Herdenkingskruis

Herdenkingskruis
Herdenkingskruis Herdenkingskruis Herdenkingskruis

Plaats: Luttelgeest

Locatie: Lindeweg, kavel NM92

Kunstenaar:

Materiaal: graniet, brons

Jaar: 1964


Beschrijving:

Aan de Lindeweg, nabij nr. 13, staat een granieten kruis dat opgericht is ter nagedachtenis aan de 7 bemanningsleden die tijdens hun eerste missie omkwamen toen hun Lancaster hier in de vroege ochtend van 3 januari 1944 neerstortte. 

Op 2 januari 1944 om 23.13 uur stegen zij in de Lancaster JA902 op van vliegveld Waddington in Lincolnshire (Engeland) voor een bombardementsvlucht op Berlijn. Na beschoten te zijn door de Duitsers stortte het toestel om 1.00 uur op kavel NM92 neer en explodeerde waarschijnlijk vlak boven de grond. De 20-jarige Australische piloot Jack Weatherill en de 20-jarige Australische bommenrichter Francis N. Looney werden buiten het vliegtuigwrak gevonden. De 20-jarige Britse boordwerktuigkundige Albert E. Cowell lag op de crashplaats in de door de bommenwerper geslagen krater. De 25-jarige Australische boordschutter Colin Hemingway werd weken later in het water van de Zwolse vaart teruggevonden. Omdat er tijdens de Tweede Wereldoorlog nog geen begraafplaats in de Noordoostpolder was vonden zij hun laatste rustplaats op het Erehof op de algemene begraafplaats in Vollenhove, sectie 3, rij 4, graven 627, 628, 626 en 625. Weatherill en Looney werden op 6 januari begraven, Cowell op 10 januari en Hemmingway op 2 februari. De lichamen van de 24-jarige Britse navigator John Gage, de 22-jarige Australische rugkoepelschutter Peter L. Symonds en de 22-jarige Australische radiotelegrafist William D. Toohey zijn niet terug gevonden in de toen nog drassige bodem van de Noordoostpolder. Zij worden herdacht op het Runnymede Memorial voor de vermisten in Surrey, paneel 206, 259 en 262, waar Groot Brittannië de bemanningsleden van de R.A.F. herdenkt die geen 'known grave' hebben.

Ter herinnering aan de vermiste bemanningsleden werd een houten kruis opgericht. In het Nieuwsblad van Friesland van 3 mei 1948 staat onder de kop "Gedenkteken gesneuvelde vliegers", de volgende tekst: "Tegenover Kavel M92, zal in de wegberm een eenvoudig gedenkteken voor de bij de vliegramp van 2  jan. 1944 gesneuvelde vliegers worden geplaatst. De namen der slachtoffers zullen daarop worden vermeld". Het houten kruis is in 1964 vervangen door een granieten exemplaar. Het kruis werd in de berm neergezet omdat het niet wenselijk werd geacht om het midden in het bouwland op te richten. Voor het vliegersmonument is gekozen voor een Latijns kruis, een kruisvorm met een langere verticale arm en een kortere horizontale. Het kruis is niet alleen een symbool van het christelijke geloof, maar herinnert tevens aan het offer dat de bemanningsleden brachten voor een leven in vrijheid. Op het kruis staat in bronzen letters de volgende tekst:

R.I.P.
 
HIER VIEL OP 3 JANUARI 1944 EEN GEALLIEERD VLIEGTUIG
 
J. WEATHERILL
              COMM.
F.N. LOONEY
A. COWELL
C. HEMMINGWAY
J. GAGE
P. SYMONDS
W. TODNEY
 

Op het kruis staan twee namen foutief vermeld, Hemmingway moet zijn Hemingway en Todney moet zijn Toohey. R.I.P. is de afkorting van het Latijnse 'requiescat in pace' dat 'rust in vrede betekent'. Bij dit monument wordt eens in de vijf jaar een herdenking gehouden.

Op voorstel van de Oorlogsgraven Stichting (OGS) heeft het Buro Bedrijfsveiligheid van de Koninklijke Luchtmacht in het najaar van 1989 onderzocht of berging van de stoffelijke resten van de nog niet geborgen bemanningsleden kon plaatsvinden. Een proefonderzoek heeft aangetoond dat de wrakstukken op een diepte van ongeveer 6,5 m liggen en over een groot oppervlakte van zo'n 60 x 100 m verspreid zijn. Ook de waterstand vormde een probleem. De techniek was nog niet zover dat men tot een definitieve opgraving kon overgaan. De lichamen van P/O J. Gage, P/O L. Symonds en F/Sgt. W. Toohey rusten in een veldgraf op de plaats van de ramp. Bron: Van Bezetting en bevrijding.

Behalve op kavel NM92 werden ook wrakstukken gevonden op kavel NM112 en op de grens van kavel NM113-NM114. Ter nagedachtenis aan de omgekomen bemanningsleden heeft een propeller van de Lancaster JA902 een plek gekregen op het erf van Lindeweg 6 (kavel NM112) waar de Lancaster Garden gevestigd is. De Lindeweg is genoemd naar de rivier de Linde die in de omgeving van Kuinre in de Zuiderzee uitmondde.