Land en water

Land en water
Land en water Land en water Land en water

Plaats: Harderhaven

Locatie: Harderdijk 15

Kunstenaar: J.M. (Teun) Roosenburg

Materiaal: keramiek

Jaar: 1957


Beschrijving:

In het kader van de percentageregeling beeldende kunst kon 0,5 - 1 % van de bouwkosten besteed worden aan kunst. In overleg met de heer Chr. de Moor, esthetisch adviseur van de P.T.T., werd een aantal kunstenaars uitgenodigd hiervoor ontwerpen te maken. Passend bij de moderne architectuur van gemaal Lovink is in de kopgevel, boven de hoofdingang het keramische reliëf 'Land en water' aangebracht. Het reliëf is ontworpen door Teun Roosenburg, zoon van architect Dirk Roosenburg die het gemaal samen met zijn twee medewerkers, Verhave en Luyt, heeft ontworpen.

Het keramisch reliëf is een kunstvorm die in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw vaak is toegepast voor kunstwerken op of aan gebouwen. Het reliëf is van klei gemaakt en vervolgens gebakken. Tijdens het bakken krimpt het object, iets waarmee de kunstenaar van tevoren rekening moest houden. Op een ondergrond van rode-bruine, handgebakken terracotta tegels van 40 x 40 cm is een groen/wit geglazuurd reliëf aangebracht. De tegels werden gebakken door Russel-Tiglia, Atelier voor sierkeramiek N.V. in Tegelen. De voorstelling ‘Land en water’ is gebaseerd op de droogmaking van Oostelijk Flevoland. Links staat en landbouwer met klompen aan en een schop op de schouder op het vruchtbare land. Rechts zien we een visser met zijn blote voeten in het water staan. In zijn linker hand houdt hij een grote vis. Over de dijk heen reiken zij elkaar de hand. De boodschap van het reliëf is duidelijk, op deze plek op de Harderdijk ontmoeten het water en het nieuwe land elkaar.

Kunstenaar

Jacob Martijn (Teun) Roosenburg is op 16 juli 1916 in Den Haag geboren. Zijn vader was architect Dirk Roosenburg. Van 1929 tot 1936 volgde hij aan de ambachtschool een opleiding bouwkunde en meubelmakerij. Aanvankelijk was hij werkzaam als opzichter op het bureau van zijn vader en maakte een enkele keer ornamenten voor diens bouwwerken zoals de terracotta versiering boven de ingang van het oude KLM kantoor (1940) in Den Haag. In 1936 ging hij als hospitant aan de Academie voor beeldende Kunst in Den Haag studeren aan de afdeling beeldhouwen. Tegelijkertijd was hij leerling en later knecht bij de Nederlands/Belgische beeldhouwer Albert Termote (1887-1976), met wie zijn vader enkele keren samenwerkte. In 1938 studeerde hij af in Den Haag en ging vervolgens aan de Académie Ranson in Parijs studeren waar hij leerling was van Charles Malfray(1887-1940) en Aristide Maillol (1861-1944).

Van 1939 tot 1942 woonde Teun Roosenburg in de Amsterdamse Jordaan. Daar deelde hij een atelier met kunstenaars als Piet Damsté, Hannie Rädecker, Nico Wijnberg en Jan Peeters. Op 22 november 1941 werd door de Duitse bezetter de Nederlandse Kultuurkamer ingesteld. Iedereen die in de kunst- en cultuursector werkzaam was moest lid worden. Wie geen lid was mocht zijn beroep niet langer uitoefenen. Om de Kultuurkamer te ontlopen fietste Roosenburg, samen met Damsté en Rädecker in het voorjaar van 1942 vanuit Amsterdam naar Limburg om daar de oorlog uit te zitten. Hij ontdekte Kasteel Oost in Eijsden en werd op slag verliefd. Hij huurde het vervallen kasteel van kasteelheer Raphael Graaf de Liedekerke de Pailhe van Eijsden voor vijftig gulden per maand, op voorwaarden dat hij het kasteel zo goed mogelijk zou onderhouden. Het huis telde 21 kamers en met primitieve middelen en voor weinig geld werd het bewoonbaar gemaakt voor zo veel mogelijk mensen. Al snel liet Teun zijn verloofde, de schilderes Jopie Goudriaan (1913-1997), overkomen. Tijdens het bombardement van Rotterdam was zij haar atelier en al haar werk kwijt geraakt. In 1943 trouwde Teun en Jopie. Zij ontvingen op kasteel Oost veel beeldend kunstenaars, schrijvers en theatermensen. In 1956 werd het kasteel te koop aangeboden en werd Roosenburg de eigenaar.

Roosenburg was beeldhouwer, glaskunstenaar en keramist, zijn stijl was figuratief. Zo af en toe kreeg hij opdrachten via het werk van zijn vader, zoals een terracotta kunstwerk met een serie vogelfiguren boven de ingang van het voormalig hoofdkantoor van KLM in Den Haag, die verwezen naar de vliegmaatschappij. Direct na de oorlog probeerde architect Dirk Roosenburg, die stedenbouwkundige adviezen aan de gemeente Meppel gaf, zijn zoon aan te bevelen voor het beeldhouwwerk van een oorlogsmonument in die stad, maar deze poging werd direct afgestraft door de Nederlandse Kring van Beeldhouwers die de belangenverstrengeling zeer bedenkelijk vond. Teun Roosenburg overleed, 6 dagen na zijn 88ste verjaardag, op 15 juli 2004 in zijn woonplaats Eijsden en werd begraven op Begraafplaats Tongerseweg in Maastricht.

Teun Roosenburg heeft in heel Nederland kunstwerken staan zoals Moeder en kind (1952) in Goes, Land en water (1957) in Harderhaven, "Flora" (1962) in Aalsmeer, Bever (1964) in Groningen, Thuiskomst (1964) in Emmeloord, Schutterskoning (1978) in Kerkraden, Op blote voeten (1981) in Maastricht, Naakt met poes (1995) in Heerlen en Drie gratiën (1999) in Horst.