Sluitgatmonument

Sluitgatmonument
Sluitgatmonument Sluitgatmonument Sluitgatmonument

Plaats: Schokkerhaven

Locatie: Zuidermeerdijk

Kunstenaar: onbekend

Materiaal: epoxy beton, staal

Jaar: 1990


Beschrijving:

Ingenieur Cornelis Lely presenteerde in 1891 de plannen voor afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee, die hij in opdracht van de Zuiderzeevereniging maakte. Het duurde echter nog tot 14 juni 1918 dat de Zuiderzeewet door het parlement werd aangenomen, waarin tot de inpoldering van de Zuiderzee werd besloten. De Afsluitdijk werd aangelegd en in 1930 viel als eerste polder de Wieringermeer droog. Daarna waren de IJsselmeerpolders aan de beurt.

In 1936 begon de Dienst der Zuiderzeewerken (ZZW) met de aanleg van werkhavens en het graven van bouwputten voor de gemalen van de Noordoostpolder. Op 3 oktober 1939 werd de dijk tussen Urk en Lemmer gesloten. De sluiting van het dijkvak tussen Urk en de Overijsselse kust bij Kadoelen moest wachten op het gereedkomen van het afvoer- en scheepvaartkanaal bij Ramspol. Dit kanaal moest de functie van het Zwolsche Diep overnemen. De Tweede Wereldoorlog had Nederland in de greep, maar reeds een maand na het uitbreken van de oorlog kon het werk aan de dijken worden hervat. Het dijkvak van Ramspol naar Kadoelen werd op 29 november 1940 gedicht. Als allerlaatste werd op 13 december 1940 de 30 km lange dijk tussen Urk en Kadoelen gesloten, vanwege de oorlog zonder feestelijkheden. Men had met het afsluiten van dit dijkvak langer moeten wachten omdat door de zuidwestelijke wind veel water in het poldergebied was gekomen. Met het oog op het winterweer ging ZZW gewoonte getrouw op 15 december in 'winterslaap'. Twee maanden lang werd het werk dan stopgezet. Op de ochtend van vrijdag de 13e stond er geen stroom en slechts weinig wind. Het waterpeil binnen de dijk was weer wat gezakt. Ondanks dat het water eigenlijk nog 40 centimeter te hoog stond gingen twee grote kranen van aannemersbedrijf Zanen en Verstoep aan de slag om het gat van ongeveer 40 meter te dichten. Om 13.52 uur vielen de laatste kluiten keileem in de opening in dijkvak XI. De sirenes loeiden ten teken dat het karwei, waar drie jaar aan was gewerkt, geklaard was. De toekomstige Noordoostpolder was omsloten door een 54 kilometer lange dijk waarin vier miljoen kubieke meter keileem, vijftien miljoen kubieke meter zand en één miljoen kubieke meter klei verwerkt was. Het ingesloten water moest uit de polder worden weggepompt. Nog geen maand later werd gemaal Buma in werking gesteld. De afwerking van de dijken kwam in de nazomer van 1941 gereed. Omdat er door de oorlog een tekort aan basaltstenen was werd de stenen beschoeiing van het voormalig eiland Schokland gesloopt. De stenen werden hergebruikt in de afwerking van de dijk.

Bij het bepalen van de ligging van het 6 kilometer lange dijkvak ten zuiden van Schokland werden vaste punten genomen; de spits van de rooms-katholieke kerk te Kampen, het zuidelijk licht aan de ingang van het Keteldiep, de spits van de vuurtoren van Urk en het zuidlicht op Schokland. De rechthoekige coördinaten van al deze punten, ten opzichte van de toren van Hilversum waren bekend. Met behulp van de X- en Y coördinaten van deze vaste punten kon een opzichter door de hoeken uit te zetten, de ligging van de as van de dijk op de millimeter nauwkeurig bepalen. Het uitzetten kon alleen bij helder weer gebeuren, als men de omliggende punten in de omtrek kon zien. De vaste punten bepaalde de loop van de kilometer lange dijk door de onafzienbare watervlakte. Met de sextant werden de hoeken, die de verbindingslijnen van de vaste punten met elkaar maakten, nauwkeurig uitgemeten. Het verloop van de dijk werd uitgezet met vlaggetjes boven de waterspiegel. De IJsselmeerbodem lag op een diepte van 3 à 4 meter onder NAP. Op plaatsen waar de bodem sterk veenhoudend was moest grondverbetering plaatsvinden voordat de dijk aangelegd kon worden. Het veen werd afgegraven en vervolgens werd er zand in de geul gestort voor de grondslag van de dijk. Het dijkvak ten zuiden van Schokland is tot stand gebracht met behulp van 3 baggermolens en een zuiger.

