vormcontrast
vrijstaand
wandfries
watermolecuul
waterschepen
waterschip
Waterstaatstijl
wederopbouw
wederopbouwkunst
Wederopbouwkunst is kunst gemaakt in de periode 1945-1965. Het was vooral bedoeld om de functie van het gebouw te benadrukken. Spelende kinderen op scholen, op stationsgebouwen komen spoorwegthema’s zoals weggaan, vertrek en weerzien voor. Een ander veelgebruikt thema is de natuur; bomen, bloemen en inheemse (streekgebonden) beplanting zijn daarbij favoriet. Ook de zon, maan en sterren (krachtbronnen voor het leven) komen veelvuldig voor. In de begin jaren was de kunst nog vrij figuratief vormgegeven. Eind jaren '50 vindt er een kentering plaats naar meer abstracte kunstwerken. Nieuwe materialen doen hun intreden en de kunstenaars gaan oude technieken nieuw leven inblazen. Kenmerkend voor deze tijd is dat kunst vaak op, aan of in gebouwen zit. Door gebrek aan geld werden juist goedkope materialen en methoden voor toepassingen van beeldende kunst populair. Technieken uit de oudheid zoals mozaïeken, wandschilderingen, graffiti en natuursteenreliëfs beleefden een opleving, geheel met eigentijdse vormgeving. Wat vrijwel alle werken gemeen hebben, is het optimisme en de morele en opvoedkundige symboliek die ze uitstralen: het geloof in een wereld die al maar beter wordt. Nieuwe inzichten over kunst, architectuur en inrichting van de openbare ruimte halverwege de jaren zestig betekenden het einde van de wederopbouwkunst.
wegering
wijd- en smalschepen
wildverband
windveren
wolfsdak
wolfseind
woningwetwoning
zaalkerk
zadeldak
zandsteen
zijbeuk
zijschepen