Windwijzer Het Oude Raadhuis

Windwijzer Het Oude Raadhuis
Windwijzer Het Oude Raadhuis Windwijzer Het Oude Raadhuis Windwijzer Het Oude Raadhuis Windwijzer Het Oude Raadhuis Windwijzer Het Oude Raadhuis

Plaats: Urk

Locatie: Wijk 2

Maker:

materiaal: smeedijzer, ijzer en bladgoud

Jaar: 1905


Beschrijving:

Op Urk werd tussen 1904 en 1905 een nieuw raadhuis gebouwd naar ontwerp van rijksarchitect J.F.L. Frowein. De voorzijde van het gebouw wordt gedomineerd door een klokkentoren. De ingesnoerde torenspits wordt bekroond door een pironbekroning met bol en een als windwijzer dienende vlag. Omdat een stoffen vlag in de wind erg snel slijt is deze vlag, ook wel vaan genoemd, gemaakt van ijzer. Aan het eind van de 19e eeuw kregen de vlagvormige windwijzers onder invloed van moderne fabricagemethoden een nieuwe vormgeving. Strak gewalst ijzer in de gewenste dikte en doorsnee werd door Hoogovens in IJmuiden geleverd. Bron: windwijzers op Groningen kerken en torens, deel 1. In het midden van de windvaan zien we een spiering, de vis uit het gemeentewapen die verwijst naar de visserij, de hoofdbron van bestaan op Urk. De voorstelling kwam tot stand door in het ijzer te boren, te vijlen, te zagen en te freezen. De vrijstaande zijde van de windvaan is voorzien van franje. 

De windvaan is afgeleid van de rechthoekige banier. In de middeleeuwen stond het voeren van een windvaan niet aan een ieder vrij en de heraldiek maakte onderscheid tussen puntige vaantjes voor eenvoudige ridders en vierkanten als de banieren voor baanderheren. De vaan draait aan één korte zijde om een verticale standerd. Omdat de windvaan in beginsel asymmetrisch is, is een horizontale stang als tegenwicht aangebracht. Ook het openwerken van de vlag verbetert de balans. Daardoor draait de vaan makkelijk in de wind. De vlag is het grootste vlak van de windvaan en zal zich door de winddruk van de wind afkeren. Daardoor wijst de horizontale stang in de richting waar de wind vandaan komt. 

De bol op de spits van de toren wordt ook wel de pijnappel genoemd. Hij bestaat uit twee helften en camoufleert de ingewikkelde overgang van het smeedwerk naar de spits. De windwijzer is op traditionele wijze met zogenaamde 'veren' en klembanden om de torenspits bevestigd. In vroeger tijden waren er nog geen hoogwerkers en moesten mensen naar de torenspits klimmen om de windvaan te plaatsen. Daarom is de torenspits uitgerust met ladderhaken, haken waaraan een ladder opgehangen kan worden. Bovenop de windvaan is een bliksemafleider aangebracht. In de tijd dat er nog geen bliksemafleiders bestonden werd het hoogste punt van een gebouw tijdens een hevige onweersbui nog weleens door de bliksem getroffen, vaak met brand als gevolg. Bliksem is een vorm van vuur dat ontstaat door elektrische ontlading tussen twee wolken of een wolk en de aarde. Van wolk tot wolk zijn de bliksemschichten die je hoog in de lucht kunt zien, het zogenaamde 'weerlichten'. Van wolk tot aarde wordt 'blikseminslag' genoemd. Toen men dit begon te begrijpen werd al snel bedacht dat deze elektriciteit 'geholpen' kan worden door als hoogste punt van een gebouw een goed geleid uitsteeksel te maken. De bliksem zoekt graag de gemakkelijkste weg en slaat dan hierop in. Deze truc helpt alleen wanneer het uitsteeksel met een goed geleidende koperen draad verbonden is aan de aarde. Bron: documentatie.org.