O.L.V. Sterre der Zee kerk

O.L.V. Sterre der Zee kerk
O.L.V. Sterre der Zee kerk O.L.V. Sterre der Zee kerk O.L.V. Sterre der Zee kerk O.L.V. Sterre der Zee kerk O.L.V. Sterre der Zee kerk O.L.V. Sterre der Zee kerk O.L.V. Sterre der Zee kerk O.L.V. Sterre der Zee kerk

Plaats: Marknesse

Locatie: Groene Zoom

Maker: A.J.M. Vosman

materiaal: diverse bouwmaterialen

Jaar: 1955 - 1957


Beschrijving:

Op 16 juni 1941 (Sint Jansdag) gaf de aartsbisschop van Utrecht, Johannes Kardinaal de Jong (1885-1955), aan kapelaan Thomas Wilhelmus van Dijk (1901-1975) van de Utrechtse Jozefparochie de opdracht om de zielzorg op zich te nemen van de katholieke arbeiders die bezig waren de 48.000 ha grootte Noordoostpolder droog te leggen en te ontginnen. Daarnaast moet hij de stichting van een parochie en kerken voorbreiden. Op zondag 16 november 1941 droeg pastoor Van Dijk de eerste mis in de Noordoostpolder op. Het ontspanningslokaal van kamp Ramspol was voor deze plechtigheid ingericht. Vanuit Kampen, waar pastoor Van Dijk woonde, werd de zielzorg van de polderwerkers behartigd. Op zijn motor trok hij de polder in. Het aantal katholieken in de Noordoostpolder groeide en pastoor Th. W. van Dijk kreeg hulp van assistenten, vooral van de paters missionarissen van het H. Hart van Heino en Arnhem. Op 18 oktober 1942 werd door pastoor van Dijk op Schokland, alweer het elfde kamp, de eerste H. Mis opgedragen sinds de ontruiming in 1859. Begin 1943 was het water zover gezakt dat pastoor Thomas van Dijk voor het eerst op de plaats van het toekomstige Emmeloord een mis kon opdragen. In 1944 gaf pastoor Van Dijk de firma N.V. Panagro uit Warmond opdracht voor de bouw van een eerste hulpkerk aan de Hoogzijde in Marknesse. Deze firma had al voor de oorlog ervaring opgedaan met houten-systeembouw. De hulpkerk arriveerde in mei 1944 per boot in Marknesse. Het kerkje werd op 27 september 1944 door deken J. Scholtens uit Wolvega ingewijd. De kerk had een aangebouwd ingangsportaal dat onder een flauw hellend zadeldak stond. Het gebouwtje had een aangekapt dak, een zadeldak met een knik. De houten noodkerk bood plaats aan ongeveer 160 personen. In de kerk stonden twee natuurstenen beelden van Maria en Jozef, die waren aangeschaft bij beeldhouwer Piet Jungblut (1909-1988) in Bilthoven. Voor de kruiswegstaties was geen plaats. Een niet-roomse grondwerker schilderde ze toen maar op de ramen. Achterin het kerkgebouw waren twee vertrekken als zit-slaapkamer ingericht. Na de oplevering woonden daar de missionarissen K. Seelen en Croonen, twee van de vijf assistenten die zondags in de polder nodig waren om op 8 plaatsen de H. Mis op te dragen. 

De vurige wens van pastoor Th. W. van Dijk was zich te vestigen in het hart van de polder, in Emmeloord, en daar een parochie op te richten. Maar de enerverende spanningen van de hongerwinter en de slopende barheid van het nieuwe land hadden veel van zijn krachten gevergd. Eind april 1945 zakte pastoor van Dijk tijdens de mis in Emmeloord in elkaar. Noodgedwongen moest hij enige maanden rust nemen. Pastoor van Dijk bereidde nog het stichten van de eerste parochie en een woning in Emmeloord voor. Op 22 september nam de pastoor afscheid van de katholieke bewoners van Marknesse en Emmeloord. Op 29 september 1945 vond in de hulpkerk in Marknesse de inwijding van de H. Michaëlparochie in Emmeloord plaats en werd pastoor Franciscus Johannes Bernardus Koopmans (1900-1969) als opvolger van pastoor Van Dijk geïnstalleerd.

