Monument voor de Noordoostpolder
Plaats: Nagele
Locatie: A6, nabij de Ketelbrug
Kunstenaar: Gerard Koopman en Frank Bolink
Materiaal: baksteen / aluminium
Jaar: 1994
Beschrijving:
Rijdend vanaf Almere over de A6 ben je al 4 kunstwerken gepasseerd (de ‘A’ - Hans Koetsier, de Energienaald - Jan van Munster, de Olifanten - Tom Claassen en De Tong - Rudi van de Wint) als je over de Ketelbrug aan je rechterhand een huisje ziet staan. Het kunstwerk is ontworpen door het kunstenaarsduo Frank Bolink en Gerard Koopman uit Enschede. Zij hadden in 1990 van de gemeente Noordoostpolder een vrije opdracht gekregen. Het kunstwerk moest een symbool voor de polder worden en een blikvanger voor de automobilisten op de snelweg. Driekwart jaar heeft het duo rondgelopen voordat ze het idee op papier hadden. Aanvankelijk wilden ze het monument bovenop de dijk bouwen. Omdat de dijk een waterkerende functie heeft gaf dat problemen met Rijkswaterstaat. Daarom werd het kunstwerk geplaatst op een open stuk aan de Ketelmeerweg. Met balken en latten trokken de kunstenaars naar de plek en werkten daar hun plan op ware grote uit. In eerste instantie was het te breed voor hun gevoel, er moest een stuk afgezaagd worden. Zo ontstond een huis met een grondvorm van 3,00 x 8,00 m. Het was dus puur toeval dat de maatvoering gerelateerd is aan de standaard kavelgrootte van 300 x 800 m in de polder.
Aan de ‘poort’ van de Noordoostpolder staat het ‘Ketelhuisje’, zoals het in de volksmond heet, om de bezoekers eraan te herinneren dat zij de bodem van de zee betreden. Het huisje verbeeldt het bijzondere gegeven dat de Noordoostpolder onder zeeniveau ligt. Het huisje staat op een trampeziumvormige plattegrond. De schuine kanten hebben de kunstenaars bewust gemaakt om het huis flinterdun te laten lijken als je er langs rijdt, zo plat als een huis op een kindertekening. In een interview in Trouw zegt Bolink: "Kindertekeningen hebben een directheid waar volwassenen jaloers op kunnen zijn". Dit huisje is niet zomaar een huisje, het is ontworpen als monument voor de Noordoostpolder. Het herdenkt de strijd die geleverd is om van de zee land te maken. Het 12 m hoge huisje is opgetrokken uit ca. 30.000 rode bakstenen die doorlopen tot en met het puntdak en de schoorsteen. Een deel van de stenen is verzaagd voor de scherpe en stompe hoeken. Het metselwerk is in dezelfde kleur als de baksteen gevoegd. Uit de schoorsteen komt een, eveneens baksteen kleurige, aluminium rookpluim die ongemerkt over gaat in golven waarop een schip vaart. Rookpluim en golven vormen samen een windwijzer die met de wind om zijn as draait. De kunstenaars laten het schip op het voormalige zeeniveau, tegen de stroom en de wind, invaren. Dit overeenkomstig de opvatting dat het maken van land uit zee eigenlijk indruist tegen de natuurwetten.
'Monument voor de Noordoostpolder' is gemaakt in opdracht van het A.D. van Eckfonds en mede tot stand gekomen met financiele steun van de provincie Flevoland en de Junior Kamer Groot Schokland. In 1989 had een installatieproject van de Junior Kamer, een kunstveiling, een bedrag van ƒ 10.000,- opgeleverd dat voor 'Monument voor de Noordoostpolder' gereserveerd werd. Het kunstwerk is gerealiseerd door bouwbedrijf Roos Emmeloord B.V. en gevoegd door voeg- en stucadoorsbedrijf Portijk B.V. uit Lemmer. De windwijzer werd geleverd door Oostendorp Apparatenbouw uit Tiel. In totaal is er 2 maanden gewerkt aan de uitvoering. 'Monument voor de Noordoostpolder' werd op vrijdag 13 mei 1994 officieël onthuld door gedeputeerde Evert Vermeer. Tijdens de plechtigheid vertelde wethouder Joukje van den Berg-Otter dat er al in 1977 in een vergadering van het A.D. van Eckfonds gesproken was over een landschappelijk kunstwerk voor de Noordoostpolder. Dat het zo lang heeft geduurd lag volgens de wethouder voornamelijk aan het gebrek aan financiën en aan het vinden van een geschikte plek. De grond waar het kunstwerk geplaatst werd is eigendom van de Stichting Flevolandschap. Het kunstwerk heeft ruim ƒ 200.000,- gekost.
