Visserijoorlog / Watersschip ZK47

Visserijoorlog / Watersschip ZK47
Visserijoorlog / Watersschip ZK47 Visserijoorlog / Watersschip ZK47 Visserijoorlog / Watersschip ZK47 Visserijoorlog / Watersschip ZK47 Visserijoorlog / Watersschip ZK47 Visserijoorlog / Watersschip ZK47 Visserijoorlog / Watersschip ZK47 Visserijoorlog / Watersschip ZK47

Plaats: Almere

Locatie: berm A27, kavel ZK47

Maker: Egon Schrama

materiaal: cortenstaal

Jaar: 2009


Beschrijving:

In 1978 werd tijdens het graven van een drainagesleuf op kavel KZ47 (tegenwoordig ZK47) het wrak ontdekt van een 19 x 6 m. groot vissersschip. Nog datzelfde jaar werd een verkenningsonderzoek uitgevoerd. Dankzij de aanwezigheid van een karakteristieke bun kon al snel vastgesteld worden dat het om het wrak van een waterschip ging. Het zou een echte ventjager kunnen zijn geweest, een schip dat op zee de vangsten van andere vissersschepen opkocht om ze daarna zo snel mogelijk op de vismarkt af te leveren. Toen het werd ontdekt, staken houten delen van het schip 30 cm boven het maaiveld uit. 

Tijdens het onderzoek bleek dat het waterschip tot het dek toe bewaard was gebleven, de houten lieren stonden nog aan dek. Door de ondiepe ligging zijn delen van de bovenkant van het schip vernield of beschadigd. Het schip moet in de 16de eeuw (ca.1519) zijn gebouwd en verging in de tweede helft van diezelfde eeuw. Na het onderzoek is het schip ter plekke ingekuild. Het wrak is als een bult in het landschap herkenbaar en ligt zo dicht bij de A27 dat in 1995 in het snelwegtalud een keerwand moest worden geplaatst, om te voorkomen dat het wrak zou vervormen.

Kijk voor meer informatie op MaSS 

Op 28 augustus 2009 onthulde burgemeester Annemarie Jorritsma op de plaats van het wrak een kunstwerk van Egon Schrama. Een boot van cortenstaal is op een negen meter hoge paal gespiesd. Eronder staan drie staken van hetzelfde materiaal. Burgemeester Jorritsma doopte het stalen schip door een fles champagne tegen de boeg stuk te slaan.

Het idee voor zijn kunstwerk ontleende Schrama aan een verhaal uit de visserijoorlog in de 16de eeuw.

Doordat de Hollandse bevolking in de 16e eeuw snel groeide, nam de vraag naar vis toe. De Hollandse vissers gingen met hun waterschepen hun geluk beproeven tot in de verste hoeken van de Zuiderzee. De Waterschepen visten met kuilnetten, die door het water werden gesleept. Deze zogenaamde gaand want visserij staat haaks op de staand want visserij. Dat is de visserij met netten, die met behulp van drijvers en gewichten aan de onderzijde van het net 'staand' in het water werden opgesteld, zoals bijvoorbeeld fuiken. De Hollanders staken met hun waterschepen vanaf de westkust onder de overheersende westenwind de Zuiderzee over en voeren daarbij door tot zo dicht mogelijk onder de andere oever van de Zuiderzee, de oostwal. De waterschippers joegen met hele vloten tegelijk dwars door de staande netten heen van de vissers aan de oostwal. Een forse schadepost want de netten waren van zijde gemaakt, een kostbare grondstof. Om zich tegen de Hollandse vissers te beveiligen sloegen de vissers van Kuinre, Blankenham, Vollenhove en Kampen honderden palen (staken) in de zeebodem die bij eb onzichbaar bleven. Verscheidene Hollandse schepen zijn er op gelopen en lek gestoken. Dat kon niet zonder gevolgen blijven: een heuse visserijoorlog begon. Bron: Oud Hout

Het kunstwerk symboliseert de schade die rivaliserende schepen door de staken opliepen.

Zie ook: Omroep Flevoland

Kunstenaar

Egon Schrama is in 1947 geboren. Schrama studeerde aan de Rijksacademie voor Beeldende kunsten in Amsterdam. Zijn ruimtelijke objecten staan onder meer op de voormalige werf van de Amsterdamse Droogdok Maatschappij (ADM), monument voor de scheepsbouw (1998) en in de gebouwen van Volker Stevin en het Sociaal Fonds Bouwnijverheid. Daarnaast is Schrama vormgever van theaterproducties, zowel als zelfstandig als in teamverband. Hij ontwierp het toneelbeeld in diverse toneel- en dansprodukties, evenals klankinstallaties in de vorm van (beeld)objecten.