Met ingang van 26 augustus 1949 stichtte de aartsbisschop van Utrecht in Marknesse een nieuwe parochie onder de titel 'Maria Sterre der Zee'. Deze titel is een van de meest bekende van Maria. Reeds in de 13e eeuw werd Maria onder deze titel als patrones aangeroepen door schippers, die vóór de uitvinding van het scheepskompas waren aangewezen op de stand van de sterren. De titel is in de Katholieke eredienst terechtgekomen door de verklaring van de naam Maria door de heilige Hiëronymus van Stridon (ca. 347-420), een van de vier grote kerkvaders van het Westen. Tussen 390 en 405 maakte hij in opdracht van paus Damasus (305-384) de Vulgaat, een Bijbelvertaling in alledaags Latijn die grotendeels gebaseerd is op oorspronkelijke Hebreeuwse bronnen. De naam van Maria is in het Hebreeuws Mirjam. Op zoek naar de betekenis van de naam Maria las Hiëronymus de naam als een combinatie van de twee Hebreeuwse woorden mar ‘druppel’, en jam ‘zee’, oftewel ‘druppel van de zee’, in het Latijn 'Stilla Maris'. Al gauw werd in de handschriften ‘Stilla Maris’ veranderd in ‘Stella Maris’ oftewel ‘Ster van de zee’. Deze verschrijving gaat zeer waarschijnlijk niet op Hiëronymus zelf terug, maar op kopiïsten, monniken die, voor de boekdrukkunst was uitgevonden, boeken overschreven. De titel 'Stella Maris' kwam weer in de litanie van Loreto terecht die ook wel de litanie van de heilige Maagd Maria wordt genoemd. De litanie van Loreto, een reeks van aanroepingen van Maria die gedeeltelijk op de bijbel en gedeeltelijk op de hymnen is gebaseerd, werd in 1601 door paus Clemens VIII (1535-1605) vastgelegd.

Eveneens met ingang van 26 augustus 1949 benoemde de aartsbisschop de zeereerw. heer Arnoldus Theodorus Wilhelmus Weijs tot bouwpastoor. Hij kreeg de opdracht de bouw van een definitieve kerk in Marknesse en Luttelgeest voor te bereiden. De Onze Lieve Vrouwe Sterre der Zee kerk werd in 1955 - 1957 in opdracht van het kerkbestuur van de O.L.V. Sterre der Zee parochie door bouwbedrijf Mokveld uit Hilversum gebouwd naar een ontwerp van architect Anton Vosman. Het ontwerp was, vanwege de hoge kosten, keer op keer afgekeurd door de Directie Wieringermeer. Die had een stevige vinger in de pap omdat in 1954 voor de bouw van kerken een financieringsregeling tot stand was gekomen. De overheid nam de helft van de kosten voor haar rekening en subsidieerde ook de bouw van de torens. In november 1955 startte uiteindelijk de bouw voor de kerk. Begin mei waren de voorbereidende werkzaamheden voltooid. Het metselwerk van de kelders van de pastorie en de kerk waren gereed en de betonnen fundering gestort. De bouw van het eigenlijke kerkgebouw kon van start. In september 1956 werd het hoogste punt bereikt en een maand later was de kerk onder de kap.

