Aardzee

Aardzee
Aardzee Aardzee Aardzee Aardzee Aardzee Aardzee Aardzee

Plaats: Zeewolde

Locatie: Vogelweg

Kunstenaar: Piet Slegers

Materiaal: aarde, water, abelen, schelpen etc.

Jaar: 1982


Beschrijving:

Aan de Vogelweg, tussen Lelystad en Almere, ligt één van de grootste kunstwerken van Nederland. Rond 1975 bleek dat het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk (CRM) behoefte had aan ruimte en voorzieningen voor grootschalige landschapskunst, terwijl het Ministerie voor Verkeer en Waterstaat, de ruimte, de bereidheid om daarin te voorzien en de mogelijkheid had om tot op zekere hoogte actief mee te werken aan de verwezelijking. Er ontstond een plan voor een beeldenroute door Flevoland onder de naam 'Beelden buiten 1976'.  Het voormalig Ministerie van CRM vroeg vijfentwintig jonge kunstenaars een ruimtelijk object te ontwerpen voor de openbare ruimte van Flevoland. Twee van deze ontwerpen werden uiteindelijk gerealiseerd, het kunstproject de ‘Schuilhutten’ van Krijn Giezen en ‘Aardzee’ van Piet Slegers. In 1979 werd met de uitvoering van 'Aardzee' begonnen. De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders stond van begin af aan sympathiek tegenover het projectvoorstel, maar vond de kosten te hoog. Tijdens de werkzaamheden moest Slegers het ontwerp op onderdelen bijstellen maar uiteindelijk leidde de samenwerking tussen de kunstenaar en de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders tot de huidige vorm van het landschapskunstwerk dat in 1982 werd voltooid. Bron: Verbeelding in Flevoland.

'Aardzee' is door Slegers bedoeld als pleisterplaats, een beschutte plaats in het midden van de polder. Slegers vond zijn inspiratie in de drooggelegde polder. Toen Piet Slegers deze plek voor het eerst bezocht, werd hij getroffen door de gedachte dat de stevige grond onder zijn voeten vroeger zee was. Hij besloot de bewegingen van de Zuiderzee te laten terugkomen in de serene polder. Het verhaal van de zee die tot rust is gekomen in de gestolde aardmassa’s wordt hier op indringende wijze verteld. Slegers: “Alles was er vlak. Vroeger stond er ongeveer vier meter water boven. Ik wilde de kracht van het water tot uitdrukking brengen. Dus werkte ik in de aarde en maakte als het ware opstuwende golven, een soort gestolde beweging van de zeebodem. Om er licht in aan te brengen gebruikte ik gekleurde steen, waarmee ik de dijken bekleedde. Je ziet vanuit de verte het licht een dijk optillen". 

Zelden zal in een landschapskunstwerk de achterliggende gedachte zo goed in het terrein zijn overgebracht. De maatvoering van 'Aardzee' is afgestemd op de schaal van een landbouwkavel, namelijk 100 x 500 meter (5 ha). Piet Slegers heeft in het kunstwerk weergegeven hoe hij de overwinning van het land op het water heeft ervaren. Met aarde, gras, schelpen en bakstenen heeft de kunstenaar het stollen van de beweging van de oude zeebodem vastgelegd. De gestolde beweging is te ervaren door tussen de aarden wallen over het gras te lopen. Achter elke aardheuvel wacht een nieuwe verassing. Een schelpenpad voert je al zigzaggend naar een vijver die de aarden wal onderbreekt. Daar kan het water uit de Lepelaarstocht het kunstwerk binnen stromen. De waterpartij vormt het enige horizontale vlak in het dynamische land-art object.

Op 13 mei 1991 werd het landschapskunstwerk Aardzee officieel door Rijkswaterstaat overgedragen aan de stichting Flevolandschap. In augustus 2017 werden de bomen in het kunstwerk weggehaald omdat ze te groot geworden waren en daarmee niet meer voldeden aan het oorspronkelijke ontwerp. Ze werden vervangen door populieren. In de Najaarsnota 2020 is een provinciale bijdrage van € 500.000 voorgesteld voor een impuls beheer en onderhoud landschapskunstwerken. Het geld werd beschikbaar gesteld voor herstel van de 4 oudste landschapskunstwerken in Flevoland: De Groene Kathedraal, Aardzee, Observatorium van Morris en Sea Level.

