Kokmeeuwen

Kokmeeuwen
Kokmeeuwen Kokmeeuwen Kokmeeuwen Kokmeeuwen Kokmeeuwen

Plaats: Blankenham

Locatie: Hammerdijk

Kunstenaar: Evert den Hartog

Materiaal: brons

Jaar: 2001 / 2009


Beschrijving:

Blankenham was een zelfstandige gemeente tot het in 1973 bij IJsselham werd gevoegd. Sinds 2001 behoort het tot gemeente Steenwijk welke op 1 januari 2003 hernoemd werd in Steenwijkerland. In het kader van de herindeling heeft de toenmalige gemeente IJsselham de inwoners van Blankenham een kunstwerk geschonken. Het beeld ‘Kokmeeuwen’ is voor het bedrag van ƒ 25.000,- gemaakt door de Rotterdamse kunstenaar Evert den Hartog en herinnert aan de tijd voor de inpoldering. Het kunstwerk bestaat uit vier meerpalen met op drie ervan bronzen kokmeeuwen. Het figuratieve kunstwerk werd op de Hammerdijk geplaatst, op de grens van het oude- en het nieuwe land. Vier krijsende meeuwen, de vleugels gespreid. Eén is er opgevlogen en zweeft vrij in de lucht, slechts met de vleugelpunt met één nog zittende meeuw verbonden. Den Hartog heeft zich verdiept in hun karakters, in hun motoriek, in hun gewoonten en onderlinge communicatie, om de essentie van hun vorm te doorgronden.

Begin december 2002 verdween één van de meeuwen van zijn sokkel. Ruim een jaar is de middelste kokmeeuw weggeweest, voordat hij op oudejaarsdag 2003 teruggeplaatst werd. Maar het kunstwerk werd niet met rust gelaten. Nadat eerder de buitenste beelden gestolen waren werd in de nacht van 23 op 24 juni 2007 ook de laatste meeuw ruw van de metershoge paal getrokken. De vogel lag in stukken op de grond. Omdat het kunstwerk zo goed bij het voormalig Zuiderzeedorp paste, heeft de Commissie Beeldende Kunst Steenwijkerland eind 2007 contact opgenomen met kunstenaar Evert den Hartog. De mallen, waaruit de kunstenaar de meeuwen destijds liet gieten, waren echter opgeruimd. Daarom heeft Den Hartog nieuwe meeuwen geboetseerd en eigenhandig in brons gegoten. Om in de toekomst vernielingen en diefstal te voorkomen is het kunstwerk in 2009 in de 'zwemkolk' aan de voet van de dijk geplaatst. De kolken in Blankenham hebben een historische naam die verwijzen naar dijkdoorbraken, met uitzondering van de kolk waar het kunstwerk 'Kokmeeuwen' in geplaatst is. 

Op de dijk bleven de vier lege meerpalen staan. Op één der palen werd een beeld van een opgetuigd koggeschip geplaatst, dat daar tot het najaar van 2018 heeft gestaan. De maker van dit beeld is onbekend. De kogge, gemaakt van metaaldraad, is afkomstig uit het wapen van Blankenham dat op 27 december 1892 per Koninklijk Besluit door de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Blankenham werd toegekend. Blankenham voerde tot het eind van de 19e eeuw geen eigen wapen. Aanleiding voor het aanvragen van een gemeentewapen was de bouw van een nieuwe vergaderzaal voor de Staten van Overijssel. In de ramen van deze zaal zouden de wapens van de diverse gemeenten opgenomen worden. Het wapen van Blankenham bestaat uit een sprekend element, een inham voor schepen en het wapen van de graven van Kuinre, heersers in het gebied. Redengeving was, dat daar ooit een luwe inham aan de Zuiderzeekust had gelegen, waar de handelsschepen bij stormachtig weer voor anker konden gaan. Toen Blankenham in 1973 met de buurgemeenten werd samengevoegd bleef de kogge gehandhaafd. De nieuwe gemeenten IJsselham kreeg een zogenaamd schuin gevierendeeld wapen met daarop de voornaamste elementen van de gemeentewapens van Oldemarkt (hand), Kuinre (zwaan), Steenwijkerwold (geankerd St. Andrieskruis) en Blankenham (kogge). 

Kunstenaar

Evert den Hartog is op 20 april 1949 in Groot-Ammers geboren. Van 1970 – 1975 studeerde hij aan de Academie voor beeldende Kunsten in Rotterdam en kreeg daar onder andere les van Bram Roth, Arie Teeuwisse en Gijs Voskuil.

Ondanks dat Den Hartog als beeldhouwer werkzaam was in een tijd dat de kunst onderhevig was aan de naoorlogse avant-gardistische experimenten, kiest hij voor figuratief. Na een aantal jaren in keramiek gewerkt te hebben besluit hij met een collega om zelf beelden in brons te gaan gieten. Door het werk in de bronsgieterij leert hij het vak in al zijn facetten kennen. Zijn onderwerpen zijn mensen en dieren in allerlei variaties. Den Hartog weet een zekere spanning en een illusie van beweging en evenwicht in zijn beelden vast te leggen. Steeds weer is hij op zoek naar een 'beeld' wat een moment van spanning even stilzet, om de toeschouwer dit bewuste moment te laten zien. Door nieuwe technieken is het werk van de kunstenaar veranderd. Boetseerde Den Hartog in het verleden zijn figuren, tegenwoordig werkt hij met polyuethaan schuim om de vormgeving van zijn diersculpturen tot het uiterste te perfectioneren. Hierbij wordt de vorm niet, zoals bij de werkwijze met klei, was of gips, van binnen naar buiten gemodelleerd. Hij brengt de vorm die hij wil maken eerst op het schuimblok aan. Daarna wordt de ruimtelijke vorm volgens de traditionele haktechniek uit het materiaal gesneden en gevijld. Daarbij werkt de beeldhouwer van buiten naar binnen. Het strakke lijnenspel dat de beelden van Den Hartog typeren, verkrijgt hij door middel van een intensieve plamuurbehandeling. De figuratie wordt meer en meer geabstraheerd. De beelden van beesten zijn vrij minimalistisch uitgevoerd, maar toch blijven ze duidelijk herkenbaar. Den Hartog liet zijn beelden gieten bij Fonderia Artestica Mariani in Italië. Tegenwoordig worden ze gegoten bij de Belgische kunstgieterij Art Casting. Een recente ontwikkeling in zijn werk zijn de grote beelden, uitgevoerd in polyester.