  
Bouwtekeningen. Bron: Piet Verwer

Een rooms-katholiek kerkgebouw is op de eerste plaats het huis van God (domus Dei) en daarmee de plaats van de Godsontmoeting. In verschillende vieringen wordt het kerkgebouw aan God toegewijd. De voorbereidende viering omvat de eerste steenlegging, de zegeningen van het bouwterrein en de plaatsing van een houten kruis op de plaats waar het altaar komt te staan. Op 11 juni 1956 werd om acht uur 's avonds de eerste steen gelegd door mgr. Pieter Antonius Nierman (1901-1976) onder wiens bisdom de Noordoostpolder sinds de herindeling in mei van dat jaar ressorteerde. Op 30 april 1957 vond de plechtige inwijding van de O.L.V. Sterre der Zee kerk plaats. Om kwart over acht begon bisschop Nierman van Groningen met de kerkwijding, of in Kerklatijn de consecratie, waarbij alleen de geestelijkheid betrokken was. Bij de wijding werd de bisschop geassisteerd door de pastoors Koopmans van Kraggenburg en Grimmelikhuizen van Vollenhove als diaken en subdiaken. Ter verdere assistentie waren aanwezig de pastoors Morselt van Emmeloord en Gilsing van Ens en de pater Norbertijnen van Essenburg. Tegen tien uur was de wijding van het kerkgebouw ten einde. Vervolgens begon de altaarconsecratie, die door gelovigen en genodigden werd bijgewoond. Na deze plechtigheid werd de H. Mis gecelebreerd door mgr. Scholtens, deken van Wolvega met pastoor Sanders van Tollebeek als diaken en pastoor ten Hagen van Rutten-Creil als subdiaken. Ter gelegenheid van de kerkwijding kreeg pastoor Weijs namens de parochianen ƒ 1100,- overhandigd om het priesterkoor te verfraaien. 

De kerk is opgezet als een driebeukige basiliek met aan de voorzijde een bakstenen toren die als een breed romaans westwerk is vormgegeven. Het kerkgebouw kenmerkt zich door neoromaanse en vroeg christelijke elementen. De kerk staat op een rechthoekig grondplan en is opgetrokken uit grijs genuanceerde baksteen. Het schip staat onder een met pannen gedekt zadeldak, de lessenaarsdaken van de zijbeuken zijn eveneens met pannen gedekt. De achterzijde van het gebouw wordt gedomineerd door de hoog opgaande halfronde apsis van het koor onder een met koperen roeven gedekt half kegeldak. De glas-in-loodvensters in het kerkgebouw zijn grotendeels rondboogvormig. De pastorie heeft een schilddak en is door een zaaltje met de kerkzaal verbonden. De drie-beukige kerkruimte wordt in de lengte en in de breedte in drieën gedeeld door grote rondbogen, waartussen de koepelgewelven liggen. De gewelfbogen rusten op betonnen zuilen met kapitelen. Deze ondersteunen tevens de drie rondboogvormige scheibogen, die het schip van de zijbeuken scheiden. Ook de zijbeuken zijn voorzien van drie koepelgewelfjes. Het onderste deel van de rechthoekige klokkentoren die dwars op het schip staat, heeft een steunbeer aan weerszijden. De 20 m. hoge toren bevat drie rondbooggalmgaten met ijzeren sierhekjes en staat onder een zadeldak. De entree is rondboogvormig en heeft een dubbele paneeldeur in een betonnen omlijsting. De klokkentoren wordt bekroond door een kruisdragende bol en haan.

Tegen het eind van de 19e eeuw werd het de gewoonte om door bemiddeling van tussenhandelaren kerkklokken aan de man te brengen. De 493 kg zware bronzen klok in de toren van de O.L.V. Sterre der Zee kerk is gegoten door Petit & Fritsen in Aarle-Rixtel en geleverd door de firma Th. Hogen & Zn. uit Duivendrecht, die na de Tweede Wereldoorlog gedurende een korte periode klokken van Petit & Fritsen verhandelde. Het opschrift op de klok luidt:  MARIA VOCOR, A.D. 1956, wat betekent: Ik heet Maria. In het jaar onzes Heeren 1956 en daaronder staat PETIT & FRITSEN ME FUNDERUNT oftewel Petit & Fritsen hebben mij gegoten. De luidklok heeft het karakteristieke klokprofiel van Petit & Fritsen met de randversiering van de Franse lelie en de katholieke engeltjes. De klok is gestemd in A. 

