St. Ludgeruskerk
Plaats: Dronten
Locatie: Ludgerusplein 2
Architect: Architectenbureau Brink en Fleer
materiaal: diverse materialen
Jaar: 1997-1998
Beschrijving:
De geloofsgemeenschap H. Ludgerus in Dronten is per 13 juni 1960 opgericht door de aartsbisschop van Utrecht, kardinaal Bernardus Alfrink. De kerkdiensten werden gehouden in de kerkbarak in het werkkamp Dronten. Eind november 1962 stelde drs. H.A. Korthals, minister van Verkeer en Waterstaat vast dat kerkgenootschappen die in de IJsselmeerpolders een kerk wilden bouwen aanspraak konden maken op een rijksbijdrage van 50% van de stichtingskosten van de kerk met bijgebouwen en van de inventaris. Omdat het uit hoofde van stedenbouwkundige overwegingen noodzakelijk bleek bij de te bouwen kerk een toren te plaatsen werd deze 100% door het rijk gefinancierd. Op 10 april 1963 werd de eerste paal geslagen voor de eerste kerk in Oostelijk Flevoland, de rooms-katholieke kerk St. Ludgeruskerk. Het kerkcomplex, naar ontwerp van de architect Johannes en Hans Sluijmer, werd gebouwd door aannemingsbedrijf J.H. Brake en Zonen uit Lichtenvoorde. Deken Karel Herman Maria Mars uit Harderwijk legde op 1 november 1963 de eerste steen. Op 13 december 1964 werd de kerk door kardinaal Alfrink geconsacreerd. Het strakke, moderne kerkgebouw, een goed voorbeeld van de Bossche School, had een 34 m hoge toren en een ruim parochiehuis. Bron: geschiedschrijvingdronten.nl
Op de galerij achterin de kerk werd in 1964 een pijporgel geplaatst dat oorspronkelijk in 1876 gebouwd was door de firma Maarschalkerweerd & Zn. uit Utrecht, voor de Carolus Borromeuskerk in Soesterberg. Het orgel telde zeven stemmen en had een aangehangen pedaal. In 1953 werd het instrument door de firma Elbertse uit Soest overgeplaatst naar een nieuw kerkgebouw van de Carolus Borromeuskerk. In 1964 werd het orgel verkocht aan de St. Hubertuskerk. De overplaatsing van het Maarschalkerweerdorgel naar Dronten werd verzorgd door de firma Jos Vermeulen uit Alkmaar. Hierbij is de dispositie veranderd. De oorspronkelijke Fernfluit 8 werd afgesneden tot een Quint 2 2/3D. De oorspronkelijke orgelkas ging voor een groot deel verloren. In 1993 verzorgde Sicco Steendam uit Roodeschool nog een schoonmaak van het orgel waarbij tevens intonatiecorrecties werden uitgevoerd.
In de jaren 1990 dacht het parochiebestuur na over de toekomst. Veel ruimtes in het grote kerkcomplex werden niet gebruikt. Het parochiebestuur vatte het plan op om de kerk te laten verbouwen. Projectontwikkelaar Bramer Beheer stelde voor om de kerk met bijbehorende gebouwen te kopen, zodat de grond gebruikt kon worden voor uitbreiding van het dorpscentrum. Het parochiebestuur stemde hiermee in.
In de jaren 1997-1998 werd aan het Ludgerusplein een nieuw kerkgebouw gerealiseerd naar een ontwerp van de architecten Anton Brink en Hans Fleer van architectenbureau Brink en Fleer uit Dronten. Bij het ontwerp lag de nadruk op symboliek en ontmoeting. De architecten lieten zich onder andere inspireren door het Bijbelverhaal van de Emmausgangers uit Lukas 24:13-35, en de antroposofische leer van Rudolf Steiner. In het ontwerp speelde het thema ontmoeting een grote rol. De kerk heeft en licht en open karakter. Er is veel ruimte om de kerk en de kleuren doen vriendelijk aan. In het kerkcomplex zijn drie ontmoetingsplekken gecreëerd; de hal, de kerkzaal en het Stiltecentrum. Deze ruimtes lopen vloeiend in elkaar over, waardoor het gebouw een organisch karakter heeft.
In de kerkzaal is gespeeld met getallensymboliek. Zo zijn er twaalf pilaren die onder andere staan voor de twaalf stammen van Israël en de twaalf apostelen. Ook het getal drie is belangrijk. Zo zijn de pilaren in drie kleuren geschilderd en komt het getal drie, het getal van de Drie-ene God, ook terug in de drie treden naar het podium en het orgel. Het plafond is door middel van zes balken onderverdeeld in zeven vlakken, die bij elkaar komen in een punt boven het liturgisch centrum. Zeven is het getal van de volheid, en verwijst onder andere naar de zeven sacramenten. In de kerkzaal valt op hoe alle 800 zitplaatsen sterk gericht zijn naar het altaar en de ambo en tegelijk door de opstelling een verbinding geven met de andere kerkgangers. De meubels zijn deels afkomstig uit de oude kerk, en deels nieuw vervaardigd door architectenbureau Brink en Fleer. De kerkzaal staat door middel van een gang in verbinding met het Stiltecentrum dat uitzicht biedt op de tuin, die gelijktijdig met de bouw van de kerk is aangelegd. Ook de kerktuin zit vol met symboliek. Een aantal oude elementen uit de oude Ludgeruskerk zijn hergebruikt. Zo heeft het oude doopvont er bijvoorbeeld een plek gekregen. Het kerkgebouw heeft ook een bovenverdieping met verschillende ruimtes. De namen van de ruimtes, Sprankel, Fontein en Water, passen bij de tekst op de steen bij de ingang van de kerk waarop staat 'Bron van leven'. Bron: brink-fleer.nl
Het belangrijkste kunstwerk in de St. Ludgeruskerk is het monumentale glaskunstwerk 'De Emmaüsgangers' in de kerkzaal. Het idee voor het kunstwerk kwam van de architecten Brink en Fleer en is ontworpen door de Amsterdamse beeldend kunstenaar Ati Lichtveld (1922-2020). In het raam is zowel antiek als modern glas verwerkt. Het kunstobject heeft een omvang van ruim 125 m². De voorstelling is uitgevoerd in appliqué- en zandstraaltechnieken. Het knippen, plakken en intekenenen werd uitgevoerd door Willem van Ooyen en Rachel Daeng Ngalle van Bevo Glaskunst Atelier uit Amsterdam. Gebruik makend van de vier oerelementen wordt een geloofsgetuigenis van een verrijzenisverhaal verbeeld. In het midden van de voorstelling zien we een openstaand grafmonument, twee figuren die onderweg zijn, een grote vogel en boven het transparante glas een rond gegeven. In het raam is veel blauw verwerkt, de kleur die doet denken aan het water van de zee die werd drooggelegd, opdat mensen hier konden gaan wonen en werken, met de verrezen Heer als tochtgenoot in hun midden.