Door inklinking van de grond, de levensduur van gebruikte materialen en nieuwe regels op het gebied van onkruidbestrijding was het karakter van het kunstwerk Aardzee veranderd. Om het landschapskunstwerk weer de gewenste uitstraling te geven, moest het gras, het schelpenpad en de stenen vernieuwd en een nieuwe beschoeiing van de waterpartij aangebracht. In februari 2024 kreeg Stichting het Flevolandschap € 225.000,- van de provincie Flevoland, die al eerder gereserveerd was binnen de Impuls Beheer en Behoud Landschapskunstwerken. De bestrate taluds en schelpenpaden worden onder andere aangepakt, waardoor de welvingen in het werk weer beter zichtbaar zijn. Het Flevo-landschap zal ook de twee bruggen weer terugbrengen naar de oorspronkelijke kleur groen. De bestrating op de taluds zal op een betonnen onderlaag worden aangebracht om het bollen van de wanden en de groei van onkruid tegen te gaan. De met klinkers bekleedde zijden van de grasheuvels benadrukken de opstuwende krachten van golven. De werkzaamheden worden in nauw overleg met de twee zonen van Piet Slegers uitgevoerd, van wie één ook bij de uitvoering van het kunstwerk in 1982 betrokken was. 

Bekijk op Omroep Flevoland: Een akkertje voor de kunst.

Kunstenaar

Petrus Alphonsius Maria (Piet) Slegers is op 13 juli 1927 geboren in Mierlo. Op de lagere school moest hij achter in de klas zitten bij de leerlingen die slecht konden leren. Slegers had dyslexie, maar daar was in die tijd nog weinig van bekend. Zijn moeder stimuleerde zijn creativiteit. Zij liet hem tekenen en nam hem mee naar de kunstschilder Jan van Bracht in Helmond, die daar door de gemeente was aangesteld om jongeren les te geven in tekenen en schilderen. Vanaf 1941 zat Piet Slegers op de Academie Kunstoefening in Arnhem waar hij is opgeleid als klassiek beeldhouwer. In 1945 vestigde hij zich als beeldend kunstenaar in Velp. In het begin van zijn loopbaan werkte Slegers traditioneel figuratief in brons en steen. Eind jaren vijftig begon hij met abstract ruimtelijk werk en in 1969 stapte hij over op roestvrij staal om nog veel lichter en luchtiger te kunnen werken. "De glans sorteert zo'n ruimtelijk effec"', zei hij. Slegers is vanaf de jaren zeventig vooral bekend geworden als land art en omgevingskunstenaar.

In 1979 presenteerde hij 'Landschaps-Zonneproject' tijdens de expositie Nederlandse Beeldhouwkunst bij de Nederlandse ambassade in Bonn. Het kunstwerk werd later dat jaar opgesteld naast de laan naar de ingang van het Kröller-Müller Museum in Otterlo. Over zijn werk vertelde Slegers: "Ik ben door het licht gegrepen. Het gaat in mijn werk om de inslag van het licht, om de weerkaatsing die overgaat op de aarde en zich verbindt met de aarde. Het gaat erom dat je als beeldhouwer de natuur begrijpt, dat je licht begrijpt. Licht is het belangrijkste. Waar licht komt is karakter. Bovendien is het positief om ergens licht op te leggen. Daar werk ik graag mee. In de jaren zestig kwam de vraag op: waarom zouden beeldhouwers niet een kunstwerk kunnen maken in een landschap. Ik was al bezig los te komen, om ruimtes te maken met kunst. Toen ik jong was dacht ik al waarom zou je als beeldhouwer niet een heel landschap kunnen maken. Ik wil nieuwe ruimte maken, een soort kosmische spanning".

In 2001 kreeg Piet Slegers een ridderorde vanwege zijn respectabele carrière als beeldhouwer. In 2011 ontving Slegers nog de enige Nederlandse oeuvreprijs voor de beeldhouwkunst, de Wilhelminaring. De ring is slechts een onderdeel van de erkenning, want aan de prijs is ook een opdracht verbonden: het ontwerpen van een beeld voor het Apeldoornse Sprengenpark. Piet Slegers ontwierp voor die gelegenheid het beeld Kringloop dat zijn zoons realiseerden en in 2012 opleverden. Op 18 juni 2016 overleed Piet Slegers op 92-jarige leeftijd in zijn, door Gerrit Rietveld ontworpen atelierwoning in Velp.

Werk van Piet Slegers vind je aan de Vogelweg in Flevoland - de Aardzee - aan de Gaasperplas in Amsterdam - Zonnebaken - in Ede - Ontmoetingsteken - en aan de Polderdreef in Lelystad - Landschappelijke Lichtdoorbraak.