Observatorium Robert Morris

Observatorium Robert Morris
Observatorium Robert Morris Observatorium Robert Morris Observatorium Robert Morris Observatorium Robert Morris Observatorium Robert Morris Observatorium Robert Morris Observatorium Robert Morris Observatorium Robert Morris

Plaats: Lelystad

Locatie: Swifterringweg

Kunstenaar: Robert Morris

Materiaal: staal, natuursteen,hardhout, aarde, gras

Jaar: 1977


Beschrijving:

Op 27 april 1977 werd het Observatorium van Robbert Morris feestelijk geopend door Prof. Dr. Roel van Duin, directeur van de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. 

Morris heeft zich voor dit landschapskunstwerk laten inspireren door de monumentale bouwwerken van soms duizend jaar oud, zoals Stonehenge. Midden in de polder heeft hij een bijzondere plek gemaakt, waar je de kosmos intens kan beleven. Het object markeert het begin van de jaargetijden en geeft nauwkeurig de zonnewende aan. Het bestaat uit twee concentrische cirkels (cirkels met hetzelfde middelpunt) waarvan de buitenste wordt gevormd door een graswal. In de binnenste wal bevindt zich een tunnel die toegang geeft tot het centrum van het Observatorium. Staand binnen de wallen, met de rug naar de ingang, zie je drie vizieren. De vizieren zijn in de graswallen uitgespaard. Het vizier op het oosten laat de zonsopgang op de ochtend van de eerste lente- en herfstdag zien. De zonsopgang, zichtbaar door het noordoostelijke vizier, luidt de zomer in, en het vizier in het zuidoosten de winter. Het vizier voor de lente- en herfstwende bestaat uit twee staalplaten en de vizieren voor de zomer- en winterwende worden gevormd door natuursteen brokken. Doordat de binnenwand van de binnenste ring bekleed is met hardhout ontstaat een buitengewoon akoestisch effect. Je hoort, als je exact in het midden van de ring gaat staan, een echo die luider lijkt dan het originele geluid.

Dit is het tweede Observatorium dat Morris gebouwd heeft. In 1971 vond 'Sonsbeek buiten de perken plaats', waarbij kunstenaars gevraagd werd in iedere provincie een landschaps kunstwerk te realiseren op het snijvlak van conceptionele- en minimale kunst met het thema 'ruimte en ruimtelijke relaties'. Morris bedacht het observatorium waarvan de eerste versie op een terrein in Santpoort-Velzen werd gebouwd. Het was kleiner (Ø 71 m), veel minder robuust, opgebouwd uit duinzand en beschikte niet over vrije zichtlijnen. In het najaar van 1971 werd het door bulldozers met de grond gelijk gemaakt omdat het stond op een plaats die voor woningbouw bestemd was. In 1973 legde de organisator van Sonsbeek buiten de perken contact met de toenmalige Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders met het verzoek om plaatsing van een kopie van het Observatorium in één van de polders. In augustus van dat jaar kreeg Morris van de Rijksdienst  6 ha. land toegewezen voor de herbouw van het Observatorium. In 1977 is het Observatorium, onder leiding van Robbert Morris, herbouwd bij Lelystad. In de nieuwe situatie heeft de kunstenaar de afmetingen aangepast aan de veel grootschaliger situatie in de Flevopolder. De diameter van het gehele complex is ruim 91 meter, de grootste hoogte van de wallen is 3,80 m.

Het Observatorium was het eerste Land Art project in Flevoland. In 1990 is het beheer van het kunstwerk overgedragen aan Stichting Flevolandschap. Bij de aanleg lag dit monumentale werk vrij in de ruimte met zichtlijnen die ver over het polderlandschap reikten. Door de aanleg van de Hanzelijn en de nieuwe weg naar Dronten is het werk enigszins geïsoleerd komen te liggen en zijn de zichtlijnen vanuit het kunstwerk danig verstoord door treinverkeer, elektriciteitsmasten en bebouwing. In november 2021 stelde Provinciale Staten van Flevoland € 500.000,- beschikbaar voor herstel van de vier oudste landschapskunstwerken in Flevoland: De Groene Kathedraal, Aardzee, Sea Level en het Observatorium van Robert Morris. Voor een bedrag van € 40.000,- werd de omgeving van het Observatorium teruggebracht naar de oorspronkelijke staat.

