Windwijzer Gemaal Vissering
Plaats: Urk
Locatie: Domineesweg 33F
Maker: Dirk Roosenburg
materiaal: (smeed)ijzer
Jaar: > 1950
Beschrijving:
Gemaal Vissering is in opdracht van Rijkswaterstaat ontworpen door Dirk Roosenburg. Op 2 november 1942 werd het poldergemaal in werking gesteld. Door brand en de oorlogsperikelen heeft het gemaal nooit een rol bij de droogmaling gespeeld, maar is uiteraard wel van belang voor de huidige waterbeheersing in de Noordoostpolder.
De nok van gemaal Vissering is bekroond met een smeedijzeren windvaan, voorstellend twee achter elkaar aan buitelende snoekbaarzen die zich van al dat droogleggen niets aantrekken. Snoekbaars is een exoot, wat niets anders wil zeggen dan dat hij oorspronkelijk niet in Nederland thuis hoort. De vis komt van oorsprong uit Oost- en Midden-Europa en is sinds het einde van de 19e eeuw in Nederland uitgezet voor de visvangst. Nadat de Afsluitdijk in 1932 gesloten was en het water in de afgesloten zee zoet geworden was, werd er door de regering snoekbaars uitgezet. De snoekbaars is een zoetwatervis die behoort tot de familie van de baarsachtigen. Het is een slanke roofvis met een lange spitse snuit. De vis kan tot 120 cm lang worden, maar wordt in het IJsselmeer meestal niet groter dan 80 cm. Sinds de Noordoostpolder op 9 september 1942 droogviel, is de snoekbaars ook in de kanalen en vaarten van de polder te vinden.
De windwijzer is ontworpen door de architect van de drie gemalen in de Noordoostpolder, Dirk Roosenburg. In het boek Dirk Roosenburg 1887-1962 staat op blz 102: "De inrichting van de gemalen werd verzorgd door de meubelfabriek Gispen in overleg met Roosenburg, terwijl de laatste ook details verzorgde als windwijzers en de naamborden van de gemalen". Alles wijst erop dat de windwijzers tussen 1950 en begin jaren 1960 op de gemalen Buma, Smeenge en Vissering zijn geplaatst. Foto's van vlak na de ingebruikname van de gemalen laten zien dat er destijds nog geen windwijzers op de daken stonden. De windwijzers op gemaal Smeenge en gemaal Buma waren in de loop der jaren helemaal doorgeroest. Omdat ze daarom een gevaar vormden zijn ze door Waterschap Zuiderzeeland weggehaald. De windwijzer van gemaal Vissering is tussen 2000 en 2010 opnieuw geschilderd en voorzien van nieuwe lagers weer teruggeplaatst op de nok van het dak. Bron: Bianca Colard, communicatieadviseur Waterschap Zuiderzeeland.
Ontwerper
Dirk Roosenburg werd op 1 februari 1887 in Den Haag geboren. Na de HBS ging Roosenburg in 1905 naar Delft om aan de Technische Hogeschool civiele techniek te studeren. In het tweede leerjaar stapt hij over naar bouwkunde en studeerde in 1911 af. Daarna volgde hij nog een jaar lessen aan de École des Beaux Arts in Parijs. Hij vond een baan bij architect Jan Stuyt in Amsterdam. Vervolgens was hij een jaar of twee leerling van en tekenaar voor Berlage. Daarna werkte hij nog een paar jaar met A.H. op ten Noort en L.S.P. Scheffer binnen het bureau TABROS, voordat hij in 1916 een eigen bureau startte in Villa Windekind aan de Parkweg in Den Haag.
Roosenburg was sinds 1919 als esthetisch adviseur bij Rijkswaterstaat actief en werkte hij als zodanig ten tijde van de aanleg van de Twentekanalen (1930 – 1936) om tot aan zijn dood adviseur te blijven. Als adviseur was hij ook betrokken bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal. Op aandringen van Samuel de Clercq (1876-1962), voorzitter van de Bond van Nederlandsche Architecten, kreeg Roosenburg in 1928 van de Dienst der Zuiderzeewerken de opdracht om voor een elektrisch aangedreven in de Wieringermeer een bijzonder en aansprekend gebouw neer te zetten. De Clercq had geconstateerd dat Nederland bij de vormgeving van grote werken een achterstand had opgelopen ten opzichte van het buitenland en hield een warm pleidooi voor een aansprekende vormgeving van de grote kunstwerken van het Zuiderzeeproject. Het optreden van De Clercq heeft er toe geleid dat Roosenburg werd aangezocht voor het vormgeven van de gemalen Lely en Leenmans in de Wieringermeer. Ook de vormgeving van de heftorens van de grote sluizencomplexen in de Afsluitdijk werd aan hem overgelaten. In 1937 werd zijn hulp ingeroepen voor het ontwerp van de drie gemalen in de Noordoostpolder. In 1946, toen hij bijna zestig was, ging Roosenburg een samenwerkingsverband aan met twee medewerkers: Piet Verhave en Jaap Luyt, en hij bleef tot zijn 70 ste verjaardag met hen samenwerken. In de bouwwerken van Roosenburg waren vooral het gebruik en de praktische oplossingen belangrijk.
In de jaren '50 van de vorige eeuw was Dirk Roosenburg adviseur bij de vormgeving van de gemalen en sluizen in Oostelijk Flevoland, de Houtribsluizen bij Lelystad en het sluizencomplex bij Enkhuizen. De Dienst Zuiderzeewerken had een esthetisch adviseur nodig annex architect om de technische hoogstandjes op het gebied van de waterbouw te voorzien van een passende harmonieuze architectuur waardoor zij een waardige aanvulling zouden vormen op de landschappelijke en maatschappelijk-historische context waarin ze gebouwd werden. Roosenburg ontwierp voor Philips in Eindhoven onder meer het hoofdkantoor, delen van het Nateb en het fabrieksgebouw de Witte Dame. In Amsterdam is het voormalig hoofdkantoor van de Rijksverzekeringsbank op de kruising van de Stadionweg en de Apollolaan van zijn hand.
Roosenburg sterft op 11 januari 1962, na een kort ziekbed in het Haagse Bonovo ziekenhuis.