Cypressen

Cypressen
Cypressen Cypressen Cypressen Cypressen Cypressen Cypressen Cypressen Cypressen

Plaats: Lelystad

Locatie: Visarenddreef

Kunstenaar: Jan de Baat

Materiaal: roestvrijstaal

Jaar: 1996


Beschrijving:

In 1996 was er in de hal van het Provinciehuis in Lelystad een tentoonstelling van Jan de Baat. De kunstenaar vroeg toen of hij in de periode van zijn tentoonstelling het kunstwerk ‘Cypressen’ buiten het provinciehuis mocht plaatsen. Dat was een slim idee, want de Statenleden vonden het beeld een waardevolle toevoeging aan de omgeving. Nog datzelfde jaar stelde het college van Gedeputeerde Staten voor om ƒ 84.800,- beschikbaar te stellen voor aankoop van het kunstwerk. Het is een groot, imponerend, gestileerd beeld van cypressen of cipressen, altijd groene naaldbomen. De Amsterdamse kunstenaar heeft het object uitgevoerd in roestvrijstaal. Het roestvrijstaal vangt het licht en glanst vooral als de zon schijnt. De Baat vertelt: "Na het werken in steen is roestvrijstaal mijn favoriete materiaal geworden. Afgezien van de houdbaarheid past het zich door de spiegeling uitstekend aan bij de omgeving. Daarnaast is de stugheid een uitdaging om het materiaal mijn persoonlijke vormwil op te leggen". De Baat heeft de lasnaden geslepen en als afwerking het plaatwerk richtingloos geborsteld.

De ‘Cypressen’ kennen een volmaaktheid in lijnvoering. De volumineuze vormgeving geeft het beeld overtuigingskracht en robuuste aanwezigheid in de open ruimte. In de zomer van 2003 heeft het kunstwerk een nieuwe plek gekregen. Dit bleek noodzakelijk in verband met de aanleg van een rotonde nabij het station. Het werd geplaatst aan de Visarenddreef bij de toegangsweg van het Provinciehuis. In november 2012 is het kunstwerk enkele tientallen meters verplaatst. Het staat nu in de nabijheid van de ingang van het Provinciehuis.

In 1996 is de jaarprijs duurzaam bos (Forests Face the Future-prijs) uitgereikt aan Jan Kuper, rentmeester van de Kroondomeinen. Dit was een bronzen replica (10%) van het kunstwerk 'Cypressen' van Jan de Baat bij het Provinciehuis.

Kunstenaar

Jan de Baat is op 7 april 1921 in Standdaarbuiten, bij Moerdijk, geboren. De beeldhouwer heeft een rijk kunstenaarsleven achter de rug. Hij was tekenleraar en leerde zichzelf na de Tweede Wereldoorlog beeldhouwen waarbij hij zich liet beïnvloeden door Marino Marini, Henry Moore en Ossip Zadkine. Maar in de loop van de tijd ontwikkelde hij een eigen beeldtaal. Ambachtelijk heeft hij zich ontwikkeld door te werken bij bronsgieters, steenhouwers en smeden. Als kunstenaar ontwikkelde hij zich door te kijken, te luisteren, te lezen en te filosoferen. Jan de Baat heeft zich tijdens zijn artistieke loopbaan nadrukkelijk geprofileerd als een kunstenaar die graag de uitdaging van opdrachtsitua­ties zoekt. 

In 1957 ontving Jan de Baat zijn eerste opdracht van overheidswege. Op voorstel van de Raad voor de Kunst verzocht het gemeentebestuur van Groningen De Baat om een schetsopdracht voor een beeld van 'ome Loeks peerd' te maken. In beeldhouwerskringen heerste ontsteltenis over deze opdracht. Jan de Baat was wegens onvoldoende artistieke prestaties zowel door de vakgroep beeldhouwers van de federatie van kunstenaarsverenigingen als voor de Nederlandse Kring van Beeldhouwers als lid afgewezen. De Raad voor de Kunst stond vierkant achter de voordracht. Begin 1959 was het kunstwerk, dat ƒ 18.500,- gekost heeft, klaar en werd het op het plein voor het station geplaatst.

Tot begin jaren zestig maakte Jan de Baat figuratieve beelden van danseressen en paarden. Maar in de loop van de jaren 60 ontwikkelt hij zich tot een abstract kunstenaar. De vorm werd belangrijker dan de voorstelling en het materiaal. Edelstaal en natuursteen kregen als beeldend materiaal meer invloed. Zijn latere werk kan gerekend worden tot het abstract-expressionisme. Jan de Baat is monumentalist. Dat betekent dat hij geen persoonlijke problematiek in zijn beelden verwerkt. Hij wil de kijker treffen met iets moois. Eind jaren tachtig werd hij benoemd aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam waar hij vijf jaar hoofddocent beeldhouwen is geweest.

Kunstenaar Jan de Baat realiseerde bijna vijftig monumentale opdrachten in de openbare ruimte. Zijn werk is o.a te vinden in Emmeloord - een betonnen paard (1960) bij het Zuyderzee Lyceum en een betonnen bloem (1965) bij het Emmelwerda College, in Harderwijk aan de Badweg bij het Nassau-Veluwe College - 'Het Paard' of 'De Droom' (1962), in Castricum in de vijver langs De Bloemen- 'Pegasus' (1979), in Zwolle bij het Thomas à Kempis College - 'de Boemerang' en in park de Wezenlanden - 'Windharp' (beide 1972), in Amsterdam aan de Apollolaan - 'een wimpel in de wind' (officieel; 'Amsterdam dankt zijn Canadezen', 1980), in het Stadspark in Eindhoven - 'de Ontmoeting' (1982), bij de kantoren van de belastingdienst in Apeldoorn - 'Boom der Wijzen' (1983), in Lelystad aan de Visarenddreef - 'Cypressen' (1996) en aan het Wold - 'Regenboog (2002) en langs de N320 bij Culemborg, - 'Zweepslag' (1999). 

Op 4 mei 2010 overleed Jan de Baat in zijn woonplaats Amsterdam. Hij is 89 jaar geworden. De Baat is op Zorgvliet begraven.