De Baanbreker

De Baanbreker
De Baanbreker De Baanbreker De Baanbreker De Baanbreker De Baanbreker

Plaats: Ens

Locatie: Baan - Waterkant

Kunstenaar: Steef Roothaan

Materiaal: beton / brons

Jaar: 1989


Beschrijving:

Bij de ingang van het dorp Ens staat het kunstwerk 'De Baanbreker' van de beeldend kunstenaar Steef Roothaan. Het kunstwerk is gefinancierd met geld uit het A.D. van Eckfonds, dat toentertijd zoveel mogelijk kunst in de gemeente poogde te realiseren. Het kunstwerk werd in 1983 door de dorpsgemeenschap voor het 40-jarig bestaan in 1985 aangevraagd bij het fonds. Ens heeft 6 jaar op het kunstwerk moeten wachten. Hoewel het A.D. van Eckfonds zich in 1983 bereid verklaarde mee te werken aan het realiseren van een kunstwerk kwam om budgettaire redenen de zaak pas in 1985 op gang. In samenspraak met het Van Eckfonds kwam een deputatie van de dorpsgemeenschap tot uitgangspunten voor de opdracht waarbij het kunstwerk ondermeer een ingang- en aantrekkingsfunctie zou moeten gaan vervullen en qua vormgeving herkenbaar moest zijn. In het documentatiecentrum moderne kunst van de Culturele Raad Overijssel werden werken van verschillende in aanmerking komende kunstenaars bekeken. Na een grondige selectie ging de opdracht uiteindelijk naar Steef Roothaan. De kunstenaar was toentertijd echter zijn inspiratie kwijt, pas na een jaar lag er een ontwerp.

Het ontwerp sprak de 'kunstcommissie' van Ens en het A.D. van Eckfonds erg aan. Het college van adviseurs beeldende kunstopdrachten gaf de volgende slotbeoordeling over het ontwerp: "Roothaan heeft heel goed het spanningsveld aangevoeld tussen het dorp, de mensen, het nieuwe land (dat niet zo nieuw is dan men denkt) en het onderwerp van de opdracht, het antwoord van de beeldende kunst op de gegeven opdrachtsituatie. Hij heeft zijn uitgangspunten voor zijn beelden geordend voor de locatie in Ens. Vorm en beeld zijn zichzelf gebleven. Beeld en omgeving vloeien samen. Het beeld heeft een dorp getekend". Roothaan kreeg opdracht om een begroting te maken. Ook dat duurde geruime tijd. De kunstenaar begrote dat het kunstwerk ƒ 47.000,- zou gaan kosten terwijl er in eerste instantie maar ƒ 35.000,- beschikbaar was. Het Van Eckfonds vond dat het dorp het ontbrekende bedrag maar moest ophoesten. De vereniging voor Dorpsbelang stond op het standpunt dat het niet hun taak was om een kunstwerk te financieren. In 1988 bleek de gemeente Noordoostpolder bereid om met geld uit een provinciale kunstbijdrage het gat te dichten. Het kunstwerk werd op 21 september 1989 onthuld en officiëel door de gemeente overgedragen aan de dorpsgemeenschap. De onthulling, die verricht werd door dorpsvoorzitter Piet Baars, liep vertraging op omdat de kunstenaar later kwam opdagen dan gepland. Tijdens de plechtigheid memoreerde mevrouw Joukje van den Berg-Otter als wethouder van culturele zaken en als voorzitter van het A.D. van Eckfonds dat het van alle kunstwerken in de gemeente Noordoostpolder het meest besproken was, voordat het er eindelijk was. Vanwege het prijskaartje en de jarenlange geschiedenis die het erop had zitten. De heer G. Boeschoten, staflid beeldende kunsten van de Culturele Raad Overijssel toen de Noordoostpolder nog onder Overijssel viel, prees de kunstenaar om zijn gave twee kunstdisciplines te verenigen, de teken- en de beeldhouwkunst. "Het kunstwerk nodigt de kijker uit tot associatie. De kunstenaar zelf geeft zijn verbeelding niet prijs". Het deed Boeschoten deugd dat er ten tijde van de financiële perikelen rond het ontwerp geen concessies waren gedaan aan de kwaliteit, hetgeen getuige van karakter van de kunstenaar. 

Steef Roothaan vertelde tijdens de onthulligsplechtigheid dat hij Ens na zijn eerste kennismaking in 1985 zag als een dorp van pioniers. Hij had een werkstuk willen maken dat uitdrukking gaf aan die mentaliteit. Het kunstwerk symboliseert de onverzettelijkheid, de vastberadenheid, het optimisme en tevens het individualisme van de eerste polderpioniers. Roothaan bekende aan de schepping ervan veel plezier te hebben beleefd en was erg gelukkig met de locatie. Vervolgens droeg hij zijn creatie symbolisch over aan dorpsvoorzitter Piet Baars. Het kunstwerk bestaat uit twee delen. Een negen meter lange betonnen muur met een hellend vlak en daarvoor op een sokkel van gewapend beton, een bronzen beeld van een man. De werkzaamheden voor de betonnen muur en de zuil zijn uitgevoerd door het plaatselijke aannemersbedrijf J.G. van Egmond B.V.. Het silhouetachtige bronzen figuur is aan de voor- en achterzijde 'plat', als het ware uitgesneden. Het grafische en lineaire karakter van het beeld is terug te voeren op de voorliefde van Roothaan voor tekenen. De bewust nagestreefde platheid is in het werk van de kunstenaar een constante. De voorstelling is figuratief en sterk gestileerd, terug gebracht tot de essentie, de polderwerker. In zijn bedrieglijke eenvoud heeft het beeld een enorme zeggingskracht gekregen. De voorovergebogen figuur loopt in de richting van het noordwesten en trotseert de elementen. De muur staat voor het oude land waarvandaan de man vertrekt naar zijn werk in de polder. In het programma Beeldspraak van Omroep Flevoland vertelt Roothaan waarom hij het kunstwerk in twee materialen heeft uitgevoerd. Hij koos voor beton omdat dit past bij de robuustheid en de onverzettelijkheid van de figuur. Over de keuze om de figuur in brons uit te voeren zegt de kunstenaar: "Dat heb ik gedaan omdat dat de mogelijkheid gaf een scherpe contour neer te zetten op dat formaat, dat had in beton nooit gekund".

