Spelende paarden

Spelende paarden
Spelende paarden Spelende paarden Spelende paarden Spelende paarden Spelende paarden

Plaats: Creil

Locatie: Graaf Florislaan

Kunstenaar: Monica van Panthaleon van Eck

Materiaal: brons

Jaar: 1967


Beschrijving:

Op het dorpsplein aan de Graaf Florislaan staat het kunstwerk 'Spelende paarden' dat op 30 april 1968 onthuld werd door burgemeester F.M. van Panthaleon baron van Eck. In 1967 behaalde Creil het hoogste aantal punten in de Dorpen-race die, ter gelegenheid van '25 jaar droog', voor de dorpen in de Noordoostpolder was uitgeschreven. Dat jaar werd het zilveren jubileum van de Noordoostpolder gedurende 3 maanden gevierd. Tijdens de festiviteiten wedijverden de 10 dorpen op meer dan één gebied met elkaar. Emmeloord kon om practische redenen niet meedoen aan de wedloop omdat de jurering dan te moeilijk zou zijn geweest. Voor het dorp dat de beste prestaties leverde was een prijs. Het bestuur van het A.D. van Eckfonds had de dochter van de burgemeester, de kunstenares Monica van Panthaleon barones van Eck, in maart 1967 opdracht gegeven om voor het winnende dorp een beeld te maken. 

Op 20 mei, de openingsdag van het feest, liepen leden van Atletiekvereniging Noordoostpolder (AV NOP) in estafette van Den Haag via de afsluitdijk en het standbeeld van ir. Lely, naar Emmeloord om daar op De Deel een kopie van het Koninklijk Besluit tot droogmaking van de Noordoostpolder te overhandigen aan burgemeester van Panthaleon baron van Eck. Nadat de lopers op De Deel gearriveerd waren ontstak wethouder Freek Polter bij 't Voorhuys een gasvlam die tot 9 september zou blijven branden. Diezelfde dag liepen estafettelopers van de gemalen Buma, Smeenge en Vissering naar Emmeloord. Zij namen deel aan een interdorpen wedstrijd onder het motto '25 jaar in 5 uur'. Op De Deel maten de 10 dorpen die dag elkaars krachten. Emmeloord bouwde (buiten mededinging) een 10 meter hoge toren die in 11 vitrines de 'polderverlangens' weergaf. Ieder dorp moest een groot 'levend tableau' maken waarin een facet van het leven in de 25 jaar geleden drooggelegde polder werd uitgebeeld. Creil bracht de straatnaamgeving in beeld. In het tableau werd de achtergrond gevormd door het Creiler woud. Op de voorgrond stond een man naast een waterput. "De man was Iglo Tadema, een rijk man die een boerderij aan de noordkant van het Creiler woud bezat met veel land en vee. Tientallen mensen waren bij hem in dienst. Wanneer hij land kocht met lijfeigenen verklaarde hij hen vrij. Ze bleven graag voor hem werken. Voor zijn volk en zijn vee was veel drinkwater nodig. Op 12 juli 808 liet hij een put graven op zijn erf, maar hoe diep men ook groef er kwam geen water. Toen Tadema op de avond van de 16e juli naar de nog altijd droge put liep, hoorde hij daaruit een vreselijke stem roepen: 'Vlucht hier vandaan, vlucht hier vandaan!' Toen hij in de put keek zag hij dat er water de put in stroomde. Dit water bleek echter zout water te zijn, een voorspelling dat dit land nog eens zee zou worden. Iglo Tadema stierf drie weken na dit voorval en werd in Staveren begraven. Tijdens de storm van 1 op 2 november 1170 werd het Creiler woud verzwolgen door de Zuiderzee". De Iglo Tademastraat is vernoemd naar de hoofdpersoon uit dit verhaal. Door dit voorval werd het Creiler woud ook wel Woud van Ongenade genoemd. Aan deze bijnaam dankt de Weg van Ongenade zijn naam. 

