Uit de klei getrokken

Uit de klei getrokken
Uit de klei getrokken Uit de klei getrokken Uit de klei getrokken Uit de klei getrokken Uit de klei getrokken Uit de klei getrokken Uit de klei getrokken Uit de klei getrokken

Plaats: Nagele

Locatie: Ring 23

Kunstenaar: Diet Wiegman

Materiaal: beton

Jaar: 2003


Beschrijving:

Nagele is tussen 1947 en 1964 op de tekentafel bedacht. Het dorp is volgens de principes van het Nieuwe Bouwen ingedeeld met een geometrische lijnenspel. De huizenblokken met platte daken worden door rechte straten verdeelt in hofjes, op hun beurt weer van elkaar gescheiden door lange stroken groen. Nagele werd het toonbeeld van het geloof in de maakbare samenleving, dat zo kenmerkend was voor de naoorlogse wederopbouw. Sinds 1998 huist museum Nagele in de voormalige rooms-katholieke kerk. Het museum toont een permanente expositie over de ontstaansgeschiedenis van het dorp Nagele. Ter gelegenheid van het 5-jarig bestaan werd van 18 mei t/m 15 oktober 2003 de openluchttentoonstelling 'Tijd en transformatie', in en om het dorp gehouden. De opdracht aan de kunstenaars was om in Nagele rond te kijken en vervolgens te reageren op het polderlandschap met zijn uitgestrekte aardappel- en tarwevelden en de architectuur van het dorp. Acht kunstenaars reageerden met kunstwerken op de bijzondere ontstaansgeschiedenis van Nagele. 

De Schiedamse kunstenaar Diet Wiegman maakte voor de tentoonstelling 8 contourbeelden die belangrijke ontmoetingen van wereldleiders voorstellen uit de tijd van de Koude Oorlog (1945-1989), een periode van gewapende vrede tussen de communistische en de kapitalistische wereld. Wiegman verwijst met de serie beelden naar de tijdsgeest waarin Nagele vorm kreeg. Met enige moeite zijn in de silhouetten de hoofdrolspelers uit die tijd, Chroesjtsjov (1894-1971), Mao (1893-1976), Balewa (1912-1966), Kennedy (1917-1963), Nixon (1913-1994), Kaj-Sjek (1887-1975), de Gaulle (1879-1970), Peres Jimenez (1914-2001), Anwar al-Sadat (1918-1981), Qadhafi (1942-2011) en Hafiz al-Assad (1930-2000), te herkennen. Allemaal wereldleiders die eveneens rotsvast geloofden in de maakbare samenleving. 

Eén van de beelden laat de overbekende kus op de mond van de Oost-Duitse president Erich Honecker en de Sovjetleider Leonid Breznjev zien waarmee zij hun vriendschap bezegelden. De voorganger van Breznjev, Nikita Chroesjtsjov, is in drie silhoueten afgebeeld. Om te beginnen tijdens een bezoek aan de Chinese partijleider Mao Zedong in Beijing in 1958, daarna in een ontmoeting in oktober 1960 met de premier van Nigeria sir Abubakar Tafawa Balewa en als laatste samen met de Amerikaanse president John F. Kennedy tijdens een ontmoeting in Wenen in juni 1961. Verder zien we de ontmoeting tussen de Amerikaanse president Richard Nixon en de Chinese nationalistische politicus Tsjang Kaj-Sjek in juli 1956. De uitreiking van een erezwaard door de Venezolaanse president Marcos Peres Jiménez aan vice-admiraal Wolfgang Larrazábal in juli 1957 is ook verbeeld. Ruim 5 maanden later begon een opstand tegen de dictatuur van Jiménez. Larrazábal stond aan het hoofd van de militaire junta die hem ten val bracht. Een ander silhouet toont de overhandiging op 8 mei 1960 van het Kruis van het Legioen van eer, de hoogste en belangrijkste Franse nationale onderscheiding, door de Franse president Charles de Gaulle aan de opperbevelhebber van de NAVO generaal Maurice Challe. Hij kreeg de onderscheiding voor zijn verdiensten tijdens de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog. In de nacht van 21 op 22 april 1961 nam Challe echter deel aan een staatsgreep door enkele generaals van het Franse leger. Al op 26 april moesten zij hun nederlaag erkennen. Het laatste silhouet toont drie wereldleiders; de president van Egypte Mohammed Anwar al-Sadat, de Libische leider Moammar Abu Minyar al-Qadhafi en de Syrische president Hafiz al-Assad in de Libische stad Benghazi, tijdens de ondertekening van het akkoord over de oprichting van de Unie van Arabische republieken op 18 april 1971. Bron: folder uitgegeven door Museum Nagele.

