met geringe snelheid op ongeveer 12 m hoogte, oftewel 40 voet, in noordelijke richting toen hij boven kavel NH 28 een klimmende rechter bocht inzette, gevolgd door een korte bocht naar links. Het vliegtuigje raakte in overtrokken toestand en corrigeren was niet meer mogelijk. Een vliegtuig raakt in een 'stall' (overtrokken) als het te snel stijgt bij een te lage snelheid. Dan verliezen de vleugels het draagvermogen en stort het toestel in een spin neer. De Auster Mk. V kwam om ongeveer kwart over twee neer in het vlas op kavel NH28 aan de Zuidermiddenweg en vloog vrijwel direct in brand. August Willem Hamming kwam bij het ongeval om het leven. Bron: hdekker.info. Een vriend van Hamming, die op diens uitnodiging naar de Noordoostpolder gekomen was om de besproeiingswerkzaamheden te bekijken, zag het ongeluk gebeuren. Wim Hamming verongelukte kort nadat hij met vlieginstructeur Ruud Idzerda (1923-2020) zijn eerste vlucht met de Sikorsky S-51 helikopter PH-HAA had gemaakt. Daarom verzocht Ir. van Houwelingen, voorzitter van de Stichting voor Hefschroefvliegtuigen, Ruud Idzerda om de slechte tijding van het ongeluk aan Hammings vrouw Betty over te brengen. Bron: Spinner nr. 47- januari 2013 - De watersnoodramp - 60 jaar geleden - door Schout-bij-nacht vlieger b.d. R.J. Idzerda. August Willem Hamming werd op 10 juli onder grote belangstelling op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag begraven. Aanvankelijk zou Hamming op 5 juli helemaal niet vliegen omdat zijn moeder die dag met het schip uit Indonesië zou repatriëren. Toen hij hoorde dat de boot vertraagd was en pas 's avonds zou aankomen besloot hij zijn werk toch maar voort te zetten.

De Auster Mk. V was een eenmotorige driezits eendekker met een hoge met linnen bespannen vleugel, een constructie van metaal met hout. De romp en staart waren gemaakt van gelaste stalen buis die eveneens met linnen overtrokken waren. Het landingsgestel had een simpel niet-intrekbaar staartwiel en twee hoofdlandingspoten met rubberen schokdempers. De Auster Mk. V was uitgerust met instrumenten voor blindvliegen. Van het toestel was na het ongeluk slechts een geraamte van metaal over. Alleen de rubberbanden van het onderstel waren intact. De Rijksluchtvaartdienst opende direct een onderzoek. Nog dezelfde avond hebben ambtenaren van de Rijksluchtvaartinspectie van het vliegveld Schiphol in samenwerking met de Rijkspolitie uit Emmeloord ter plaatse onderzoek gedaan. Op 7 mei 1951 werden tijdens een openbare zitting getuigen gehoord. De Raad voor de Luchtvaart deed op 4 juni 1951 uitspraak over de toedracht van het ongeval. Uit het onderzoek bleek dat er 19 à 30 kg teveel spuitvloeistof geladen was. Door de overbelasting van het toestel lag het zwaartepunt 1,0 en 1,9 cm meer naar achteren dan volgens het bewijs van luchtvaardigheid als grens was aangegeven. Hierdoor werd de reactie van de roeren belemmerd. Alhoewel een ruime marge aanwezig was vroeg de Raad zich af of de eigenschappen van de gebruikte Auster uit oogpunt van veiligheid de manoeuvre van de korte bochten toelieten. De conclusie luidde dat dit toestel niet geschikt was voor het maken van scherpe bochten. De Raad achtte het dan ook gewenst dat voor het maken van sproeivluchten in verband met de korte Nederlandse akkers een ander, meer daarvoor geschikt type vliegtuig moest worden gebruikt. 

