Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk

Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk
Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk Windwijzer Voormalige Hervormde Kerk

Plaats: Ens

Locatie: Kerkplein 30

Maker: onbekend

materiaal: smeedijzer

Jaar: 1953


Beschrijving:

Tussen 1951 en 1953 werd de Hervormde Kerk onder architectuur van Chr. Nielsen en J.H.Chr. Spruit gebouwd. Anders dan vele andere protestantse kerken heeft het gebouw geen haan als windvaan, maar wordt de 6 meter hoge dakruiter bekroond door een boot. Op het topje van de verticale as, de staf of standerd, draait een zeilboot met de wind mee. Het vissersvaartuig herinnert de bewoners van Ens eraan dat ze op de bodem van de voormalige Zuiderzee wonen en dat hier vroeger schepen voeren die wellicht Ens op Schokland als thuishaven hadden. Zuiderzeevissers maakten gebruik van verschillende soorten vissersschepen: aken, punters, botters en bonsjes. Vanwege hun stabiliteit en inzetbaarheid in de ondiepe gedeelten, gebruikten zij vaak botters, maar sommige plaatsen hadden hun eigen type. De werven in de Kop van Overijssel zoals Kuinre en Blokzijl, bouwden veelal schokkers, een aan de botter verwant platboomd vissersvaartuig. De naam stamt waarschijnlijk van het eiland Schokland. In de 18e eeuw telde de vloot van Schokland vele schokkers. Het scheepje op de Hervormde Kerk heeft de kenmerken van een schokker. Dit type vissersschip heeft een iets rondgemaakte steven die een hoek van ongeveer 45 graden met de waterlijn maakt. Een schokker is, evenals een botter, getuigd met een gaffeltuig met fok en kluiver. Hier wijkt het zeilschip op de windvaan af van de werkelijkheid. De fok is aanwezig, de kluiver ontbreekt en ook de gaffel, een rondhout waaraan het zeil bevestigd is, is er niet. 

Een windwijzer is zo geconstrueerd dat het grootste vlak zich afwend van de wind. De zeilboot op de wijzer zal door de winddruk in de wind net zolang met de wind meedraaien tot de fok, in dit geval het grootste vlak, zich parallel aan de windrichting bevindt. Daardoor 'vaart' het zeilschip altijd voor de wind. Aan de staf is een liggend kruis bevestigd. De vier armen van gelijke lengte wijzen naar de vier windstreken. De uiteinde van de armen zijn voorzien van de bij de windstreken behorende hoofdletters. Aan de hand van de windroos is het mogelijk om precies te bepalen waar de wind vandaan waait. Komt de wind uit het zuiden, dan 'zeilt' de schokker naar het noorden.