Replica lichtopstand Oud-Kraggenburg

Replica lichtopstand Oud-Kraggenburg
Replica lichtopstand Oud-Kraggenburg

Plaats: Kraggenburg

Locatie: Zwartemeerweg 23

Maker:

materiaal: staal

Jaar: 1994


Beschrijving:

Eind 1848 kwam de lichtwachterswoning Kraggenburg aan het begin van het voormalig Zwolse Diep gereed. In de Staatscourant werd aangekondigd dat op het eind van de zuidelijke dam een wit licht zou branden op 8,15 m boven gewoon hoog water. Omdat de 'grote lantaarnpaal' aan het eind van de dam bij slechte weersomstandigheden moeilijk te bereiken was werd de paal ruim een jaar later 150 m landinwaarts verplaatst. In de Nederlandsche Staatscourant van 31 mei 1850 stond: "De Minister van Marine brengt bij deze ter kennis van de scheepvaart en verdere daarbij belang hebbende, dat volgens een aan hem door Heeren Gedeputeerde Staten der Provincie Overijssel medegedeeld berigt van den Raad van Administratie der Naamlooze Maatschappij tot verbetering van het Zwolsche Diep, het aan dien Raad, zoowel als om het aansteken en onderhouden van het licht bij nacht, ten allen tijden wanneer zulks gevorderd wordt, te kunnen verzekeren, wenschelijk voorkomen is, om den Lantaarntoestel voor het witte licht (bedoeld bij de dezerzijds onder den datum van den 23sten November 1848 in de Nederlandsche Staatscourant geplaatste Advertientie) van af de uiterste punt op den Zuidelijken Leidam langs het Zwolsche Diep te verplaatsen omstreeks 150 Nederlandsche ellen binnenwaarts, en om ter plaatsen alwaar de Lantaarnpaal vroeger stond, te stellen een zware Baak met breeden Kop. 's Gravenhage, den 12 den Maart 1850. De Minister voornoemd, E. Lucas". De lamp in de nieuwe baak, die op carbid brandde, ontstak de lichtwachter met de hand. Bij laag water lopend via de dam, bij hoog water met een roeiboot. Door het witte licht op de lichtopstand was het duidelijk waar de schepen het Zwolse Diep konden binnenvaren. Wanneer de leidammen onder water stonden ontstak de havenmeester een rood licht, eerst op het dak van zijn woning, later op het bijgebouwtje. Bij mist werd de mistbel voortdurend geluid.

Na de Eerste Wereldoorlog werd de baak vernieuwd en voorzien van een betere fundering. De nieuwe, 6 m hoge lichtopstand met rond bordes op de zuiderdam was uitgerust met een vaste ijzeren trap zodat ook de bediening en onderhoudswerkzaamheden gemakkelijker werden. In 1919 werd het licht een 'vast wit licht met verduistering' van 5 seconde, 2,5 seconde helder, dat voorzien was van een uurwerk waarmee het licht automatisch werd ontstoken en geblust. Het rode licht op het bijgebouw werd vanaf dat moment niet meer gebruikt. Omdat de lichten automatisch ontstoken werden had de lichtwachterswoning, tegenwoordig Oud-Kraggenburg genaamd, vanaf 1920 geen vaste bewoners meer. Op 1 februari 1920 verliet de laatste lichtwachter Barend Kroese met zijn gezin Kraggenburg. Vanaf die tijd werden de lichten op Kraggenburg gecontroleerd door Kasper Kombrink, de bakenwachter van Genemuiden. Op 24 oktober 1940 werd de nieuw gebaggerde geul langs de meerdijk van de Noordoostpolder voor het scheepvaartverkeer opengesteld en gelijktijdig de route door het Zwolse Diep gesloten, de lichten werden gedoofd. De terp met de lichtwachterswoning kwam op het droge te liggen toen de Noordoostpolder op 9 september 1942 droogviel. Bron: Kraggenburg en de vaarweg van Zwolle naar zee.

Tijdens een storm knakte de stalen lichtopstand in tweeën. Het baken was te zwaar beschadigd om gerepareerd te worden. Omdat Oud-Kraggenburg sinds 1969 een Rijksmonument is moest voor het maken van een reconstructie toestemming gevraagd worden aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. In 1987 werd de toestemming verleend. De gemeente Noordoostpolder kocht de lichtopstand en 50 m² omliggende grond in 1993 voor het symbolische bedrag van ƒ 1,- en liet een replica maken die op 27 juni 1994 geplaatst werd. De provincie financieerde ruim ƒ 50.000,- en de gemeente Noordoostpolder bijna ƒ 9.000,-. De oude vervallen lichtopstand zou op Schokland geplaatst worden, maar dat is er nooit van gekomen. De restanten liggen nog steeds op de kop van de zuiderdam, als herinnering aan vervlogen tijden.