De Havilland DH. 98 Mosquito NF Mk.30 NT418
Plaats: Zeewolde
Locatie: ten westen van de Hoge Knarsluis
Maker: de Havilland Aircraft Company
materiaal: hout, katoen, aluminium
Jaar: 1944
Beschrijving:
In de avond van 7 maart 1945 heerste er grote bedrijvigheid op RAF Manston in Kent (Engeland) waar het No. 406 Squadron (RACF) gestationeerd was. Die avond stuurde het Squadron tussen 18.25 en 03.55 uur acht bemanningen uit voor een night intruder mission, een missie waarbij één toestel in het holst van de nacht diep in het vijandelijk luchtruim doordringt om de vijandelijke operaties te verstoren. De intruder vloog de hele route op 50 tot 100 meter boven de grond zodat de Duitse radar het toestel niet kon waarnemen. In augustus 1944 werd het No. 406 Squadron uitgerust met De Havilland DH.98 Mosquito NF Mk.30. De 2-motorige De Havilland Mosquito, waarbij de piloot en navigator naast elkaar zaten, was een zeer betrouwbaar vliegtuig waarvan de romp en de vleugels gemaakt waren van hout en lappen katoen. Slechts op een paar plaatsen, zoals op de staart, was de constructie versterkt met aluminium. Dankzij de houten constructie was de Mosquito vrijwel onzichtbaar op de radarschermen van de Duitsers. De lichtgewicht en ongekend wendbare Mosquito was sneller dan de Duitse nachtjagers en kon 1800 kg bommen vervoeren. Het toestel, dat oorspronkelijk bedoeld was als lichte bommenwerper, bleek al snel zeer veelzijdig. Door zijn hoge snelheid en wendbaarheid was de Mosquito in staat om vijandelijke doelen te raken en te ontsnappen voordat het Duitse luchtafweergeschut kon reageren. Er werden vele varianten ontwikkeld die onder andere werden ingezet als verkenningsvliegtuig, om Duitse schepen en onderzeeërs te bestoken, om tijdens de 'Pathfinder' missies lichtfakkels af te werpen en om 'night intruder' vluchten boven bezet gebied uit te voeren. De Haviland DH.98 Mosquito NF Mk.30 was de laatste variant die in de Tweede Wereldoorlog gebouwd werd en was een versie voor grote hoogte, aangedreven door twee Rolls-Royce Merlin 76's van 1.710 pk. De NF Mk.30 had een maximumsnelheid van 682 km/u op een hoogte van 8.100 m. Het toestel was uitgerust met vroege elektronische tegenmaatregelen, een elektronisch apparaat dat is ontworpen om radar, sonar of andere detectiesystemen, zoals infrarood of lasers, te misleiden.
Op 7 maart 1945 steeg de Mosquito NF Mk.30 met serienummer NT418 en radiocode HU-? van het No. 406 Squadron om 19.53 uur op voor een night intruder vlucht naar vliegvelden Stade en Uetersen, in de buurt van de Noord-Duitse stad Hamburg. Het toestel werd gevlogen door de 23-jarige F/O Elmer Adrian Oswald. Zijn navigator was de 26-jarige P/O Kenneth Bradley Hicks. Het was de 11e en, naar wat later bleek, de laatste nachtelijke intruder missie die het tweetal samen vloog. In de nacht van 3 op 4 maart 1945 hadden Oswald en Hicks hun 10e night intruder vlucht gemaakt. Om 20.05 uur waren ze vertrokken naar vliegveld Stade en vliegveld Nordholz. Om 20.55 uur passeerde ze de Nederlandse kust bij Egmond. Tussen 22.00 en 23.00 uur patrouilleerden ze boven hun doel, maar konden niet in actie komen omdat het toestel bij vliegveld Stade tot tweemaal toe geraakt werd door Flak. Er brak een brandje uit dat ze konden blussen. Het aangeschoten toestel keerde om 00.35 uur terug op RAF Manston. Op 8 maart keerde de Mosquito NF Mk.30 NT418 en zijn bemanning niet terug op de basis in Engeland. Het toestel stortte om onbekende redenen in de buurt van Harderwijk in het IJsselmeer.
Bron: luftkrig1939-45.dk. Bij de crash vonden de bemanningsleden de dood. Het lichaam van F/O Oswald werd door een visser uit zee geborgen. Hij werd begraven op begraafplaats Oostgaarde in Harderwijk graf oost rij 2-49. Het lichaam van P/O Hicks werd vermist. Zijn naam is bijgeschreven op paneel 280 van the Memorial to the Missing, Runnymede in Surrey (Engeland), waar Groot Brittannië de bemanningsleden van de Commonwealth Air Forces uit de Tweede Wereldoorlog herdenkt die geen 'known grave' hebben. Beide omgekomen bemanningsleden worden ook herdacht op het
Monument voor de geallieerde vliegers in Harderwijk.
Op
skiesmag.com werd op 9 december 2016 het volgende geschreven: "
Op 4 maart 1945 verloren Flying Officer Oswald en Pilot Officer Kenneth Bradley Hicks het leven boven de Zuiderzee in Nederland. Oswalds lichaam werd geborgen en positief geïdentificeerd. Diezelfde dag vond een andere visser het lichaam van een RCAF Observer (Navigator), met de rang van Flying Officer. Nadat de onderzoeksteams zich ervan hadden vergewist dat er geen andere vermiste vliegers aan dat lichaam gelinkt konden worden, concludeerden ze dat het om dat van Pilot Officer Hicks moest gaan.
Helaas lijkt het erop dat geen van de ondersteunende documentatie en rapporten de Commonwealth Graves Registration Commission (CWGC) heeft bereikt. Deze verklaarde in 1950 dat er geen bewijs was van de stoffelijke resten van Hicks, en daarom werd hij als vermist op zee opgegeven. We zullen alle gevonden documentatie indienen in de hoop dat de CWGC de bevindingen zal accepteren en de rustplaats van Pilot Officer Hicks zal vermelden op de begraafplaats van Amersfoort in Nederland". (Vertaald uit het Engels)