Dubbelvorm 5

Dubbelvorm 5
Dubbelvorm 5 Dubbelvorm 5 Dubbelvorm 5 Dubbelvorm 5 Dubbelvorm 5

Plaats: Emmeloord

Locatie: Europalaan

Kunstenaar: Carel Visser

Materiaal: gelakt staal

Jaar: 1969


Beschrijving:

In de vijver aan de Europalaan staat een 4 meter hoge constructie van zwart gelakt staal, gemaakt door de kunstenaar Carel Visser. Het kunstwerk 'Dubbelvorm 5', dat in Emmeloord kortweg 'Dubbelvorm' genoemd wordt, werd op 30 april 1969 onthuld door de heer A.E. (Bert) Brons († 2009) die tot hij in 1969 Directeur van de Culturele Raad Drenthe werd, voorzitter was van de Culturele Raad van Noordoostpolder. Onder de gasten bevonden zich behalve vertegenwoordigers van het gemeentebestuur en van het bestuur van het A.D. van Eckfonds, ook de man waarnaar het fonds vernoemd is. Carel Visser, die eveneens aanwezig was, vertelde dat het kunstwerk geïnspireerd was op dansende en parende ooievaars. Ieder jaar verlevendigde ooievaars in zijn geboorteplaats Papendrecht met hun liefdesspel de omgeving. Twee ooievaars op het dak van de buurman wekte zijn belangstelling als kunstenaar. Hij bleef er jaren mee bezig en bereikte talloze variaties op het motief parende dieren. Variaties die van de weergave van de natuur zijn opgeklommen tot abstracte objecten. Maar volgens de kunstenaar hoeft niemand er overigens dansende en parende ooievaars in te zien, het beeld is abstract, iedereen mag het nemen zoals het er staat. 

bron: www.emmeloord.info

Bron: www.emmeloord.info

'Dubbelvorm 5' is een goed voorbeeld van een constructivistisch beeld waarbij de kunstenaar zich ten doel heeft gesteld door een logisch systeem van vorm en verhouding te komen tot een meetkundige abstractie. Het kunstwerk komt voort uit een reeks van 6 werken met de gezamenlijke titel 'Dubbelvorm', die de kunstenaar maakte in 1957-1958. Visser begon aan de serie in de tweede helft van 1957 nadat hij teruggekeerd was van een studiereis van een half jaar naar Sardinië, waar hij veel natuurstudies had gemaakt waaronder van een rotsachtig eiland en zijn weerspiegeling in het water. Verschillende werken uit de serie heeft Visser later opnieuw door een Brabantse constructiewerkplaast laten vervaardigd als grote monumentale beelden die om veel ruimte vroegen. De dubbelvorm in Emmeloord, die ruim 20.000 kg weegt, is de één na laatste. De laatste uit de reeks, 'Dubbelvorm 6' of 'De Poort' zoals hij in de volksmond genoemd wordt, staat in Groningen. Over 'Dubbelvorm 5' schreef Visser in de publicatie 'Enige opmerkingen over mijn beelden' (1987) het volgende: "De meest ingewikkelde, architectonische van de serie. Doet denken aan de Amsterdamse School. Staat m.i. op te kleine vlakken. Eindigt boven wèl goed".

