Lage en Hoge Knarsluis
Plaats: Lelystad en Zeewolde
Locatie: Hoge Vaart en Lage Vaart
Maker: RIJP i.s.m. Ir. K.F.G. Spruit
materiaal: beton en staal
Jaar: 1969
Beschrijving:
Oostelijk Flevoland vormt sinds 1969 een waterstaatkundige eenheid met Zuidelijk Flevoland. De waterhuishouding in de grote Flevopolder wordt gereguleerd door de gemalen, Colijn bij Ketelhaven, Wortman bij Lelystad, Lovink bij Harderwijk en De Blocq van Kuffeler bij Almere. Tien jaar lang vormde de Knardijk de bescherming van Oostelijk Flevoland tegen het IJsselmeer. Sinds het droogmaken van Zuidelijk Flevoland heeft de Knardijk geen directe waterkerende functie meer. De dijk is nu een slaperdijk, een binnendijk die in het geval van een doorbraak in de buitendijk het water tegen moet houden.
Na de drooglegging van Zuidelijk Flevoland in 1968, is de 6 m hoge Knardijk op 2 punten onderbroken door de twee hoofdvaarten van Flevoland, de Lage Vaart en de Hoge Vaart. Hier zijn in 1969 door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) twee coupures aangebracht, de Lage Knarsluis in de Lage Vaart en de Hoge Knarsluis in de Hoge Vaart. Voor de architectonische vormgeving is samengewerkt met architectenbureau Ir. k.F.G. Spruit BNA uit Haarlem. Beide sluizen zijn gebouwd in een functionele architectuur, zonder bijzondere elementen of een bijzondere bouwstijl en hebben als functie bij overstroming het water te keren. De beide keersluizen hebben een doorgang van 9,5 m breed en zijn opgebouwd uit twee schuiven die voorzien zijn van grote contragewichten. De schuiven staan vrijwel altijd open. In geval van een dijkdoorbraak worden de beide sluizen gesloten en kunnen Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland apart bemalen worden. Een keersluis is naar Nederlandse begrippen in feite geen sluis, maar een tijdelijke waterkering die kan worden gesloten als de waterstand dit noodzakelijk maakt.
De Hoge en de Lage Knarsluis in de Knardijk geven het begin van een nieuwe periode aan waarin ook Zuidelijk Flevoland werd aangelegd. De cultuurhistorische waarde van de keersluizen is hoog. Beide coupures zijn zeer opvallend aanwezig en het vraagt weinig verbeelding wat de betekenis is van de keersluizen voor Flevoland en voor de geschiedenis van Flevoland. Elementen in deze vorm en omvang zijn uniek in Nederland. Coupures die in een bestaande waterweg liggen zijn zeer zeldzaam.