.

Noordoostpolder

Noordoostpolder

Windwijzers in Noordoostpolder

De Noordoostpolder is een goede afspiegeling van de verzuiling in het midden van de 20e eeuw. Ondanks de bezwaren van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat dat het te duur en onpraktisch zou zijn, plande de Directie Wieringermeer in alle dorpen in de Noordoostpolder minimaal 3 kerken om de confessionele partijen tevreden te stellen. Net als eerder in de Wieringermeerpolder was het de bedoeling in ieder dorp een rooms-katholieke-, een hervormde- en een gereformeerde kerk te bouwen. In Kraggenburg, Creil en Tollebeek besloten de hervormde en gereformeerde echter gezamenlijk een kerkgebouw neer te zetten. In Marknesse daarentegen verrezen 5 kerken en in Nagele 4. In de centrumplaats Emmeloord bouwden 7 kerkgenootschappen ieder een eigen kerkgebouw. Dat heeft erin geresulteerd dat de 11 dorpskernen in de polder in 1962, toen de gemeente Noordoostpolder werd ingesteld, 37 kerkgebouwen telden. Als we De Vermaning in Emmeloord buiten beschouwing laten omdat dit kerkje een later aangebouwde vleugel van De Hoeksteen is, komen we uit op 36 kerken. Grandpré Molière vond dat de kerken het best gespreid over het dorpsgebied gebouwd konden worden, zodat ze het dorp verfraaiden zonder dat één de boventoon zou voeren. Wel mocht elke kerk een karakteristieke vorm krijgen, die paste bij de eigenwijze waarop zij de gemeenschappelijke leer uitdroeg. Voor de katholieken achtte Grandpré Molière de basilica het meest geschikt, voor de vrijzinnige hervormden de centraalbouw en voor de gereformeerden een driehoekige preekkerk. Om meer reliëf aan het landschap te geven wilde de dienst der Domeinen dat er in elk dorp een toren gebouwd werd. Op initiatief van de Directie werd in 1954 de 'Regeling financiering kerkenbouw in de Noordoostpolder' van kracht. In eerste instantie zou de overheid de helft van de bouwkosten van een kerk vergoeden. Toen hiervoor te weinig geld beschikbaar bleek te zijn, werd het percentage op 40% per kerkgebouw gesteld. Van dit bedrag werd weer 3% in een torenfonds gestort dat bedoeld was om daaruit de bouwkosten van kerktorens bij dertien door de minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen kerken in de Noordoostpolder te financieren. Als twee kerkgenootschappen gezamenlijk een kerk lieten bouwen ontvingen zij 60% overheidssubsidie. Tegen het einde van de jaren zestig zet in Nederland de ontzuiling in. De kerkbouw valt stil, uitgezonderd in de gemeente Urk. Daar zijn de laatste decennia een aantal zeer grote kerken gebouwd. Het dorp telt anno 2019 zo'n 20 kerkgebouwen.

Op de kerktorens werd over het algemeen een kruis of een haan geplaatst, niet alleen om de windrichting af te lezen, maar ook om de geloofsrichting aan te duiden. Vaak kijkt men vol bewondering naar de bouwwerken, maar wordt er weinig aandacht geschonken aan de fraai gesmede windvanen die de torens bekronen. Een rondgang door de Noordoostpolder leverde tot nu toe 25 windwijzers op. In de gemeente Noordoostpolder staan op 5 kerken weerhaantjes, in de gemeente Urk 6. De weerhanen zijn zelden gelijk, elke smid maakte zijn eigen vorm. Maar niet alleen hanen, ook andere windvanen zijn er te bespeuren. Een zwaan die duidt op het Lutherse geloof of een huis van de doopsgezinde is in de Noordoostpolder niet aangetroffen. De torenhanen hebben een religieuze betekenis terwijl de andere vormen een seculiere inhoud hebben. Naast de windwijzers op de torens van de kerken zijn er ook enkele te vinden op (semi) overheidsgebouwen, op het 'Tempeltje van Tollebeek' en de taanketel op Urk. Daarnaast is het kunstwerk 'Monument voor de Noordoostpolder' ook bekroond met een windwijzer. Op de katholieke kerkgebouwen is over het algemeen een kruis geplaatst dat niet dienstdoet als windwijzer en derhalve niet in deze categorie is opgenomen.

Bij de hervormden en de rooms-katholieken was de kerkbouwstijl tijdens de eerste jaren na de oorlog onderwerp van discussie. Deze ging inhoudelijk min of meer gelijk op met het architectuurdebat tussen modernisten en traditionalisten. Tot eind jaren vijftig van de twintigste eeuw bleef de rooms-katholieke kerk in hoofdlijnen trouw aan de historische vormen, terwijl de hervormden openstonden voor een eigentijdse kerkbouwstijl. Vanaf 1960 kreeg het modernisme greep op de kerkbouw van alle denominaties. Mede onder invloed van liturgische vernieuwingen en de oecumene vonden theologen en architecten een uiterlijk onderscheid tussen kerken van verschillende geloofsrichtingen steeds minder belangrijk. Bron: resarche.vu.nl. Dat is waarschijnlijk de reden dat in de jongste dorpen in de polder, Rutten, Espel, Tollebeek en Nagele, geen windvanen op de kerktorens te vinden zijn. De beschrijving van deze kerken en de andere kerken in Noordoostpolder vindt u onder de categorie bouwkunst.

Klik op een plaatje om verder te gaan.


Plaats: Bant


Plaats: Creil


Plaats: Emmeloord


Plaats: Ens


Plaats: Kraggenburg


Plaats: Luttelgeest


Plaats: Marknesse


Plaats: Verdwenen Windwijzers Marknesse


Plaats: Nagele


Plaats: Schokland


Plaats: Tollebeek


Plaats: Urk