Wim Hamming had in binnen- en buitenland grote bekendheid verworven door zijn activiteit op het gebied van het onderzoek naar de gebruiksmogelijkheden van vliegtuigen in de Nederlandse landbouw en kan beschouwd worden als de grondlegger van de landbouwluchtvaart in Nederland. In het pionierswereldje van de kleine luchtvaart had hij zich veel vrienden gemaakt. Na zijn dood werd onder leiding van Ir. E.J.W. (Eelco) Schuller, helikopter piloot en directeur van de N.V. Aero-Ypenburg, het comité gedenksteen Hamming gevormd om een monument op te richten ter ere van deze voorvechter van de landbouwluchtvaart. Het comité zamelde de benodigde middelen in. Landbouwvlieger Eric de Lyon, die de opvolger van Hamming was en in zijn vrijetijd beeldhouwer, ontwierp het monument. Op 15 oktober 1952 werd ter nagedachtenis aan Wim Hamming een obelisk onthuld. Op de gedenknaald is een bronzen plaquette bevestigd met de tekst: "HIER VIEL OP 5 JULI 1950 BIJ DE VERVULLING VAN ZIJN TAAK DE LANDBOUWVLIEGER AUGUST WILLEM HAMMING". Naast de tekst is een gebroken korenaar afgebeeld als symbool voor het plotselinge afgebroken leven. Op een tweede plaquette stond de afbeelding van een propeller omgeven door korenaren en daaronder het opschrift: "AAN DE PIONIERS VAN DE NEDERLANDSE LANDBOUWLUCHTVAART". Deze plaquette was anno 2010 niet meer op de obelisk aanwezig. 

In 't Nieuws voor Kampen van 16 oktober 1952 stond onder de kop "Plechtigheid aan de Pilotenweg in de NOP." en "Verongelukte landbouwvlieger A. W. Hamming geëerd" het volgende:
"Monument ter nagedachtenis overgedragen.
Op 5 Juli 1950 stortte in de N.O.P., op kavel H 28, een klein Austervliegtuig neer. De piloot August Willem Hamming, Wim Hamming zoals zijn vrienden zeggen, kwam daarbij om het leven. Hamming was landbouwvlieger, d.w.z. dat hij zijn vliegcapaciteiten in dienst van de landbouw had gesteld en het was zijn taak om de gewassen op de velden te besproeien, teneinde bepaalde plantenziekten te voorkomen. Hij was een pionier op dit gebied en een der eersten die het vliegtuig als besproeiingswerktuig gebruikte. Het ongeval dat hem op die bewuste 5e Juli overkwam, verwekte zowel in kringen van de luchtvaart, als van de landbouw, destijds grote verslagenheid. In diezelfde kringen rijpte later het plan om ter nagedachtenis aan Wim Hamming een vliegermonument op te richten. Vrienden en medewerkers, waaronder Eric van Lyon, de opvolger van Hamming, dr W. J. Maan en E. Schuller, richtten een monumentcomité op en spontaan werd van alle kanten medewerking verleend om het plan te doen slagen. Zo verrees aan de Pilotenweg in de Noordoostpolder een gedenkteken voor deze pionier in de landbouwluchtvaart.
Voorbeeld voor de landbouwluchtvaart. 
Woensdagochtend werd het monument aan het Openbaar Lichaam 'De Noordoostelijke Polder' overgedragen en deswege had een 50-tal belangstellenden zich op de winderige Pilotenweg verzameld om de plechtigheid bij te wonen. De heer Schuller, voorzitter van eerder genoemd comité, sprak, als eerste enkele woorden, waarbij hij o.a. gewaagde van de pioniersgeest, welke Hamming bezield heeft bij het uitoefenen van zijn taak 'Wim Hamming was een voorbeeld voor de landbouwluchtvaart' aldus de heer Schuller, die daarna het gedenkteken overdroeg aan de N.O.P.
Dr A. Blaauboer, de plv. landdrost, zeide, dat het Openbaar Lichaam met grote instemming van de plannen had kennis genomen en verzekerde dat men het als een erezaak zal beschouwen dit gedenkteken in stand te houden.
Ir Ten Houten, directeur van het Instituut voor Plantenziektenkunde, zeide, dat Hamming niet voor niets is gevallen. Was het toendertijd pionierswerk, thans zijn er twee sproeimaatschappijen in dienst van de landbouw; een prestatie waaraan piloot Hamming een belangrijke steen heeft bijgedragen. Tijdens de woorden van ir Ten Houten vloog tweemaal met gierend geweld een Gloster Meteor-straaljager van de L.S.K. laag over het gedenkteken heen, daarbij groetend met de vleugels. Een laatste saluut van een collega-vlieger. Mevrouw Hamming legde, geholpen door haar beide kinderen, een krans van witte anjers aan de voet van het monument, waarna de heer Hamming Sr een kort dankwoord sprak. 
Op de eenzame vlakte van de oude Zuiderzeebodem prijkt thans een stenen symbool van moed en opoffering met als opschrift: Aan de pioniers van de landbouwluchtvaart". 