Een pijporgel maakte deel uit van de primaire uitrusting van alle vanaf de jaren 1950 gebouwde rooms-katholieke kerken. Tot ver in de jaren zestig horen de nieuwe orgels tot de vooroorlogse traditie van katholieke orgelbouw; geen majestueuze instrumenten maar voldoende toegeruste orgels voor de begeleiding en omlijsting van meerstemmige koorzang. Bron: Katholiek leven in Noord Nederland 1956-2006: vijftig jaar bisdom Groningen. Ook in de O.L.V. Sterre der Zee kerk staat op het oksaal (de orgeltribune) aan de westzijde van het schip, een pijporgel dat in 1956 gebouwd is door de fa. Valckx & Van Kouteren uit Rotterdam. Het orgel is samengesteld uit vijf klimmende pijpvelden in open opstelling. Dit in tegenstelling tot de protestantse orgels uit die tijd die omsloten worden door een orgelkas. Een katholiek kerkorgel heeft ook een andere klank dan een protestants orgel dat vaak scherper geïntoneerd is, omdat het vooral voor volgzang gebruikt wordt. In katholieke kerken wordt het instrument vooral voor begeleiding gebruikt. Het katholieke orgel is warmer van klank, lieflijker en romantischer. Een orgelpijp is gemaakt van een legering van tin en lood. Als je veel tin gebruikt krijg je een heldere klank, als je meer lood gebruikt wordt het geluid omfloerster en daardoor warmer. Kijk hier voor de dispositie. 

De veranderingen in de liturgie na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) brachten grote aanpassingen met zich mee voor het hoofdaltaar in de kerk. Dit was volgens eeuwenoude traditie aan de oostzijde van de kerk achter in het priesterkoor geplaatst, waarbij de afstand tussen het altaar en de gelovigen relatief groot was. Omdat het gebruikelijk werd dat de priesters gingen celebreren gekeerd naar de gemeenschap, moest er dichterbij de gelovigen een altaar komen waar de priester achter kon staan. Zo is het gekomen dat in kerken die tot eind jaren 1960 gebouwd zijn, zoals de O.L.V. Sterre der Zee kerk, later een 'voorzetaltaar' is geplaatst waardoor er sprake is van een tweedelig hoofdaltaar. Voor de viering wordt het hoogaltaar in de afsluiting van het priesterkoor niet meer gebruikt maar het nieuwe volksaltaar dat voor het koor geplaatst is. Door het Tweede Vaticaans Concilie is de voertaal niet meer Latijn, maar de landstaal. 

Het schip wordt verlicht door zes ijzeren verlichtingsarmaturen die gemaakt zijn door smederij Weevers. Al tijdens de bouw werden ze aan de gewelven opgehangen. In de rechter zijbeuk staat, in een boogvormige nis, het Mariabeeld dat afkomstig is uit de noodkerk in Marknesse. Sinds de St. Jozefkerk in november 2004 gesloten is staat het beeld van de H. Jozef ook in de O.L.V. Sterre der Zee kerk. Na de sluiting van de St. Jan de Doper kerk in Kraggenburg heeft het beeld van St. Antonius uit deze kerk een plek links op het podium gekregen. In het midden van de voorgevel bevindt zich een gebeeldhouwd reliëf van de Madonna met kind. In de tuin staat een beeld van Maria Onbevlekte Ontvangenis. Het kerkgebouw is met een tussenlid verbonden met de pastoorswoning.

De O.L.V. Sterre der Zee kerk staat op een prominente plaats, zijdelings aan de groene singel die onderdeel is van de grotere groene ruimte van Marknesse. Het kerkgebouw lijkt sterk op de eveneens door Vosman ontworpen voormalige rooms-katholieke kerk in Bant, behalve de toren die bij de Bantsiliek vrijstaand is vormgegeven. Beide kerken zijn geheel van steen overwelfd. De steunberen, de halfronde apsis en het bescheiden siermetselwerk geven een uiterst traditionele uitstraling. Het kerkcomplex van de O.L.V. Sterre der Zee kerk is vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Kijk hier op blz. 70 voor een uitvoerige beschrijving van het monument.