De dubbele symmetrie was in de jaren 1950 een belangrijk ordeningsprincipe voor Visser. 'Dubbelvorm 5' bestaat uit een aaneenschakeling van rechthoekige vormen die meervoudig symmetrisch gerangschikt zijn. De voorkeur voor symmetrie komt voort uit de behoefte om de vormen zo op elkaar af te stemmen dat er een balans, een natuurlijk evenwicht, ontstaat. Door de symmetrie en de gelijkmatige verdeling van horizontale- en verticale richtingen spreken we van een statische compositie. Van een afstand lijkt het alsof het kunstwerk Dubbelvorm 5 en de omgeving een dialoog aangaan. Door de weerspiegeling in het water krijgt de naam van het object een extra betekenis. Carel Visser vertelde in een interview met NRC Handelsblad in juni 1994: "Ik geef mijn titels altijd achteraf. Als mijn galeriehouder zegt: en nu nog de titels, dan zeg ik: over tien minuten heb je ze. Vaak zijn mijn titels beschrijvend. Een titel is een handvat voor de kijker om het beeld te snappen. En hij moet ook de sfeer weergeven". De titel 'Dubbelvorm' verwijst naar de elkaar spiegelende vormen die tevens omkeerbaar zijn. Visser onderzocht de plastische effectiviteit van herhaling, spiegeling, symmetrie, kanteling en stapeling. In 'Dubbelvorm 5' laat Visser het staal uitgroeien, versmallen, uitdijen en weer versmallen. De interactie tussen massa en ruimte is erg belangrijk. Carel Visser maakte zijn beelden niet voor een specifieke plek. Het ging hem niet om de sculptuur in de omgeving, maar om de specifieke (ruimtelijke) eigenschappen van de sculptuur zelf. 

De kleine versie van 'Dubbelvorm 5' uit 1958 is in het bezit van het Kröller Müller Museum. Bronzen versies van Dubbelvorm 5 en 6 staan sinds 1998 gebroedelijk naast elkaar in Eindhoven en hebben daar de naam 'Vogels' gekregen. 

Kunstenaar

Carel Nicolaas Visser is op 3 mei 1928 in Papendrecht geboren. De liefde voor kunst en cultuur zijn Carel met de spreekwoordelijke paplepel ingegeven. Zijn vader Arie Visser was een civiel ingenieur met een artistieke belangstelling, hij verzamelde kunst. Doordat zijn vader een groot aannemersbedrijf had, groeide Carel op tussen bouw- en constructiematerialen. Van de arbeiders in het bedrijf leerde hij als jongen al lassen, houtbewerken en andere ambachtelijke vaardigheden. Na zijn middelbare schoolopleiding studeerde hij van 1948 - 1949 architectuur aan de Technische Hogeschool in Delft. Toen ontdekte hij dat hij zich vooral interesseerde voor het omgaan met massa's en volumes maar niet voor de technische en functionele aspecten van architectuur. Hij besloot beeldhouwer te worden. Van 1949 -1951 volgde hij lessen aan de Koninklijke Academie van Schone Kunsten in Den Haag. Na een studiereis in Engeland en Frankrijk vestigde hij zich in 1952 als zelfstandig kunstenaar in Amsterdam. Visser geeft van 1958 - 1962 les aan de Koninklijke Academie van Den Haag. Van 1963 - 1998 doceert hij aan het Atelier '63 in Haarlem. 

In het Nederland van na de Tweede Wereldoorlog, waar de beeldhouwkunst nog gedomineerd werd door de figuratie van de beeldhouwlessen van Esser en Bronner aan de Amsterdamse Rijksacademie, speelde het werk van Carel Visser een zeer bepalende rol. Zijn eerste beelden zijn expressionistisch van karakter (Vogel 1948, Stervend paard 1949). Daarna maakte hij ver doorgevoerde abstraheringen van natuurmotieven in ijzer. Begin vijftiger jaren ontstond het thema van twee gespiegelde vogels, boven elkaar zwevend, aan kop en staart met elkaar verbonden. Carel Visser heeft de vogelvormen teruggebracht tot het meest eenvoudige, het meest essentiële. Aspecten van de natuur die Visser boeiden zijn vormprincipes als symmetrie, spiegeling en herhaling van vormen. Vooral in de jaren vijftig heeft hij zich hiermee beziggehouden. De dubbele symmetrie was tekenend voor Vissers vormonderzoek van die tijd. Zelf zei Visser dat hij zijn beelden niet symmetrisch wilde maken, maar dat ze symmetrisch werden. 