In de zomer van 2022 bezochten Minouche van Soest-Hamming en haar man Henk het gedenkteken van haar vader en ontdekte dat het monument in zeer slechte staat verkeerde. De familie zamelde geld in en trok bij de gemeente Noordoostpolder aan de bel. Die besloot het monument voor de eerste landbouwvlieger op te knappen. Op 24 april 2023 werd het opgeknapte monument in het bijzijn van nabestaande van vlieger Hamming onthuld. Beeldhouwer Erick de Lyon (1954), de zoon van landbouwvlieger en beeldhouwer Eric de Lyon, heeft een nieuw exemplaar van de verdwenen plaquette gegoten. De nieuwe bronzen plaquette maakt het gedenkteken weer compleet. Vanaf de plek waar de gedenknaald in 1952 geplaatst is was destijds vrij zicht op de plek des onheils zo'n 400 m verderop. Heden ten dage is er geen zicht meer op de plek waar het ongeluk gebeurde omdat in 1956 boerderijen op de naastgelegen kavel NH27 gebouwd zijn. De obelisk was in 1952 het vierde monument dat in de Noordoostpolder werd opgericht. In april 1943 werd aan de Baarlooseweg door de Duitsers een houten kruis geplaatst voor de bemanningsleden van de daar neergekomen Wellington R1757. Op 3 mei 1948 werd een houten kruis aan de Lindenweg neergezet ter herinnering aan de bemanningsleden van de Lancaster JA902. In juni 1952 verrees aan De Deel in Emmeloord het Leeuwenmonument. Omdat deze monumenten verwijderd cq vervangen zijn is de obelisk tegenwoordig het oudste monument in de gemeente Noordoostpolder.
 
Lees hier meer achtergrond informatie over de toedracht van het ongeluk met de Auster Mk. V PH-NDB.
 
De Pilotenweg dankt zijn naam niet aan de nabij deze plek omgekomen piloot Wim Hamming maar refereert aan de bemanningen van geallieerde vliegtuigen. De Directie Wieringermeer heeft in februari 1951 de aardrijkskundige namen in de Noordoostpolder vastgelegd. Verschillende wegen en tochten ondergingen naamsveranderingen. De naam van de Zuiderringweg veranderde in Pilotenweg. De namen in dit deel van de polder moeten de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog en de oorlogshelden levend houden. Aan de vele vliegtuigen die in de oorlog in de polder neerkwamen herinnert de Vliegtuigweg. De Wrakkenweg herinnert aan de scheepswrakken die tijdens de drooglegging en ontginning werden gevonden. 

