Kadoelerkeersluis
Plaats: Kraggenburg
Locatie: Kadoelerweg
Maker: Dienst der Zuiderzeewerken
materiaal: diverse materialen
Jaar: 1940
Beschrijving:
Bij de aanleg van de Noordoostpolder heeft men in het noorden de polder aan het vaste land van Friesland laten aansluiten. Bij de Overijsselse kust kon dat niet omdat er dan problemen met de waterhuishouding in noordwest Overijssel zouden ontstaan. Het overtollig water uit het Land van Vollenhove werd door het ten noorden van Vollenhove liggende gemaal A.F. Stroink afgevoerd naar het IJsselmeer. Om dit in stand te kunnen houden werd begin 1936 besloten om in het zuidoosten van de Noordoostpolder twee boezemmeren aan te leggen, het Vollenhover- en het Kadoelermeer. Bijkomend voordeel was dat door de twee meren Blokzijl en Vollenhove bereikbaar bleven voor de scheepvaart. Om te verhinderen dat bij hoog water in het Ketelmeer en Zwarte Meer de kop van Overijssel gevaar liep, is toentertijd besloten om aan de mond van het Vollenhovermeer, bij Kadoelen, een keersluis te bouwen. Door de bouw van de keersluis konden de dijken langs het Kadoeler- en Vollenhovermeer lager blijven. Het zo bespaarde geld werd gebruikt voor de bouw van de keersluis.
Op 28 juni 1939 werd door de hoofdingenieur-directeur van 'den Rijkswaterstaat', de keersluis en de bijkomende werken aanbesteed. De laagste inschrijving was van de N.V. Nederlandse Beton Mij. 'Bato' uit Den Haag voor ƒ 136.980,-. De aanbesteding voor de zes ijzeren schuiven, een schuivenstelling met beweegwerktuigen, twee ijzeren kraandeuren, een deurenstelling, een torenkraan met hijswagen, een ijzeren basculebrug met bewegingsinrichting en bijkomende werken vond op 20 september 1939 plaats. De laagste inschrijver was de N.V. Arnhemsche Stoomsleephelling Mij. te Arnhem voor ƒ 115.230,-. Het in Amerika bestelde ijzer voor de bovenbouw kwam begin mei 1940 in de fabriek aan. In 1939 werden tussen de dijk van de Noordoostpolder en de kust van Overijssel twee keileemdammen voor de bouwput van de Kadoelerkeersluis aangelegd. Nadat het water daartussen met centrifugaalpompen was weggepompt kon men op de zeebodem beginnen met de bouw van de keersluis en de brug. Om het bouwwerk te dragen werden 105 palen in de voormalige zeebodem gedreven. Gezien de bodemgesteldheid was niet mogelijk normale palen te heien. Gekozen werd voor het zogenaamde Franki-systeem van de N.V. Nederlandsche Franki Maatschappij uit Kinderdijk. Daarbij werd niet de paal zelf, maar een holle stalen buis de grond ingedreven. In de buis werd naderhand beton gestort. Begin mei 1940 waren de werkzaamheden al in een gevorderd stadium. Het landhoofd en de drie pijlers aan de polderzijde waren gereed, de grote tussenpijler gestort en de bekisting voor het oostelijk landhoofd was aangebracht zodat het beton gestort kon worden. Maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei moesten de bouwwerkzaamheden gestaakt worden. De pompen zwegen en de bouwput liep vol water. De bekisting voor het landhoofd ging drijven en de grote tussenpijler liep waterschade op en was volgelopen met slib. Na 14 mei konden de werkzaamheden weer worden opgepakt. Bronnen: Driemaandelijksche Mededeelingen betreffende de werkzaamheden voor de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee 1939,1940,1941; krantenarchief Delpher
Het kanaal tussen Blokzijl en Kadoelen werd op 22 november 1940 voor de scheepvaart opengesteld. Met het doorgraven van de dijk om de bouwput en het weghalen van de houten noodbrug werd ook de Kadoelerkeersluis op 30 november zonder enig ceremonieel in gebruik genomen. Om kwart over vijf passeerde de sleepboot Risico uit Lemmer, die uit Vollenhove kwam, als eerste de keersluis. Daarmee is de Kadoelerkeersluis, of Kadoelersluis zoals hij ook wel onterecht genoemd wordt, één van de eerste
kunstwerken in de polder. In de maanden na de ingebruikname door de scheepvaart werden het brugdek, de schuiven (rinketten), deuren enz. aangebracht. Op 27 februari 1941 werd gestart met het monteren van de basculebrug. Enkele dagen later was de klus geklaard. De Kadoelerbrug bestaat uit een beweegbaar deel en aanbruggen. De totale lengte is 45 m, de breedte 5,40 m. Ook de staalconstructie van de keersluis kwam in het eerste kwartaal van 1941 gereed, al liet de elektrische installatie nog even op zich wachten,
Bron: krantenarchief Delpher. Een keersluis is naar Nederlandse begrippen in feite geen sluis, maar een tijdelijke waterkering die kan worden gesloten als de waterstand dit noodzakelijk maakt. De Kadoelerkeersluis regelt de waterkering tussen het Zwarte Water en het Kadoelermeer. Bij hoogwateromstandigheden worden de stalen hefdeuren door middel van een mechanisme met keerwielen en staalkabels neergelaten om de kop van Overijssel te beschermen tegen overstromingen. De keersluis ligt los van de brug. De maximale doorvaartbreedte bedraagt 9,50 m. Om een onbeperkte doorvaarthoogte te verkrijgen staan 2 hefdeuren gewoonlijk in een stalen portaal naast de keersluis. Bij waterstuwing uit het IJsselmeer kunnen de 10,90 x 7,20 m grote hefdeuren met de bijbehorende torenkraan in de opening worden geplaatst en de drie schuiven van de 5,35 m brede afvoeropeningen gesloten worden.