De 8 contourbeelden die uit het grasveld voor het museum omhoog rijzen lijken letterlijk uit de klei getrokken, net als het dorp Nagele. De beelden zijn in grof beton gegoten, een mengsel van cement, grof toeslagmateriaal en water. Wiegman had aan de gladde platte zijde zwarte contouren van gezichten en kleding aangebracht die nu helemaal verdwenen zijn. Door de grove vormgeving zien de beelden eruit alsof ze de tand des tijds niet hebben doorstaan. Daardoor lijkt het net of ze even oud zijn als de omliggende gebouwen. 

Kunstenaar

Diet Wiegman is op 24 januari 1944 in Schiedam geboren. Hij studeerde van 1961-1965 aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. De keuze voor het kunstenaarschap kwam niet als een verrassing. zijn vader was de kunstenaar en bioscoopschilder Doop Wiegman (1908-1996) en zijn grootvader de schilder Gerard Wiegman (1875-1964). Diet Wiegman heeft zich nooit tot één discipline of thema beperkt. Hij is een multidisciplinaire kunstenaar en maakt tekeningen, schilderijen, sculpturen en werken in de openbare ruimte. Tijdens zijn kunstenaarscarrière heeft hij met veel materialen en technieken geëxperimenteerd. In 1974 maakte hij opvallend keramiek. Geen potjes en pannetjes, geen vertellende keramiek, maar zaken die in feite van totaal ander materiaal zijn zoals kranten, doeken, tassen en verroeste blikken. Als keramist is hij autodidact. Veel van Wiegmans activiteiten vinden plaats in het Keramisch Werkcentrum in Heusden, een facilitaire werkplaats voor individuele kunstenaars die met keramiek experimenteren en naar verdieping zoeken op hun vakgebied. De klei als oermateriaal, afkomstig van de aardkorst, fascineert hem. Onderzoek naar de eigenschappen van de klei, en naar de veranderingen, die zij tijdens bewerkingen ondergaat, leidde tot boeiende resultaten. Wiegman voegt objecten in diverse materialen samen tot composities of ‘environments’, waarin bepaalde gedachten betreffende de relativiteit en vergankelijkheid van alle dingen tot uitdrukking worden gebracht. Hierdoor kan zijn werk eigenzinnig en soms tegendraads genoemd worden.

Het werk van Wiegman is nooit zwaarmoedig en vaak verassend. In zijn werk komen vrijwel altijd tegenstellingen voor. Hij speelt serieus met schijn en werkelijkheid, met opbouw en af braak, met plat en ruimtelijk, met papier, foto's en allerlei (afval)materialen als glas, spiegels, karton, klei en hout. Hij speelt met kunst en kitsch, met waarheid en leugen, met vorm en tegenvorm, met grensoverschrijdingen en grenzen. Hij heeft internationale bekendheid verworven met zijn super realistische keramische beelden en optisch vernuftige licht sculpturen. In zijn schaduwwerk lijkt het object zelf vaak een onsamenhangende verzameling afval, maar wanneer er vanuit de juiste hoek licht op schijnt komt achter op de muur een tweede kunstwerk naar boven, de onverwachte schaduw van een op het oog abstract object. In de schaduwen komen bekende mensen en figuren naar voren die je niet in de kunstwerken zelf terug kunt zien. Wiegman houdt ervan de aanschouwer te prikkelen en speelt continu met het vervormen van clichés en wetmatigheden. Een bindende factor in Wiegmans diverse en omvangrijke oeuvre is speelsheid. 

Wiegman realiseerde vele beelden in de openbare ruimte en zijn kunstwerken bevinden zich  in musea en particuliere collecties in binnen- en buitenland, zoals Boymans van Beuningen, Groninger Museum, Frans Hals Museum, Museum Voorlinden en musea in Hamburg, Oslo en Trondheim.