Windwijzer Petrakerk
Plaats: Urk
Locatie: wijk 8
Maker:
materiaal: smeedijzer, koper en bladgoud
Jaar: 1955
Beschrijving:
In wijk 8 staat de Petrakerk. Het is één van de drie kerken van de Gereformeerde Kerk Urk. Samen met De Poort en de Bethelkerk vormt de Petrakerk het thuisfront van de Gereformeerde Kerk op Urk. De Petrakerk is een typische wederopbouwkerk, opgetrokken in de karakteristieke vooroorlogse Gereformeerde stijl. Op de kruising van het gebouw staat een dakruiter, die bekroond wordt met een kruis en een haan. Op de kruising van de verticale en horizontale as van het Latijnse kruis zien we een vergulde bol.
Het Latijnse kruis is het oersymbool van het kruis, De staande balk is langer dan de dwarsbalk. Aanvankelijk werd vooral het kruis in de vorm van een hoofdletter T als christelijk herkenningsteken gebruikt, het Tau-kruis of Sint-Antoniuskruis. Maar sinds keizer Constantijn de Grote (4e eeuw) wordt het Latijnse kruis echter algemeen gebruikt als christelijk symbool. Het kruis is het teken van de overwinning van Jezus over de dood. Op het kruis staat een windwijzer in de vorm van een haan. In de heidense tijd gold het haantje op de toren als afweermiddel en dat geldt tegenwoordig nog steeds omdat hij voorzien is van een bliksemafleider. De torenhaan werd echter een christelijk symbool door Petrus die met het hanengekraai geconfronteerd werd na zijn verloochening van Jezus. De haan is tevens het zinnebeeld van Christus, die over de duisternis zegeviert, die de mens uit de slaap van de dood oproept en naar de opstanding en het licht voert.
De torenhaan is gemaakt van rood-koper. Voordelen van dit materiaal zijn dat het niet door roest wordt aangetast. Koper is een materiaal dat koud vervormbaar is. Het is vrij makkelijk te bewerken, denk hierbij aan knippen, zetten, buigen en felsen. Het vormen en drijven van koper wordt gedaan door een plaatkoper vooraf te verhitten, daarna af te koelen waardoor het zachter wordt. Drijven is een techniek waarbij de koperslager door middel van hameren de vlakke koperplaat in de gewenste vorm brengt. Voor de torenhaan zijn twee spiegelbeeldige delen bol geklopt waardoor er een ruimtelijke windhaan is ontstaan. De haan moet bij het minste zuchtje wind gemakkelijk kunnen draaien, daarom is hij asymmetrisch van vorm. De staart, het grootste vlak van de haan, is altijd van de wind gericht waardoor zijn kop naar de windstreek wijst waar de wind vandaan komt.