Kunstenaar

Erich Henry John de Lyon wordt op 12 februari 1916 in Den Haag geboren uit een kortstondige liefdesrelatie tussen de Duits-Nederlandse Wijnanda ter Meulen en de Duitse beeldhouwer/schilder Erich Müller. Na de geboorte van Erich wijst Wijnanda het huwelijksaanzoek van Erich Müller af. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 is hij, als principieel tegenstander van elke vorm van geweld, uitgeweken naar het neutrale Nederland. Na de afwijzing vertrekt Müller naar Zuid-Amerika. Wijnanda ter Meulen trouwt met de Indische bestuursambtenaar John de Lyon. Als Erich 5 jaar is vertrekt het gezin naar Nederlands-Indië. Na zijn middelbare schoolopleiding vervult Erich, die zich inmiddels Eric is gaan noemen, zijn dienstplicht bij de Marine in Surabaya. Daarna vervolgt hij zijn opleiding tot sergeant leerling-vlieger op het militaire vliegveld Andir (Batavia). Eind 1940 rond hij die opleiding af en wordt bevorderd tot sergeant-vlieger.

Als echter de Duitsers in 1940 Nederland binnenvalllen, wordt De Lyon op eigen verzoek overgeplaatst naar Engeland en daar ingedeeld bij het Spitfire-squadron. Vlak na de Japanse invasie in Indië moet hij terug, maar de overtocht gaat per schip en dat duurt erg lang. Bij nadering van Nederlands Indië blijkt Japan het grootste deel van de eilanden al te hebben bezet, om die reden wordt koers gezet naar Australië. Daar wordt De Lyon ingedeeld bij een Nederlands eskader Mitchell bomrnenwerpers. In het najaar van 1942 wordt Eric de Lyon met nog twee andere Nederlandse vliegers op een Nederlandse vliegbasis in Australië gearresteerd op verdenking van een poging tot 'sabotage, hulp aan Japanners en desertie'. Door een speciaal ingestelde Zeekrijgsraad wordt hij veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 20 jaar.

Gedurende de detentie, worden de drie piloten van gevangenis naar gevangenis gevoerd. Eric de Lyon bleek een natuurlijke aanleg te hebben voor beeldhouwen. Tijdens de 'recreatie uren' maakte hij in de Bijzondere Strafgevangenis in Leeuwarden, een crucifix, een wandbord met het wapen van het gevangeniswezen en een Madonna. Op 30 april 1950 verleent Koningin Juliana de 3 ex-piloten, op voorspraak van gevangenisdirecteur Abraham Jansen, gratie en worden in vrijheid gesteld. De Lyon ontmoet A.W. (Wim) Hamming die als vlieger van een sproeivliegtuig in dienst van het ministerie van landbouw hem met deze tak van de vliegerij bekend maakt en tevens De Lyon’s belangstelling wekt. Nadat Hamming bij het uitoefenen van zijn taak verongelukt wordt Eric de Lyon zijn opvolger. In 1951 krijgt hij een baan als landbouwvlieger op het Departement van Landbouw. Een artikel in de Provinciale Drentsche en Asser courant van 3 augustus 1955 over piloot Eric de Lyon eindigt met: "Van Mei tot omstreeks half September besteedt De Lyon al zijn tijd aan bespuitingen. In de wintermaanden voorziet hij op andere wijze in zijn onderhoud of studeert hij voor .... beeldhouwer!
 
Op 15 juni 1976 overlijdt Eric de Lyon op 60-jarige leeftijd door een noodlottig ongeval tijdens de herbouw van zijn afgebrande woning in Zeeuws Vlaanderen. Uit nader onderzoek, dat na zijn dood gedaan is, blijkt dat de drie vliegers het slachtoffer waren geworden van een valkuil die voor hen gegraven was door majoor Simon H. Spoor, de latere opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten tijdens de politionele acties in Indië. Het enige doel hiervan was het stellen van een voorbeeld, om de discipline te herstellen in het werkeloze Nederlandse 18e squadron van het KNIL in Australië. Eric de Lyon heeft al die jaren onterecht in gevangenschap doorgebracht.
 
Op de website van De Blokhuispoort, het voormalige huis van bewaring in Leeuwarden, staat een uitvoerig verhaal over Eric de Lyon.