Bekijk op Omroep Flevoland: 40 jaar ode aan de zon

Kunstenaar

Robert Morris werd op 9 februari 1931 in Kansas City, USA, geboren. Van 1948-1950 studeerde hij aan het Kansas City Art Institute an School of Design en aan de Calafornia School of Fine Arts in San Francisco. Nadat hij met het Amerikaanse leger gediend had in Korea en Japan volgde hij tussen 1953 en 1955 een studie filosofie aan Reed College in Portland, Oregon. Hij vestigde zich als kunstenaar in San Francisco en begon zijn carrière met het maken van abstract-expressionistische schilderijen. In 1959 verhuisde hij naar New York, waar hij terechtkwam in de avant-gardistische kunstenaarskringen van Manhattan. Van 1961-1966 studeerde kunstgeschiedenis aan het Hunter College en studeerde af op de beeldhouwkunst van Constantin Brancusi. Vanaf 1964 is Morris als docent kunstgeschiedenis aan het Hunter College verbonden en werd in 1998 benoemd tot bijzonder hoogleraar in de kunsten.

Door zijn huwelijk met danseres en choreografe Simone Fortie raaket Morris in de jaren vijftig geïnteresseerd in de dans. Tussen 1962 en 1965 werden in samenwerking met Lucinda Childs, Yvonne Rainer en Carolee Schneemann zes dansstukken en performances van Morris opgevoerd. De zeer rudimentaire decorstukken voor de dansvoorstellingen creëerde hij zelf.

In de jaren zestig bestormde Morris de kunstwereld met rechthoekige sculpturen, gemaakt van industriële materialen als staal, glas of hout. Hij gold als pionier van de minimal- en process art en heeft mede door zijn theoretische opvatting een invloedrijke positie verworven. Overeenkomstig de principes van de minimal art zijn vorm, maat, proportie en onderlinge plaatsing in de ruimte cruciaal. Robert Morris is in de kunstwereld beroemd geworden met zijn opmerking: “Een simpele vorm valt niet noodzakelijk samen met een simpele ervaring” die hij in 1966 in zijn essay 'Notes on Sculpture' schreef. Zijn beelden mochten er dan uitzien als doodgewone kubussen, koel en modernistisch zoals veel van de minimalistische kunst van die tijd, dat betekende niet dat de werken geen ziel hadden. Schaal, textuur, zwaarte, materiaal, het waren allemaal aspecten waar je als toeschouwer van kon genieten, vond hij. Vanaf 1967/1968 construeerde hij earth works (land art), zoals Observatorium 2 (1977, Oostelijk Flevoland). In de jaren zeventig bouwde Morris een aantal labyrinten met als doel een onderzoek naar de relatie tussen architectuur en sculptuur. Het werk van Morris werd sterk bepaald door lichamelijke ervaringen en waarnemingen van de mens ten opzichte van zijn sculpturen.

Vanaf 1982, toen het minimalisme naar de achtergrond verdween, veranderde Morris stijl vrij drastisch en ging hij figuratief werk maken over de ‘nucleaire apocalyps’. Gipsen afgietsels van botten en schedels, maar ook tekeningen en pastels, toonden wat er van de mensheid na een kernramp overbleef. Morris bleef tot het eind van zijn leven actief. In oktober 2018 opende er nog een expositie met nieuw werk in de Castelli Gallery in New York. Ook daar weer toonde hij zijn angsten voor een gewelddadige toekomst, met beelden van fiberglas vol politieke slogans en banieren met angstaanjagende beelden die hij ontleend had aan Goya en Stanley Kubrick.

Op 28 november 2018 overleed Robbert Morris op 87-jarige leeftijd in Kingston, New York. Hij bezweek aan de gevolgen van een longontsteking. Morris heeft een breed oevre opgebouwd. Hij was theoreticus, criticus, beeldhouwer, betrokken bij dans en maker van land-art.