Zuidert of Zuidbuurt

Zuidert of Zuidbuurt
Zuidert of Zuidbuurt Zuidert of Zuidbuurt Zuidert of Zuidbuurt Zuidert of Zuidbuurt Zuidert of Zuidbuurt

Plaats: Schokland

Locatie: Zuidert

Maker:

materiaal: steen

Jaar: ca. 1400


Beschrijving:

De terp de Zuidert of Zuidbuurt dateert van circa 1400 en was met ongeveer 14 huisjes de kleinste woonbuurt op Schokland. Dit gehucht vormden samen met de woonterp Middelbuurt het dorp Ens. De huizen op de Zuidert, die opgetrokken waren in hout, met een lemen vloer en een dak van riet of stro, stonden dicht op elkaar. Bij een felle brand in 1775 werden allle woningen in de as gelegd en 76 mannen, vrouwen en kinderen werden dakloos. Bij het herstel van de huizen werden de bewoners ondersteund door de stad Kampen en het gewest Overijssel. In 1825 teisterde een stormvloed het eiland. Door de golven werden op Zuidbuurt huizen verwoest. De bewoners herbouwde de buurt provisorisch.

Op de Zuidert waren geen voorzieningen zoals een kerk, een school of een winkeltje. Hiervoor waren de bewoners aangewezen op Middelbuurt. Door storm en overstromingen was het dikwijls onmogelijk om op Middelbuurt te komen. In een brief van 24 januari 1842 aan koning Willem II beklaagden de bewoners van de Zuidert zich over deze toestand. In een antwoord door de dienst Waterstaat werd de Zuidbuurt te klein en ontbeduidend genoemd om als algemeen belang te worden aangemerkt. "Dit ongemak is eigen aan de plaats die door de inwoners vrijwillig wordt bewoond". In de nacht van 1 op 2 januari 1853, twee dagen voor volle maan, dus omstreeks springtij, woedde er een zware storm uit het noordwesten. Op zee waren de golven zeer hoog. In een mum van tijd stond de Zuidert onder water. Bron: Schokland Verlaten, een reconstructie van de ontvolking in 1859.

De situatie op de woonterp was uitzichtloos. De herstelwerkzaamheden aan het paalwerk werd geraamd op ƒ 20.000,- . Op 21 augustus 1854 bracht de Overijsselse Commissaris van de Koning een inspectiebezoek aan Schokland. Dat bezoek had tot gevolg dat voor het opknappen van de verwaarloosde woningen op de Zuidert geen overheidsgeld meer ter beschikking werd gesteld. Op voorstel van Jean Frédéric Augier (1809-1889), ingenieur van 's Rijks Waterstaat (tot 1848 de Waterstaat), werd besloten om de buurt te slopen. De bewoners van de woningen kregen een schadevergoeding van ƒ 500,- als zij hun woningen binnen een jaar sloopten en zich elders zouden vestigen. De bewoners accepteerden dit aanbod. In 1855 ontruimden de 16 gezinnen, ca. 80 mensen, de terp en verhuisden naar Middelbuurt en Emmeloord. Bron: Schokland en de Schokkers, door dr. B. Meijlink.

Het jaar 2000 was het jaar van de landelijke campagne ‘Erfgoed, al goed’ van Landschapsbeheer Nederland, die aandacht vroeg voor cultuurhistorische waarde van het landschap. In het kader van deze campagne kon men plannen insturen waarmee het cultuurhistorisch erfgoed in het landschap versterkt kon worden. Eén van de winnende projecten in de provincie Flevoland was, 'Herstel van de Zoetwaterput de Zuidert '. Na de ontruiming moest de waterput het ook ontgelden en werd met de grond gelijk gemaakt. Wel bleef de plaats van de put goed herkenbaar. Om het verhaal van de geschiedenis te verlevendigen, zou de waterput weer bovengronds moeten komen. In 2003 is de wand van de waterput weer opgemetseld. Bron: informatiebord op de Zuidert

Voor drinkwater was de bevolking van Schokland afhankelijk van regenwater en grondwaterputten. Tot 1400 was het grondwater zoet, maar de zee drong steeds dieper het land binnen. De opdringende zee verdreef het zoete water uit de bodem, en de waterputten moesten steeds dieper worden. Op een kwaad moment was het grondwater brak geworden en niet meer geschikt voor consumptie. Voor drinkwater waren de Schokkers toen geheel afhankelijk van regenwater. De slechte drinkwatervoorzieningen vormden een groot risico voor de gezondheid. Ziektes als cholera en tyfus lagen op de loer. De Schokker huisjes, die gedekt waren met riet en/of stro, waren niet geschikt voor het opvangen van goed drinkwater. Het dak van de Waterstaatskerk op Middelbuurt werd gebruikt voor de opvang van regenwater, dat in de waterkelder of de armenbak bewaard werd. 

Vanwege oudheidkundige- en kunsthistorische betekenis geniet Terp de Zuidert gedeeltelijke bescherming in het kader van de monumentenwet.