Diepvrieshuisje

Diepvrieshuisje
Diepvrieshuisje Diepvrieshuisje

Plaats: Tollebeek

Locatie: Fazantendrift 10

Maker: onbekend

materiaal: baksteen

Jaar: 1958


Beschrijving:

Aan de Fazantendrift in Tollebeek staat een eenvoudig bakstenen gebouwtje, het voormalig Coöperatieve diepvriesgebouw. Traditioneel moest voedsel, om het langdurig te kunnen bewaren, geweckt, gedroogd, gekonfijt, gerookt of gepekeld worden. In de twintigste eeuw werd voedsel tevens in blik verpakt of langdurig verhit (steriliseren). Rond 1925 kwam een nieuwe manier beschikbaar om voedsel tegen bederf te beschermen. De Amerikaanse geleerde Clarence Birdseye ontdekte bij een bezoek aan een Eskimofamilie in Labrador dat vis die heel snel werd ingevroren zijn smaak en stevigheid behield.
 
Na de Tweede Wereldoorlog werd deze nieuwe conserveringsmethode door de Rijksvoorlichtingsdienst en de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen gepropagandeerd. Als de eerste koel-en vriesapparaten voor de consument op de markt komen is de aanschaf van een eigen diepvries voor veel gezinnen nog te duur. In 1952 werd in het Friese gehucht De Kooten het eerste diepvrieshuisje/diepvrieskluis in Nederland opgericht en in 1956 waren dit er al 46. Medio 1959 telde Nederland 380 diepvriesgebouwen waarvan er 265 werden geëxploiteerd op coöperatieve basis en 115 door particulieren. Ook in de Noordoostpolder verschenen de diepvrieshuisjes. Op 27 juli 1956 stelde de firma J.P. Beemsterboer te Emmeloord de eerste diepvriescentrale in de Noordoostpolder in werking. In het Overijsselsch Dagblad was te lezen: "In deze diepvriescentrale, welke gelegen is aan de Nijverheidsstraat, bevinden zich een groot aantal vriesboxen, welke aan de bewoners van Emmeloord worden verhuurd. In deze boxen kunnen de huurders door middel van de diepvriesmethode zelf hun levensmiddelen, zoals groenten, fruit en vlees, verduurzamen, zodat wecken of inzouten overbodig wordt. Hiertoe zal de temperatuur in de boxen regelmatig op -20 graden C. gehouden worden".
 
In 1958 werden in alle dorpen voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd door het 'Centraal Bureau' en de IJsselcentrale en coöperatieve diepvriesverenigingen opgericht. Op meerder plaatsen tegelijk bouwen was voordeliger. Als eerste opende de Coöperatieve Diepvriesvereniging Kraggenburg op 8 september 1958 een diepvrieshuisje aan de Walstraat naast de telefooncentrale. Er was gekozen voor het carrousseltype omdat deze volautomatisch was en zonder bedienend personeel. Het gebouwtje bevatte een betegelde diepvriesruimte met 128 lades met elk een inhoud van 110 liter. De koelinstallatie was geleverd door de firma Gebr. De Swaay N.V. uit Amersfoort. Het tweede diepvrieshuisje met 112 lades werd op 21 oktober in Rutten geopend, eveneens een carroussel geleverd door De Swaay en het huisje was gebouwd door de fa. Kramer uit Bant. In Marknesse startte in augustus 1958 de bouw van een diepvrieshuisje aan de Lage Sluiswal, op de plaats waar nu een toiletgebouwtje staat. In Luttelgeest kwam een diepvrieshuisje aan de Kade en ook in Nagele werd een diepvrieskluis in gebruik genomen. In de regionale pers werd regelmatig aandacht besteed aan de gang van zaken rond de diepvrieskluizen. Op 27 juni 1958 stond in het Overijsselsch dagblad: "Tijdens een vergadering van dorpsbelang te Creil is door het Centraal Bureau een uiteenzetting gegeven over de voordelen van een diepvrieskluis. Nog deze week zal tot aanbesteding van een kluis worden overgegaan. In het bestuur voor het beheer van de kluis werden gekozen de heren v. Beek, Kuik en van ’t Westeinde". Op 3 december 1958 meldde De Friese koerier : "In Creil is de diepvrieskluis in gebruik genomen. De huurders van de laden kregen hun sleutels en werden tegelijk geïnstrueerd in de bediening van de apparatuur. Voor deze diepvrieskluis bestaat grote belangstelling, voornamelijk voor het invriezen van slachtprodukten".
 
Ook in Tollebeek werd in 1958 een diepvrieshuisje ofwel diepvrieskluis gebouwd, een klein gebouwtje op een rechthoekige grondslag dat bestaat uit een bouwlaag met plat dak. Het interieur was voorzien van een grote diepvriesruimte. Het gebouwtje is opgetrokken uit rode baksteen, de gevelopeningen zijn spaarzaam en sober vormgegeven. De voorgevel is gericht naar de Fazantendrift en heeft een toegangsdeur. De linker zijgevel is voorzien van een lang smal raam met daarboven ventilatieroosters. In de rechter zijgevel zitten bovenaan twee lage horizontale raampjes. Omdat het diepvrieshuisje op heipalen staat kan je goed zien dat de poldergrond in de loop der jaren is ingeklonken. Liep de bezoeker vroeger het gebouwtje zo binnen, tegenwoordig moet je met een trapje een halve meter hoogteverschil overbruggen.
 
Het diepvrieshuisje werd op coöperatieve basis beheerd. Een huishouden kon één diepvrieslade huren van de in 1958 opgerichte Coöperatieve Vereniging tot Exploitatie van Diepvrieskluizen Tollebeek en Omstreken AG. Naarmate de belangstelling verminderde kon men meerdere lades huren. In 1983 bedroeg de huur omgerekend € 23,- per jaar. Het principe was als volgt: In een grote diepvries stond een draaicarrousel met zo'n 100 lades, die om een verticale as draaide. De lades waren ongeveer 1 m diep en liepen naar achteren spits toe. Bij binnenkomst waren in dit huisje drie lagen lades boven elkaar zichtbaar. De gebruiker toetste op het bedieningspaneel zijn nummer in en de carrousel draaide totdat de gehuurde lade vooraan kwam. De huurder kon vervolgens de grijzen metalen klep van de diepvries met zijn eigen sleutel openen om etenswaren erin op te bergen of er uit te halen. Dankzij het rotatiesysteem nam de vriezer niet veel ruimte in beslag. Door de stijgende welvaart kwamen koel- en vrieskasten in de zestiger jaren binnen een ieders handbereik en verloor het huisje zijn functie. In 1989 gaf de diepvries de geest en was niet meer te repareren. Nadat de caroussel gesloopt was werd het gebouwtje het thuishonk van de Touw Trekvereniging Tollebeek. Tegenwoordig is het archiefcentrum van Dorpsbelang Tollebeek in het gebouwtje ondergebracht. Sinds 2004 wordt het voormalig diepvrieshuisje 'De Kluis' genoemd. Op 29 oktober 2004 werd op de gevel van het gebouwtje een naambord onthuld dat gesmeed is door de heer Hofijzer.