Tijdens de sportolympiade, die gehouden werd van 20 mei tot 1 juli, moesten de 10 dorpen onderling uitmaken wie van hen het sportiefste dorp van de polder was. Op 9 september, de slotdag van het zilveren jubileum, vond op De Deel een corso plaats waaraan ieder dorp met een wagen deelnam. Elke wagen toonde een facet van de Noordoostpolder dat begon met ir. Lely, die als minister van Waterstaat het IJsselmeer liet inpolderen en eindigde met een visser die op de dijk naar het nieuw herwonnen land keek. Tijdens de slotavond werden in de Schouwburgzaal de diverse uitslagen bekend gemaakt. Bij de sportolympiade eindigde Creil niet bij de beste drie, maar met het tableau op 20 mei behaalde het dorp met 28 punten de hoogste score. Met het corso werd Creil tweede en bij de jaarlijkse 'dorpenkeuring' van de afdeling Noordoostpolder van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde eindigde het met 53 punten op een gedeelde tweede plaats. Creil behaalde over alle wedstrijdelementen het hoogste aantal punten. Vandaar dat het dorp als overall winnaar uit de bus kwam en 'De Springende Paardjes', zoals het kunstwerk destijds genoemd werd, toegewezen kreeg. Het kunstwerk was nog niet in brons gegoten, alleen het gipsmodel was in de zaal aanwezig en werd onthuld door de beeldhouwster Monica van Panthaleon van Eck en mevrouw A. van de Zwaag-Pilat, secretaresse van het A.D. van Eckfonds. Een paar weken na de prijsuitreiking werd het bronzen kunstwerk in Creil geplaatst. En dat men er in Creil blij mee was bleek uit de woorden van de heer D.A. Hanse, voorzitter van Dorpsbelangen Creil. Tijdens de onthullingsplechigheid van het kunstwerk 'Spelende paarden' op 30 april 1968 memoreerde hij nogeens de moeite en de beloning van de gemeenschap in Creil om een dergelijk hoog resultaat in de wedstrijd te behalen.

'Spelende paarden' is een figuratief kunstwerk. We zien twee paarden die op hun achterbenen tegenover elkaar staan. Het lijken naturalistisch vormgegeven paarden, maar bij nadere beschouwing blijken de paarden slechts aanzetten van de voorbenen te hebben. Door de reductie van de ledematen is een beweeglijker en daardoor intrigerend beeld ontstaan. Aan de huid kun je zien dat de paarden eerst gemodelleerd zijn voor ze in brons werden gegoten. Dat gieten doen de meeste kunstenaars niet zelf, dat gebeurd in een daartoe gespecialiseerde bronsgieterij. 'Spelende paarden' is ongeveer 50 cm groot en is op een betonnen sokkel geplaatst zodat de plastiek op ooghoogte staat. Het bruine brons is gepatineerd en heeft een donkere antracietachtige kleur dat de paarden een natuurlijke lichte glans geeft op plaatsen waar het licht op valt. Dit geeft een licht-donker contrast en sterk ruimtelijk effect.

Bron: De Noordoostpolder

Kunstenaar

Jacoba Gijsberta (Monica) van Panthaleon barones van Eck is op 23 november 1939 in ziekenhuis 'de Lichtenberg' in Amersfoort geboren en bracht haar jeugd door in Steenwijkerwold waar haar vader François Marinus van Panthaleon baron van Eck (1908-1993) burgemeester was. Haar moeder, Jacoba Elisabeth barones van Haersolte (1917-2011) schilderde en beeldhouwde en haar grootmoeder Jacoba Gijsberta van Haersolte-de Lange (1897-1974) was actief als schilderes. Het kunstzinnige zat dus echt in de familie. Haar ouders gingen in 1956 uit elkaar. Monica van Panthaleon van Eck studeerde 1 jaar aan de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers in Amsterdam. Daarna vervolgde zij haar studie van 1960-1965 aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam waar de beeldhouwers Piet Esser, Paul Gregoire en Cor Hund haar leermeesters waren. In 1969 trouwde Monica van Panthaleon barones van Eck met Jhr. Ivar Elias. Monica Elias-van Panthaleon van Eck is beeldhouwer en tekenaar. Haar werk is overwegend figuratief. In beelden en tekeningen weet Monica trefzeker het eigene van haar onderwerpen te vangen in houding en blik. Haar uitgangspunt is het wezen van het onderwerp begrijpen en dit in beeldtaal om te zetten. Daarin zoekt zij naar de kracht en het ritme van haar figuren en realiseert zich al boetserend dat zij het liefst een monumentaal sculptuur wil creëren. Zo ontstaan krachtige, evenwichtige beelden met een grote zeggingskracht en herkenning. Haar beelden zijn niet het product van passen en meten, maar expressief gevormd vanuit een doorleefd voelen van het wezen dat zij uitbeeldt. 

In Creil staat Spelende paarden (1967), in Emmeloord hangt Dravende paarden (1968), in Amsterdam vind je een Ruiterstandbeeld, in Schoonebeek 'Baltsende korhoenders' (1971), in Oegstgeest 'Willibrord en Schip' (1990), in Arnhem 'Grietje' (2002) en in Maastricht beeldje voor hofje Sint Maartenshuizen (2015).

.