Nationaal Binnenvaart monument
Plaats: Schokland
Locatie: Oud Emmeloord
Kunstenaar: Ids Willemsma
Materiaal: gecoat staal
Jaar: 2009
Beschrijving:
Het Nationaal Binnenvaart monument is ontstaan vanuit de wens van de Koninklijke Schuttevaer om actiever aandacht te schenken aan de historie van de binnenvaart. Al sinds de viering van 150 jaar Schuttevaer in 1998 werd er gesproken over een 'Schuttevaerfonds'. Er was behoefte aan erkenning van de binnenvaart in de vorm van een monument waarmee Schuttevaer eer wilde betonen aan mannen, vrouwen en kinderen die betrokken zijn of zijn geweest bij de binnenvaart. Het kunstwerk moest herkenbaar en duidelijk zichtbaar zijn, iets monumentaals. Niet te abstract, wel duidelijk iets bindends, een eresaluut aan de oude binnenvaart op de plaats waar vroeger honderden binnenschepen vluchtten bij storm.
De Koninklijke Schuttevaer heeft bewust gekozen voor het voormalige eiland in de Zuiderzee vanwege de historische betekenis in de binnenvaartgeschiedenis. In het verleden was Schokland een belangrijke vluchthaven voor de binnenvaart die de Zuiderzee overstak. Op Schokland liggen de wortels van Koninklijke Schuttevaer. Op 30 mei 2008 vertelde de toenmalige voorzitter Annemarie Jorritsma in haar jaarrede tijdens het congres van Koninklijke Schuttevaer in Amsterdam dat ze nog geen lokatie kon noemen voor het volgende Schuttevaer-congres, maar dat zou best eens in de buurt van Schokland kunnen zijn. "Wij hebben het voornemen om volgend jaar een Binnenvaartmonument op te richten op de plek waar het voor onze vereniging allemaal begon: Schokland. Onze oprichter en naamgever Willem Jan Schuttevaer is het geweest die tegen het voorstel van de regering in, het uiteindelijk in 1862 voor elkaar kreeg om de vluchthaven voor Schokland te behouden."
Willem Jan Schuttevaer, zoon van Claas Schuttevaer en Berendina van der Vorst, werd op 17 januari 1798 in Zwolle geboren. Van zijn 14e tot zijn 39e voer hij van Zwolle naar Zaandam en andere plaatsen in Holland. In 1845 was in Zwolle de "Overijsselsche Vereeniging tot Ontwikkeling van Provinciale Welvaart" opgericht, kortweg 'Welvaart', met het doel Zwolle toegankelijk te maken voor zeeschepen. Het Zwartewater werd verbreed en er werden dwars door het Zwolse Diep leidammen aangelegd. Om alle kosten te dekken kreeg de vereniging een vergunning om tol te heffen. Daar waren de turfschippers het niet mee eens. Om hun belangen kracht bij te zetten, richtten de schippers in december 1849 de vereniging 'Eendracht maakt macht' op, waarvan de Zwolse koopman en oud schipper Willem Jan Schuttevaer de leidende figuur werd. De strijd tegen de tolheffing duurde 17 jaar. In 1862 erkende minister van Binnenlandse Zaken Johan Rudolf Thorbecke (1789-1872) het gelijk van de turfschippers.
Na de ontruiming in 1859 wilde de regering het eiland Schokland prijs geven aan de zee. Op 8 oktober 1860 verscheen in het Algemeen Handelsblad het bericht dat P. de Waal, civiel architect te Deventer, voor de som van ƒ 22.000,- het opruimen van de zeedijk en paalwerken op Schokland had aangenomen en het maken van een steenglooiing over de helft van de lengte. Met de sloop was reeds begonnen. Hierdoor zou de reede van het eiland de helft korter worden. De binnenschippers vonden dat de reede van Schokland bij stormweer onmisbaar was. Daarom maakte Willem Jan Schuttervaer zich sterk om de haven van Emmeloord als vluchthaven voor de scheepvaart te behouden. Hij wist schippers, Kamers van Koophandel en anderen te bewegen protest aan te tekenen tegen de ondergang van het noordelijk deel van het eiland. De deining die deze actie veroorzaakte leidde ertoe dat vertraging optrad in de uitvoering van de werkzaamheden. Tenslotte bepaalde minister Thorbecke op 31 augustus 1862, na grondig onderzoek, dat het beleid om Schokland te behouden zou worden voortgezet. Op 17 januari 1863, de 65e verjaardag van Schuttevaer, hield de vereniging 'Eendracht maakt macht' een vergadering waarin herdacht werden de loop van de tolkwestie op het Zwolse Diep, het behoud van Schokland en de grootste verdiensten van Willem Jan Schuttevaer. De vereniging werd herdoopt in schippersvereniging Schuttevaer. Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Schuttevaer in 1938 verleende Hare Majesteit koningin Wilhelmina de vereniging het predicaat 'Koninklijk'.
In het voorjaar van 2007 selecteerde een werkgroep, die het schippersmonument op Schokland voorbereidde, 7 potentiële kunstenaars waaronder Jan Wolkers. Na een optreden van Wolkers in het televisieprogramma Pauw & Witteman, waar Jeroen Pauw een pikante passage uit 'Dagboek 1974' voorlas, werd hij op de hoogte gesteld dat het voorgesprek met enkele leden van de commissie niet door zou gaan. Volgens Jan Wolkers kostte dit televisieoptreden hem een opdracht van € 80.000,-. Maar de werkelijkheid blijkt genuanceerder. Op voorhand ontstond er al commotie over hem als maker van het monument. Volgens burgemeester Willem van Rappard, lid van de commissie, annuleerde de Schippersvereniging de besprekingen omdat bij de nominatie van Wolkers bij leden van hun achterban enige reserve was. De uiteindelijke opdracht werd verstrekt aan de Friese kunstenaar Ids Willemsma.
