Entreepoort

Entreepoort
Entreepoort Entreepoort Entreepoort Entreepoort Entreepoort Entreepoort Entreepoort Entreepoort

Plaats: Almere

Locatie: Beatrixlaan / Muziekdreef

Kunstenaar: Pjotr Müller

Materiaal: roestvrijstaal en polyester

Jaar: 2002


Beschrijving:

Tussen 1978 en 1980 werd een start gemaakt met de aanleg van het Beatrixpark. Op 27 november 1981 bracht Koningin Beatrix een bezoek aan Almere een plantte de eerste boom in het park, een linde, die haar naam draagt. In de jaren rond de eeuwwisseling heeft er, in samenspraak met de omwonenden, een grootschalige herinrichting plaatsgevonden en heeft het park, dat gelegen is tussen de Kruiden- en Muziekwijk, zijn huidige inrichting gekregen.

Op 26 mei 2002 werd het park feestelijk heropend. Voor de toegang aan de Beatrixlaan ontwierp Pjotr Müller in opdracht van de gemeente Almere het kunstwerk “Entreepoort”. Aan weerszijden van de weg staat een roestvrijstalen kooi van ongeveer 4 meter hoog met een opvallend zigzaggend dak. In eerste instantie een normale vogelkooi, maar bij nadere beschouwing zien we dat de kooi bewoond wordt door onnatuurlijke vogels. De vogels en takken zijn door de kunstenaar van polyester gemaakt.

Kunstenaar

Pjotr Müller is op 29 september 1947 in Amsterdam geboren. Hij groeide op in een communistisch milieu in Amsterdam als tweede van zes kinderen. Zijn eerste leerschool was het natuursteenbedrijf van zijn vader. Hier leerde hij de techniek van het steenhouwen. Als kind hielp hij daar op zaterdagmiddagen mee en als zestienjarige assisteerde hij zijn vader bij de restauratie van het Amsterdamse Centraal Station. Müller startte in 1965 bouwkunde aan de TU in Delft, maar stapte na anderhalf jaar over naar de afdeling beeldhouwen van de Rietveld Academie in Amsterdam waar hij van 1967-1970 studeerde. In ’70 en ’71 vervolgde hij zijn opleiding aan de Academia di Bell'Arti, Florence in Italië. Als docent was Müller verbonden aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam en de Koninklijke Academie voor de Kunsten in 's-Hertogenbosch.

Het vroege werk van Pjotr Müller, abstracte beelden die hij geheel conform de tijdgeest maakte, wordt gekenmerkt door technische perfectie. Zijn latere werk kan gezien worden als een onderzoek naar anonieme sculpturen en bouwsels van primitieve culturen, die niet werden gemaakt binnen een artistieke, maar binnen een religieuze context. Müller legt zijn gedachten over architectuur vast in zijn beelden, die wel verwijzen naar bouwwerken maar tegelijkertijd autonoom blijven. Zijn verlangen om de architectuur zijn diepere en rituele betekenis terug te geven, en daarmee tegelijk de moderne architectuur te bekritiseren, loopt als een rode draad door zijn werk.