In het programma Beeldspraak van Omroep Flevoland worden de drie kunstwerken van Koopman en Bolink bij de toegangswegen van de Noordoostpolder besproken. Frans Pol heeft voor een studieopdracht in 2011 een mini documentaire gemaakt over het 'Ketelhuisje'.
Toen de 18e eeuwse zijden gordijnen in de Chinese Kamer van Paleis Huis ten Bosch in Den Haag, een van de ontvangstruimten in het woonpaleis van koning Willem-Alexander en koningin Máxima, versleten waren moesten er nieuwe komen. De werkplaats van het TextielMuseum in Tilburg maakte in 2022 in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf en de Dienst van het Koninklijk Huis nieuwe gordijnen naar ontwerp van de Haagse ontwerper Liesbeth Stinissen (1963). Een hi-tech borduurmachine, honderd handwerkliefhebbers uit verschillende handwerkclubs, verenigingen, sociale werkplaatsen en leerwerkplekken uit het hele land en koningin Maxima hebben de patronen geborduurd. Waar op de oorspronkelijke raambekleding een Chinese rivier te zien was, verbindt op de nieuwe gordijnen een meanderende rivierdelta waterwerken met architectonische iconen en dagelijkse taferelen uit de Nederlandse samenleving. Ook het 'Monument voor de Noordoostpolder' van Gerard Koopman en Frank Bolink is op de nieuwe gordijnen afgebeeld.
Kunstenaars
Gerard F. Koopman is op 17 februari 1938 geboren in Enschede. Van 1953 – 1957 studeerde hij aan de Academie voor Kunst en Industrie (AKI) in Enschede aan de afdeling architectonische vormgeving en is architect en beeldend kunstenaar. In 1957 werd hij stagair op de afdeling decorbouw bij de Nederlandse Televisie Stichting (NTS) en startte in 1960 zijn eigen architectenbureau.
Frank Elebert Bolink is op 31 januari 1943 geboren in Enschede. Zijn vader Jan Hendrik Bolink (1913 – 1998) was aan de Koninklijke Academie in Den Haag opgeleid tot tekenleraar. In 1936 vestigde hij zich als vioolbouwer en reparateur in Enschede. Van 1952 – 1975 was vader Jan docent en adjunct-directeur aan de Academie voor Kunst en Industrie (AKI) in Enschede waar Frank van 1960 – 1964 werd opgeleid tot binnenhuisarchitect. In 1964 startte Frank Bolink zijn eigen bureau. Later treedt hij ook als schilder, beeldhouwer en keramist naar buiten.
Gerard Koopman en Frank Bolink zijn beide verbonden geweest aan de AKI in Enschede. Naast het docentschap coördineerde Koopman de afdeling architectuur en Bolink doceerde meubelontwerp. Voorwaarde voor een docentschap aan de AKI was dat je een eigen praktijk als kunstenaar of vormgever onderhield en van daaruit les gaf. Van 1985 tot 2013 voerden Koopman en Bolink geregeld samen kunstprojecten voor de openbare ruimte uit. Het kunstenaarsduo woont en werkt in Enschede. Alhoewel ze van huis uit architecten zijn, vinden ze het leuker om beelden te maken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel van hun ontwerpen zich begeven op het grensgebied van beeldende kunst en architectuur. Het kunstenaarsduo maakt het liefst herkenbare dingen, waarmee bij nader inzien iets wonderlijks aan de hand is. Koopman en Bolink ontwikkelden een eigen stijl en een onnadrukkelijke vorm van visuele humor die bijdraagt aan het goede humeur van ieder die hun werk bekijkt. In 1986 maakten zij een toren voor het Twents psychiatrisch ziekenhuis in hun woonplaats Enschede. Verder vind je hun werk o.a. in Deventer, Paard en wagen (1993) – Enschede, glazen boot (1994) – Hellendoorn, twee hoofden met een loopbrug (1994) – Culemborg, tafel met huisje (1999) – Hardenberg, Beeldengroep (1999) – Berkelland, Huiselijk ongeluk (2001) – Haakbergen, Glazen bos (2003) – Leiderdorp, Vis op wielen (2004) – Noordoostpolder, Monument voor de NOP (1994), Boothuisje (2010) en Polderhuisje (2012).