In maart 1999 is het Maarschalkerweerdorgel geplaatst in het nieuwe kerkgebouw. Bij de overplaatsing van het oude naar het nieuwe kerkgebouw werd het instrument volledig gedemonteerd. Hierbij werd besloten om de oorspronkelijke dispositie weer te herstellen. De Quint 2 2/3 werd weer verlengd tot Fernfluit 8, maar daarnaast werd een trede voor een mechanische vrije combinatie toegevoegd. Het orgel werd geplaatst in een nieuwe orgelkas naar ontwerp van architectenbureau Brink en Fleer. Voor de vormgeving is aansluiting gezocht bij de rest van de kerkzaal. Het raamwerk van de kas uit 1964 bleef behouden. De werkzaamheden werden uitgevoerd door Elbertse Orgelmakers uit Soest. Als adviseur van de KKOR trad Jos Lauds op. Het orgel heeft één klavier en een aangehangen pedaal. Een pedaal kan een zelfstandig werk zijn, dan heeft het voetklavier een eigen windlade met eigen registers. Maar een pedaal kan ook aangehangen zijn zoals hier het geval is. Een aangehangen pedaal is een permanente koppeling die het pedaalklavier aan het manuaalklavier verbindt. Als de organist de pedaaltoetsen met zijn voeten beroert, worden de toetsen van het manuaal ingedrukt. Het manuaal van het instrument heeft een omvang van C (c-groot) tot en met f3 (f drie-gestreept), dat betekent dat het handklavier 54 toetsen heeft. De pedaalomvang is C-f1 oftewel 30 toetsen.
In 2015 was het orgel toe aan restauratie. De balg en windlade vertoonde grote lekkage. De restauratiewerkzaamheden werden verricht door René Nijsse uit Oud-Sabbinge. De intonatie is nagelopen en waar nodig gecorrigeerd. De plaatjes op de registertrekkers werden vervangen door porseleinen plaatjes in eind 19e eeuwse stijl. De kosten van de restauratie bedroegen € 37.000,-, dat was € 13.000,- minder dan begroot was. Het gerestaureerde orgel werd op 18 september 2016 in gebruik genomen. Het instrument is klein en bescheiden. Het karakter is romantisch. Dat past bij de tijdsperiode waaruit het orgel stamt, de periode van het rijke roomse leven. De klank is lieflijk, maar toch sterk genoeg voor zijn taak in de eredienst. Het Maarschalkerweerdorgel is één van de drie historische orgels die Flevoland rijk is. Het oudste is het Meereorgel (1792) in de Bethelkerk op Urk. Het Lewis-orgel (1880) in de Petruskerk in Lelystad is iets jonger dan dat in de Ludgeruskerk (1876).
Kijk op reliwiki voor foto's van het interieur van de kerk en kijk hier voor de dispositie van het orgel.
Architecten
Anton Brink studeerde van 1970 tot 1977 bouwkunde, architectuur en interieur aan de Technische Universiteit Delft. Op 1 oktober 1977 begon bij met zijn eigen architectenbureau aan de Noordsingel in Swifterbant. In de loop van het daarop volgende jaar groeide het bureau en kwam Hans Fleer als bouwkundig medewerker in dienst. Na een verhuizing van het architectenbureau midden jaren 1980 naar het Meerpaalplein in Dronten kreeg het bedrijf de huidige naam en in 2004 werd de zelf ontworpen locatie aan De Bolder betrokken.
In de gemeente Dronten staan veel gebouwen en woningen van de hand van Brink & Fleer, zoals de Ludgeruskerk, de brandweerkazernes in de drie dorpen, het woongebouw de Wiekslag, het ijsbaancomplex Leisure World, de Redepassage, de Driemaster, gezondheidscentrum De Schans en de studentenwoningen bij de Aeres Faculteit. Op begraafplaats De Wissel in Dronten staan twee urnenzuilen die door het architectenbureau zijn ontworpen. De verbouwing in 2011 van de Nieuw Jeruzalemkerk in Emmeloord is ook naar een ontwerp van het architectenbureau uitgevoerd.
Zowel Anton Brink als Hans Fleer zijn opgegroeid in de polder, eerst in de Noordoostpolder en later in Dronten.