Na deze tijd kwam hij tot zijn abstracte 'dubbelvormen', palen uit ijzer als tweelingen met groot gevoel voor maatverhouding en spanning tot monumenten gemaakt in samenspel met de architectuur. Na 'dubbelvormen maakte hij 'salamibeelden', als basis ijzeren balken in bepaalde wiskundige verhoudingen gestapeld en als contrapunt in eenzelfde wiskundige verhouding stukken ijzer erop of ernaast geplaatst als verschuivingen in deze getalsharmonie. In 1960 werden de vormen eenvoudiger en zocht hij meer naar openheid en ritme. Zijn beelden zijn abstracte en mathematische (wiskundige) constructies. In deze tijd werkte Visser het liefst met ijzer en (vaak roestig) staal en bij voorkeur in de vorm zoals het de fabriek verliet, in platen, stroken, blokken of balken. Vormen en figuren werden herhaald en gevarieerd. In 1968 vertegenwoordigde Visser Nederland op de 34e Biënnale van Venetië. Centraal in het Rietveldpaviljoen stond 'Dubbelvorm 6', een 4 meter hoge sculptuur opgesteld. Daaromheen kleinere plastieken aangevuld met tekeningen en wandreliëfs. Door de internationale jury van de Biënnale werd aan Carel Visser de David E. Bright Foundation award voor de beste beeldhouwer onder de 45 jaar toegekend. In 1972 ontving Carel Visser de Staatsprijs voor Beeldende kunst en Architectuur uit handen van toenmalig minister Piet Engels van CRM. 

Na Vissers 'harde' composities van metalen balken en staven ontwikkelde hij de 'slappe' kubistische plastieken, waarbij metalen delen door middel van leren scharnieren werden bevestigd, zodat vormveranderingen mogelijk zijn. In de jaren 80 van de 20e eeuw verliet Visser de geometrische vormen en maakte beelden, die zijn opgebouwd uit natuurlijke materialen als veren, schelpen, wol, zand, touw, hout enz. Zijn beelden werden meer en meer intuïtieve (vanuit de intuïtie) assemblages. Bij deze assemblages (samengestelde beelden) maakte hij gebruik van gevonden 'rommel' zoals tractorbanden, autoruiten en balken. Zijn werken uit deze periode zou men environments kunnen noemen, in tegenstelling tot het meer sculpturale werk van ervoor. In 1999 verhuisde Visser naar Zuid Frankrijk.

Carel Visser zei eens: “Je kunt in je leven op een gegeven moment kiezen voor het voortbouwen op wat je hebt bereikt, voor het uitbouwen van de plaatsen die je bezet. Maar je kunt ook kiezen voor het avontuur. En dan zet ik me in mijn werk toch af tegen wat er is en kies ik voor wat er nog niet is". Op 30 augustus 2004 kreeg Carel Visser op Paleis Het Loo de Wilhelminaring uitgereikt, een oeuvreprijs die om de 2 jaar wordt toegekend aan een vooraanstaand Nederlandse beeldhouwer. Volgens de jury verdiende Visser de prijs, omdat hij samen met de kunstenaars Wessel Couzijn, Andre Volten en Shinkichi Tajri het gezicht van de moderne beeldhouwkunst in Nederland heeft bepaald. Als onderdeel van de prijs verstrekte de gemeente Apeldoorn een opdracht voor een beeld in het Sprengenpark. Visser maakte 'Meer' het vierde beeld in deze Wilhelminaringcollectie. De prijs is in 1998 in het leven geroepen ter gelegenheid van het feit dat het vijftig jaar geleden was dat Wilhelmina afstand deed van de troon. Carel Visser is op 1 maart 2015 op 86-jarige leeftijd overleden in zijn Franse woonplaats Le Fousseret. Zijn onderwerpen, stijl en materialen wisselden door zijn hele loopbaan heen. Plant en dier bleven zijn grote bronnen van inspiratie.

In Flevoland zijn beelden van Carel Visser te vinden in Emmeloord en Zeewolde.

Op de onlineveiling Made in Holland van veilinghuis Christie’s die op 6 oktober 2021 gehouden werd is de metalen sculptuur Tweedekker (Dubbelvorm 3) van Carel Visser verkocht voor 300.000 euro. De opbrengst was geraamd op 30.000 tot 50.000 euro.