Avro Lancaster Mk. III ED935 *

Avro Lancaster Mk. III ED935 *

Plaats: IJsselmeer

Locatie: bij Lemmer

Maker: A.V. Roe Aircraft Co.

materiaal: diverse materialen

Jaar: 1942


Beschrijving:

Op 10 juni 1943 startte 'Operatie Pointblank', een Brits-Amerikaans offensief. Het doel was de vernietiging en geleidelijke ontwrichting van het Duitse militaire en economische systeem en de verzwakking van het moreel van het Duitse volk. Dit om de Duitsers te beletten luchtsteun te geven aan de frontlinies en om te verzekeren dat de Luftwaffe geen rol van betekenis meer zou spelen bij de invasie van West-Europa (Operatie Overlord). De directe doelwitten tijdens 'Operatie Pointblank' waren bouwplaatsen van onderzeeërs en militaire kazernes, vliegtuigfabrieken, kogellagerfabrieken, rubber- en bandenfabrieken, olieproductie- en opslagfabrieken en wapenfabrieken in het algemeen. In de nacht van 11 op 12 juni 1943 bombardeerde de Royal Air Force de Duitse steden Düsseldorf en Münster. Naar Düsseldorf vertrokken 783 toestellen en naar Münster 74. Het was de zwaarste aanval tot dan toe.

De Avro Lancaster Mk. III met serienummer ED935 en radiocode GT-C van het No. 156 Squadron was om 23.38 uur opgestegen van RAF Warboys in Cambridgeshire. Het toestel was één van de 74 vliegtuigen die vertrokken voor een aanval op Münster. De uitgezonden Lancasters, Halifaxes en Stirlings behoorden allemaal tot de RAF-Pathfinder Force (RAF-groep nr 8). Omdat de Duitsers in de bezetten gebieden en in Duitsland een algehele verduistering verplicht hadden ingesteld, waren de steden en dorpen 's nachts vanuit de lucht niet te herkennen. Ook dikke bewolking en mist zorgden er vaak voor dat de aanvalsdoelen moeilijk te vinden waren. Daarom bestond binnen de RAF de behoefte aan een elite-eenheid die een doelwit nauwkeurig kon markeren vóór de aankomst van de 'Main Force'. Half augustus 1942 werd de Pathfinder Force samengesteld. De taak van de 'Pathfinders' was om tijdens nachtvluchten of slechte weersomstandigheden met behulp van de in december 1942 ingevoerde navigatie- en markeersystemen OBOE en H2S de doelen met flares te markeren. Het No. 156 Squadron was één van de eenheden die ingedeeld werd bij het Pathfinder Squadron. Aanvankelijk bleef het squadron met Wellingtons vliegen, in januari 1943 stapten ze over op Lancasters. Het motto van het No. 156 Squadron was 'We light the way' wat in het Nederlands 'Wij verlichten de weg' betekent. 

De missie in de nacht van 11 op 12 juni naar Münster diende om de H2S-radar massaal uit te proberen. Drieëndertig vliegtuigen moesten het doel markeren en de rest vormde de hoofdmacht. Het bombardement duurde 10 minuten en werd omschreven als zeer nauwkeurig en succesvol. In het haven- en industriegebied nabij het centrum van de stad werd geconcentreerde schade aangericht. Spoorwegen en woningen raakten zwaar beschadigd en 52 mensen kwamen bij het bombardement om het leven. Vijf toestellen (6,9%) keerden niet terug van deze pathfinders missie, waaronder de Lancaster ED935. Het toestel, met 8 man aan boord, stortte bij Lemmer in het IJsselmeer. De Lancaster werd niet geclaimd door een Duitse nachtjager. Het is aannemelijk dat het toestel geraakt werd door Duitse Flak. 

Alle bemanningsleden vonden de dood. Het lichaam van de 22-jarige navigator F/O. Robert Maxwell Bryant spoelde op 17 juni 1943 aan op Urk. Op 21 juni spoelde het lichaam van 23-jarige piloot F/O. John Cowley eveneens aan bij Urk. Omdat de Duitsers sinds september 1941 begrafenissen van geallieerde militairen op Urk niet meer toestonden, werden de stoffelijke overschotten per boot naar Amsterdam gebracht. Op 23 juni, 11 dagen na de crash, werden zij tezamen met 6 anderen op de Nieuwe Ooster Begraafplaats ter aarde besteld in respectievelijk vak 69, rij C, in de collectieve graven 19 en 20. De lichamen van de 23-jarige radiotelegrafist/boordschutter Sgt. William John Drake en de 22-jarige boordschutter Sgt. John Richard Curtis werden respectievelijk op 28 juni en 30 juni bij Lemmer geborgen door de reddingboot ‘De Hilda’. Zij werden in Lemmer begraven op de Algemene oude begraafplaats in afdeling C, regel 9, graf 8 en 7. De 25-jarige piloot Fl/Sgt. Kenneth Laurence William Lay, de 31-jarige boordwerktuigkundige Sgt. Reginald Edward Ratcliff, de 22-jarige bommenrichter Sgt. Donald Compton Bauman en de 20-jarige boordschutter Sgt. William Forster worden vermist. Hun namen staan bijgeschreven op panel 193, 162, 142 en 149 van the Memorial to the Missing, Runnymede in Surrey (Engeland), waar bemanningsleden van het Britse Gemenebest herdacht worden die geen 'known grave' hebben. Op de Algemene oude begraafplaats in Lemmer werden op 14 juli 1943 in de graven 5 en 6, naast de stoffelijke resten van Sgt. Drake en Sgt. Curtis, twee onbekende RAF vliegers begraven. Bij Urk werd een onbekende Engelse sergeant geborgen die op 18 juli 1943 op de begraafplaats bij het Kerkje aan de Zee begraven werd in het collectieve graf 612 en op 18 juli 1947 herbegraven op begraafplaats Rusthof bij Amersfoort in Rij 8, graf 172. 

Zzairwar vermoedt dat de Australische piloot Fl/Sgt. Kenneth Lay op 5 juli 1943 begraven is op de algemene begraafplaats van Kampen in IJsselmuiden als unknown RAAF airman, rang onbekend. Nopinoorlogstijd.nl geeft echter aan dat het graf in IJsselmuiden de stoffelijke resten kan bevatten van de Australische navigator F/O Bill Riley van de Wellington HF544 die op 26 juni 1943 ten zuiden van de Noordoostpolder in het IJsselmeer stortte. 

Bronnen: d-dayinfo.org.; Spanvis; ircrewremembered.com; rafcommands.com; losses.internationalbcc.co.uk.