Aan de Overijsselse kant van de Kadoelerkeersluis werd een werkloods gebouwd die staat op een rechthoekig grondplan. De loods is opgetrokken in baksteen en staat onder een met rode dakpannen gedekt
zadeldak. De aanwezigheid van een beheersgebouw bij de keersluis illustreert goed dat de mobiliteit in de beginjaren van de polder beperkt was.
Het IJsselmeer heeft invloed op de waterstanden van het Zwarte Meer en het Zwarte Water. Bij een noordwestenwind ontstaat opstuwing vanuit het IJsselmeer en de stroomrichting van het water kan omdraaien naar het Zwarte Water toe. Sinds 2002 sluit de
balgstuw bij Ramspol het Ketelmeer in dit soort situaties af van het Zwarte Meer. Bij een waterstand van 0,50 m boven NAP blaast de waterkering zichzelf automatisch op. Door de opstuwing wordt afvoer vanuit het achterland gehinderd om af te stromen richting het IJsselmeer. Het sluiten van de balgstuw kan als effect hebben dat het waterpeil vanaf Kadoelen tot aan Blokzijl snel stijgt. Het peil bij de Kadoelerkeersluis moet, als de balgstuw in werking is getreden, voortdurend door Waterschap Zuiderzeeland gemonitord worden. Het waterpeil bedraagt hier normaal 0,40 m onder NAP. Als het water een hoogte van 1,00 m boven NAP bereikt, worden de hefdeuren en schuiven neergelaten.
In februari 2022 stond het water hoger dan het normale winterpeil van -0,40 NAP. Het waterpeil in het IJsselmeer en het Ketelmeer was erg hoog. Door de storm Dudley werd het water in de beide meren nog verder opgestuwd waardoor de balgstuw bij Ens was opgeblazen. Het water van het achterland van Overijssel kon daardoor niet wegstromen. Omdat verwacht werd dat de storm Eunice opnieuw voor zware windstoten en opstuwing van het water zou zorgen sloot Waterschap Zuiderzeeland op 18 februari uit voorzorg de Kadoelerkeersluis. De twee doorvaartopeningen gingen dicht. Daar de verwachting was dat het waterpeil in het Kadoelermeer onder het sluitpunt van 1,00 m boven NAP zou blijven konden de kleine schuiven open blijven zodat gemaal Smeenge bij Kraggenburg en gemaal Stroink in de Kop van Overijssel door konden gaan met spuien.
De bijna 85-jarige Kadoelerbrug nadert het eind van zijn levensduur en is dringend aan renovatie toe. In 2026 start de renovatie van de brug die samen met de Kadoelerkeersluis één complex vormt. De brug is in het beheer van de gemeente Noordoostpolder, de keersluis van Waterschap Zuiderzeeland. Vanwege de cultuurhistorische waarde wil de gemeente de brug renoveren met behoud van het authentieke karakter en rijke historie. Dat betekent dat bij het inzetten van innovatieve technieken en materialen, rekening gehouden moet worden met de beperkingen van de bestaande constructie. De bestaande stalen val wordt vervangen door een nieuwe ongebalanceerde stalen val. De bestaande kelder wordt zoveel mogelijk in stand gehouden en zal hersteld worden door middel van beton. De toegang tot de kelder, inclusief trappen en bordes, wordt vernieuwd. Op de bestaande pijlers worden nieuwe aanbruggen geplaatst. De brug krijgt nieuwe bedienings-, besturings- en veiligheidssystemen. De werkzaamheden worden uitgevoerd door Hollandia Service B.V. De totale kosten van de renovatie werden geraamd op € 4.800.000,- excl. BTW. De gemeente stelde 6,5 miljoen euro beschikbaar.
Begin november 2025 werd bekend dat de renovatie van de Kadoelerbrug bijna 7,8 miljoen euro gaat kosten, 1,3 miljoen meer dan de gemeenteraad had uitgetrokken. Volgens de gemeente komt dat onder meer door de inflatie. Ook stelt Waterschap Zuiderzeeland zwaardere eisen aan het project dan eerder gedacht en dat leidt tot hogere kosten. Zo moeten alle werkzaamheden aan de brug volledig trillingsvrij worden uitgevoerd omdat bij recente onderhoudswerkzaamheden aan objecten van het waterschap ernstige schade ontstaan was door werkzaamheden waarbij trillingen voortkwamen. De extra kosten haalt de gemeente uit het zogenoemde 'exploitatieresultaat' van 2025 zodat er geen nieuwe lening afgesloten hoeft te worden. De verwachting is dat de werkzaamheden voor de renovatie in mei 2026 kunnen beginnen. Bron: Omroep Flevoland