Willemsma heeft ruim vier maanden getobt over het uiteindelijke ontwerp. Waarom dat kan hij niet verklaren, normaal gesproken heeft hij een ontwerp voor een kunstwerk wel binnen twee tot drie weken klaar. De kunstenaar begon foto's, teksten en tekeningen te bestuderen en te verwerken. In het begin gingen zijn gedachten in de richting van archeologische vondsten. Ook las hij artikelen over rampen met schepen in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek. Maar hij kwam er niet uit. Hij maakte meerdere ontwerpen van o.a. rvs plaatstaal, hout en staal. Het werd steeds anders en steeds vond hij het niks. Uiteindelijk greep hij terug op zijn derde ontwerp en koos voor massief staal. Bron: weekblad Schuttevaer, 6 juni 2009. Tijdens de presentatie van het ontwerp op 24 april 2008 vertelde Ids Willemsma: "Het monument wordt 6 meter hoog. Je moet minimaal deze maat hebben wil je in dit landschap iets vertellen. Zoals een boei een baken was in de Zuiderzee, zo is dit monument een baken in het wijde landschap" aldus de kunstenaar. "De vormentaal sluit aan bij de omgeving: zwart, massief, staal, havenwerken, constructie, scheepsbouw, vuurtoren en waterkering, Het monument wordt gemaakt van duurzaam geschilderd staal. De bodem is ontleend aan de Schokker, een scheepstype waar vroeger veel mee werd gevaren op de Zuiderzee. Verder herken je de spanten, de naden van de zeilen en beweging in het werk", legt Willemsma uit. De plaats waar het monument komt te staan, aan het begin van de terp, vindt hij de beste plaats. "Omdat je er dan als het ware omheen kunt lopen, omdat de dijk daar een knik maakt. Op deze wijze komt de ruimtelijkheid en de dynamiek van het kunstwerk het beste tot zijn recht". Voor het monument liet Willemsma zich inspireren door verhalen van schippers, de geschiedenis van Schokland en de weidsheid van de polder.
Het kunstwerk werd uiteindelijk ruim 6,50 m, zo groot dat de kunstenaar problemen had om het in zijn, toch niet zo heel kleine, hal af te maken. Hij kreeg het niet meer gekanteld. Daarom werd het kunstwerk, dat ongeveer 8500 kg weegt, eerst met speciaal vervoer naar het coatingbedrijf in Heerenveen gebracht. Daar is Willemsma nog een dag en nacht aan het lassen geweest voor het gecoat kon worden. Op 28 mei 2009 werd het kunstwerk op de noordpunt van Schokland geplaatst. Bron: weekblad Schuttevaer, 6 juni 2009. Het A.D. van Eckfonds en de provincie Flevoland hebben elk € 25.000,- aan het Nationaal Binnenvaart monument bijgedragen.
Bron: nopnieuws.web-log.nl
In 1849 werd de belangenbehartiger van de beroepsbinnenvaart opgericht. Koningin Beatrix, beschermvrouwe van de vereniging, heeft het Nationaal Binnenvaart monument in het kader van het 160-jarig bestaan van de Koninklijke Schuttevaer op 5 juni 2009 gedoopt. Een fles Zuiderzeewater spatte uiteen nadat ze het lint doorgeknipt had. Het monument symboliseert een Schokker met volle zeilen. "Een beeld vertelt zijn eigen verhaal en gaat een relatie aan met de ruimte", aldus kunstenaar Willemsma. "Wie eromheen loopt, zal dan ook steeds een ander beeld zien. Een beeld dat recht doet aan het open landschap. Het kunstwerk lijkt door het lijnenspel op een boei. Het gebogen staal doet ook denken aan twee gekromde handen, met vingertoppen die elkaar raken in een eerbetoon. Vanuit een andere invalshoek lijkt het op een edelsteen. Een juweel als bekroning voor het Werelderfgoed".
In de laatste wordingsfase van het monument schreef Ids Willemsma onderstaand gedicht dat hij voorafgaand aan de doop voordroeg.
In 2009 was het tevens 150 jaar geleden dat Schokland op last van de regering ontruimd moest worden.
In het programma Beeldspraak geeft de kunstenaar uitleg over het monument.
Kunstenaar
Ids Willemsma is geboren op 8 augustus 1949 in Akkrum. Hij volgde een technische opleiding aan de ambachtsschool voordat hij van 1969 – 1972 aan de Academie voor Beeldende Kunst ‘Vredeman de Vries' in Leeuwarden studeerde. Zijn eerste monumentale opdracht kreeg hij op 19-jarige leeftijd: Het oorlogsmonument voor Akkrum. Een gedurfd ontwerp voor die tijd (1970). Hij ontwierp een krachtig, geometrisch-abstract metaalobject, dat een gebroken hakenkruis verbeeldt. Kenmerkend voor het werk van Willemsma is de duidelijke, zwarte vorm die zich tegen een lichte achtergrond aftekent. Zijn werk oogt eenvoudiger dan het is door zijn stoere, noordelijke nonchalance, maar wie beter kijkt, ontdekt de gevoelige en fijnzinnige ondertoon. De kunstenaar heeft grote stalen beelden gemaakt die op heel veel plaatsen in Friesland zijn geplaatst, zoals 'Tempeltje' (1993) op de Waddenzeedijk bij Marrum, 'Wetterweagen' (1995) in Sneek, Zonder titel (2003) in Heerenveen en 'Skip mei lading' (2007) in Joure. Naast beeldhouwer is hij actief als tekenaar. Hij woont en werkt in Oosterwierum.