In 1991 ontstond de Ireneüsparochie door een fusie van de parochies van Marknesse, Luttelgeest, Kraggenburg en Ens. Datzelfde jaar werd de kerk o.l.v. architect Roel Kouwen van Advies- en architectenbureau Kouwen uit Tolbert gerestaureerd door bouwbedrijf P. Verwer uit Marknesse. Aan de restauratie was twee jaar voorbereiding vooraf gegaan. De kosten bedroegen ƒ 200.000,-, waarvan het bisdom de helft bijdroeg en de rest is opgebracht door de kerkgemeente zelf. Als sluitstuk van de restauratie werd op 23 januari 1992 een windhaan op toren geplaatst.

Per 1 januari 2015 zijn de 4 parochies in de Noordoostpolder een bestuurlijke fusie aangegaan. In een H. Eucharistieviering op zondag 4 januari, onder leiding van bisschop G.J.N. de Korte van Groningen-Leeuwarden, werd de nieuwe parochie onder de naam Emmaüs, feestelijk ingeluid in de H. Michaelkerk in Emmeloord. "Veranderingen in de kerk en samenleving vragen anno 2015 om nieuwe vormen van organisatie en geloofsbeleving. De R.K. geloofsgemeenschap van de Noordoostpolder gaat aan een nieuw hoofdstuk van haar geschiedenis beginnen, in het voetspoor van de Emmaüsgangers'', schrijft pastoor Victor Maagd in de speciale fusie-uitgave van het parochieblad. "Het Emmaüsverhaal gaat over teleurstelling en zorg maar vooral over hoop. Dit verhaal van hoop willen we de toekomst indragen". Bron: De Noordoostpolder

De Pastoor Weijsstraat in Marknesse houdt de herinnering aan de eerste pastoor van het dorp levend. Arnoldus Theodorus Wilhelmus Weijs is op 14 februari 1908 in Duiven geboren. Na zijn priesterwijding op 23 juli 1934 werd hij door de Aartsbisschop van Utrecht in augustus van dat jaar tot kapelaan in Overdinkel benoemd. Na 7 jaar in Overdinkel gestaan te hebben volgde kapelaan Weijs op 21 september 1941 kapelaan G.A. van Schaik als kapelaan in Denekamp op en werd ook belast met de zorg voor de hulpkerk in Noord Deuringe. Op 26 augustus 1949 stichtte de Aartsbisschop de O.L.V. Sterre der Zee parochie onder leiding van bouwpastoor A. Th. W. Weijs. Pastoor Weijs verzorgde bijna 27 jaar de rooms-katholieke zielzorg in Marknesse-Luttelgeest. Op 25 april 1968 overleed hij op 60-jarige leeftijd in het ziekenhuis in Emmeloord. Conservatief als hij was, had pastoor Weijs grote moeite met de veranderingen in de kerk als gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie. Op 27 april werd pastoor Arnoldus Theodorus Wilhelmus Weijs op het katholieke deel van de algemene begraafplaats in Marknesse begraven. In Denekamp is ook een straat naar hem vernoemd, de Kapelaan Weijsstraat.

Architect
 
Antonius Johannes Maria (Anton) Vosman is op 19 mei 1896 in Deventer geboren. Hij is opgeleid door Wolter te Riele (1867 -1937), een Nederlandse architect die vooral neogotische kerken ontwierp. De Heilig Hart kerk in Deventer werd in 3 fasen gebouwd naar een ontwerp van Te Riele. De toren werd in 1934 afgebouwd naar een ontwerp van A.J.M. (Anton) Vosman, volgens een versoberde versie van het oorspronkelijke ontwerp van Wolter te Riele. In 1936 ontwierp Vosman zijn eigen woonhuis aan de Spanjaardsdijk in Schalkhaar. Bij het ontwerp liet hij zich inspireren door de Amsterdamse School. Anton Vosman overleed op 9 augustus 1967 op 71-jarige leeftijd in Schalkhaar. Vosman heeft voornamelijk religieuze gebouwen ontworpen, waaronder de rooms-katholieke kerken in Bant en Marknesse.