Roothaan is gefascineerd door monumenten. Vaak wordt een figuratief beeld op een hoge sokkel geplaatst. De verhoudingen tussen voetstuk en beeld zijn uit hun gebruikelijke verband gerukt en de verhoudingen lijken zoek. Roothaan maakt beelden die in directe relatie met de omgeving staan. Door de keuze van de plek en de zware basisvormen waaruit het kunstwerk is opgebouwd laat de kunstenaar hier het individu een relatie aangaan met het oude en het nieuwe land. Tevens gaat het een relatie aan met de bebouwde omgeving en het weidse onbegrensde polderlandschap. Het kunstwerk brengt, door zijn enorme omvang, een algemeen besef van nietigheid bij de beschouwer teweeg.

Bij de onthulling op 21 september 1989 had het kunstwerk nog geen naam. Op uitnodiging van carnavalsvereniging 'De Kleiduikers’ is de naam door de Enser bevolking aangedragen. Er kwamen maar liefst zeventig suggesties binnen. Bij vijf daarvan ging het om Baanbreker. Deze naam werd unaniem door de jury uitgekozen als zijnde synoniem voor pionier door wiens mentaliteit de kunstenaar zich had laten inspireren, maar ook als het cryptische aspect dat verwijst naar de Baan waaraan het kunstwerk staat. Op 24 februari 1990 maakte Prins Bert I de naam bekend en droeg een plaquette symbolisch over aan dorpsvoorzitter Piet Baars. Voor het bevestigen van de plaquette moesten de juryleden, waaronder wethouder Joukje van den Berg-Otter, elk een schroef aandraaien. Het kunstwerk 'De Baanbreker' is het tweede autonome kunstwerk dat in Ens geplaatst werd. Het eerste kunstwerk was aangeboden door dokter Iwema bij zijn 25-jarig jubileum als arts.

Bron: Flevokunstkaart en De Noordoostpolder. 

Kunstenaar

Steef Roothaan is in op 9 januari 1954 in Nijmegen geboren. Hij studeerde van 1973 tot 1979 beeldhouwen aan de kunstacademie van Rotterdam. Hij is, naast beeldhouwer en tekenaar, als docent verbonden aan dezelfde academie, die sinds 1998 de nieuwe naam Willem de Kooning Academie draagt.

Vanaf begin jaren tachtig maakt Roothaan silhouetachtige beelden. Het grafische en lineaire karakter van de beelden is terug te voeren op zijn voorliefde voor tekenen. In hun bedrieglijke eenvoud hebben ze een enorme zeggingskracht gekregen. Later won de behoefte aan satire en discussie over beeldvorming het van de uitgangspunten die zijn vroege werk beheersten en die vooral dieper ingingen op sculpturale vragen over de relatie tussen vorm en inhoud, beeld en beelddrager, lijnvoering, dimensies en mathematische wetmatigheden. In zijn werk tracht Roothaan beeld en locatie met elkaar te verbinden. Hij is gefascineerd door monumenten. Vooral het buiten geproportionele van de sokkel ten opzichte van het beeld inspireerde hem om dit verschijnsel te onderzoeken. Soms maakt hij het voetstuk gelijkwaardig, soms overdreven groot ten opzichte van het beeld. Het begrip 'monument' is dan ook een belangrijk gegeven in zijn werk. Voor Roothaan is een monument vooral een ruimtelijk object dat een maat toekent aan de ruimte waarin het geplaatst wordt. Vaak wordt een figuratief beeld op de sokkel geplaatst. Zijn ronde, elegante, dromerige figuren zijn ontdaan van elke belangrijkheid. 

Roothaan: "Het monument heeft een belangrijke plaats binnen de beeldhouwkunst. Doorgaans memoreert het leed, verbeeldt het maatschappelijke deugden, of is het de representatie van een (eens) gevestigde hiërarchie. Maar meer dan dat is het een moment in zijn omgeving, een accent op een plein, een object dat de verbeelding in werking zet en een maat toekent aan de ruimte".

In de provincie Flevoland vind je werk van Roothaan in Ens (NOP) en Almere. Verder vind je o.a. in Hengelo, Ritthem (Walcheren), Amsterdam Zuid-Oost en Zederik kunstwerken. Ook is werk van Roothaan te vinden in het museum Beelden aan Zee te Scheveningen, het Jan Cunencentrum te Oss en het Stedelijk Museum Zwolle.