De Zeehond
Plaats: Lelystad
Locatie: Oostvaardersdijk
Maker: Scheepsbouwer Koerts
materiaal: hout
Jaar: 1878
Beschrijving:
In de loop der eeuwen zijn er veel schepen vergaan op de Zuiderzee, die met zijn vele ondiepten en onverwachte stromingen lastig te bevaren was. Door de structuur van de zeebodem zonken de meeste schepen snel weg. Daardoor zijn ze vaak goed bewaard gebleven. Bij de drooglegging van de IJsselmeerpolders zijn honderden scheepswrakken tevoorschijn gekomen. In de bodem van de gemeente Lelystad zijn tot op heden 22 traceerbare scheepswrakken. Eén van deze schepen is het schip "De Zeehond".
In het vroege voorjaar van 1886 zeilde het schip "De Zeehond" van schipper Venema op de Zuiderzee. Hij woonde met zijn gezin en knecht aan boord van de tjalk. De zogenaamde Groninger tjalk had een lengte van ruim 23 meter en een breedte van bijna 5 meter. Het schip was uit Zwartsluis vertrokken met een lading van veertigduizend rode veldoven-stenen. Bij vertrek was het nog goed weer, maar midden op de Zuiderzee komt 'De Zeehond' in een zware storm terecht. Het schip was zwaar geladen. Het stormde hard, het water sloeg overboord en de lading bakstenen werd drijfnat en alsmaar zwaarder. Het schip zonk naar de bodem van de Zuiderzee. De familie Venema raakte daarmee haar gehele bezit kwijt, maar zij konden zich redden in een sloep en werden door Kamper vissers opgepikt.
Willem Venema was op 25 juni 1855 in Hoogezand geboren als zoon van een schipper. Hij trouwde op 24 augustus 1878 met Annegien Koerts die op 1 februari 1856 geboren was in Kalkwijk, gemeente Hoogezand. Annegien was dochter van scheepsbouwer Albertus Koerts. Hij bouwde een tjalk voor zijn dochter en die bracht ze in het huwelijk mee. De eerste jaren verliepen voorspoedig, ze voeren overal heen waar vracht was. Er werden drie zonen geboren, Albertus (Franeker, 1879), Harm (Ruhrort, Duitsland, 1882) en Machiel (Nijmegen,1884). Ten tijde van de scheepsramp was Annegien hoog zwanger. Dochter Anne kwam op 8 juni 1886 in Zwolle ter wereld. Omdat het schip ‘De Zeehond’ niet verzekerd was moest het gezin zich aan wal vestigen. Willem stoker bij de in 1882 opgerichte Wester Suiker Raffinaderij Amsterdam. De familie Venema ging in Amsterdam wonen waar het gezin zich uitbreidden met Jacob (1888), Tietje (1890), Trijntje (1893) en Cornelis (1895). Zes maanden na de geboorte van Cornelis overleed Annegien op 31 augustus 1895, zij was 39 jaar oud. Willem bleef achter met 8 kinderen in de leeftijd van 16 tot een half jaar. Op 5 mei 1897 hertrouwde hij met de weduwe van Jan Hilkerts, Maria Klaasje Naning. Het samengestelde gezin telde 12 kinderen. De oudste zoon van Willem en Annegien, Albertus trouwde op 14 november 1901 met zijn stiefzuster Johanna Hilkerts (Groningen, 1877). Willem overleed op 8 september 1912 in Amsterdam.
In 1979 wilde de heer Pomper uit Wageningen een excursie organiseren voor het instituut waar hij werkte. Om zich wat voor te kunnen bereiden kreeg hij documentatiemateriaal. Daarbij was de brochure 'Boeiend Verleden' waarin iets stond over de tjalk bij Lelystad. Nu hadden familieleden van zijn vrouw zich al vaak afgevraagd of in de drooggevallen polder ooit het schip van opa en oma Venema gevonden zou worden. In mei 1979 kwamen 30 nazaten van Willem en Annegien Venema-Koerts naar Ketelhaven waar in het scheepsarcheologisch Museum voorwerpen uit de tjalk tentoongesteld waren. Onder hen was Tine (Tietje) Venema, de toen 88-jarige dochter van het schippersechtpaar. Zij kon de geschiedenis van de Zeehond, voor zover die bekend was, vertellen. Bron: Flevobericht 323
Kijk hier voor meer informatie.
Scheepsbouwer
Albertus Koerts werd op 6 april 1830 geboren in Kalkwijk (gemeente Hoogezand). Hij was een 23-jarige scheepstimmerknecht toen hij op 7 juni 1855 met de 24-jarige Tietje Mensen (1831-1901) trouwde. Zij kregen twee kinderen, Annegien (1856) en Jaco (1858). Albertus Koerts klom op tot eigenaar van een scheepswerf in Kiel-Windeweer (Hoogezand), waar de Groninger tjalk ‘De Zeehond’ gebouwd werd. Een scheepsbouwer bouwde 'op het oog'. Hij had geen bouwtekeningen en was afhankelijk van ervaring en goed bewaarde familiegeheimen.
Scheepsbouwer Koerts was bijzonder teleurgesteld over het verlies van 'de Zeehond' en over de slordige wijze van werken van zijn schoonzoon. Vanaf dat moment kwamen de familiecontacten op een laag pitje te staan. Albertus Koerts was 72 jaar toen hij op 24 mei 1902 in Tiel overleed.