Vlak voordat het laatste gat in de ringdijk op 13 december 1940 gedicht werd was een vloot van 150 baggermolens, cutterzuigers, onderlossers, bakken en sleepboten buiten de toekomstige polder gebracht. Zij hadden alvast geulen gegraven voor vaarten, zijvaarten en tochten en het profiel voor de wegen vastgelegd. Ook dorpspleinen, zanddepots en andere zaken werden op deze wijze voorbereid. Waar onvruchtbare grond was werd klei gebracht, op plaatsen waar dorpen gebouwd zouden worden, werd laagveen door zand vervangen. De grondslagen voor de Noordoostpolder zoals die er nu is, zijn al onder de zeespiegel gelegd. 

Op 13 december 1990 was het 50 jaar geleden dat de Zuidermeerdijk gesloten werd. Om deze voor de Noordoostpolder belangrijke datum niet onopgemerkt voorbij te laten gaan en deze gebeurtenis onder de aandacht te brengen van een breder publiek, maakte Waterschap Noordoostpolder op 23 augustus 1990 bekend dat ter plaatse van het sluitgat een herdenkingspunt zou worden ingericht. Voor de herdenking van de dijkafsluiting en de in bedrijfstelling van het gerenoveerde gemaal Buma, werd door het waterschap ƒ 50.000,- beschikbaar gesteld. Op 13 december 1990 onthulde de heer Berend Jan Blikman, lid van Gedeputeerde Staten van Flevoland en Ir. C.D. van der Wildt, hoofdingenieur-directeur van de directie Flevoland van Rijkswaterstaat, een maquette. Daarna plaatste Ir. van der Wildt op de dijk, met behulp van een kraan, een ijzeren grondgrijper van een drijvende kraan die gebruikt is bij de aanleg van de dijken. Vervolgens droeg burgemeester M.A.J. Knip van Noordoostpolder de 'Onderduikersbank', die van De Deel in Emmeloord naar het Sluitgatmonument overgeplaatst was, over aan Waterschap Noordoostpolder. Een in basaltzuilen uitgevoerde trap op het buitentalud leidt naar de kruin van de dijk waar de grijper staat en de 'Onderduikersbank' tot half december 1996 stond. Naast de trap ligt de maquette met daarop het cartografisch overzicht van de dijkdichtingen. De landkaart is in 13 verschillende kleuren uitgevoerd. Op de kaart is ten noorden van Urk met de tekst: "Hier werd op 3 oktober 1939 de dijk gesloten", het sluitpunt in de Westermeerdijk gemarkeerd. Het zuidelijk sluitgat is aangegeven met de tekst: "Hier werd op 13 december 1940 de dijk gesloten". Op de grijper is een bordje bevestigd met dezelfde tekst. De nabij gelegen Sluitgatweg dankt zijn naam aan deze plek. 

De Noordoostpolder is geen vlak terrein. Op de maquette is goed te zien dat de hoogteligging varieert van een halve meter beneden NAP in het oosten tot meer dan 4 meter beneden NAP in het westen bij Urk. Op de maquette wordt de Noordoostpolder omgeven door de 4 wapens van de instanties die van grote betekenis zijn voor de polder. In de linkerbovenhoek zien we het wapen van de provincie Flevoland, dat een zeeleeuw als wapendier heeft. De zeeleeuw is een verwijzing naar de geschiedenis van Flevoland en naar het feit dat Flevoland op de zee veroverd is. Rechtsboven is het Nederlandse Rijkswapen te zien dat door Rijkswaterstaat als beeldmerk wordt gebruikt. Rechtsonder staat het wapen van de gemeente Noordoostpolder een combinatie van het wapen van Ir. Cornelis Lely en herinneringen aan de Graven van Kuinre, die in dit gebied voor de overstromingen veel bezit hadden en de munten, die de graven van Kuinre op Schokland lieten slaan. Als laatste staat linksonder het wapen van het in 1986 opgerichtte waterschap Noordoostpolder, dat op 10 december 1987 per Koninklijk Besluit werd toegekend en tot 2000 in gebruik bleef. Toen fuseerden alle waterschappen in Flevoland tot het waterschap Zuiderzeeland dat geen wapen voert.

Het Sluigatmonument heeft cultuurhistorische waarden omdat het de plaats en het moment markeert waarop het laatste gat in de dijk rond de Noordoostpolder werd gedicht.