De Vermaning

De Vermaning
De Vermaning De Vermaning De Vermaning

Plaats: Emmeloord

Locatie: Smeden 2b

Architect: Sybold van Ravesteyn

materiaal: baksteen

Jaar: 1961-1962


Beschrijving:

Aan de Smeden staat de doopsgezinde kerk 'de Vermaning' die door de gemeente Noordoostpolder aangewezen is als gemeentelijk monument. Op 11 maart 1953 werd de Doopsgezinde Gemeente Noordoostpolder opgericht. Aanvankelijk kerkte men o.a. in de garage van Gorter aan de Kampwal en later in de Schippersbeurs. Er werden acties gevoerd waarmee geld bijeen gebracht werd voor een eigen kerkgebouw. Ook was tot 1960 een subsidie beschikbaar van het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor de bouw van een kerkgebouw. In het stadsplan van Emmeloord was al een ruimte aangegeven voor een Doopsgezinde kerk. De kosten voor de bouw van de kerk, zo werd bij nadere bestudering duidelijk, gingen de draagkracht van de gemeente ver te boven, ondanks de door het ministerie en de Algemene Dorpsgezinde Sociëteit (A.B.S.) toegezegde financiële bijdragen. Toen men in 1959 vernam dat het Rijk 60% subsidie wilde verstrekken voor de bouw van kerken wanneer twee kerkgenootschappen gezamenlijk gingen bouwen, werd besloten met de Nederlands Hervormde Gemeente in zee te gaan. In 1961-1962 werd in opdracht van het bestuur van het Zuiderzeefonds van de Nederlandse Hervormde Kerk aan het kerkcomplex 'De Hoeksteen' een vleugel gebouwd, die een kerkruimte en twee vergaderzalen omvat. De Doopsgezinden konden elke zondag gratis over de vleugel beschikken. Daarnaast was afgesproken dat zij twee maal per jaar over de hervormde kerk konden beschikken en vier dagen per seizoen gebruik konden maken van de grote zaal van het verenigingsgebouw. Het ontwerp van de vleugel is van architect Sybold van Ravesteyn die ook de naastgelegen kerk ontworpen heeft. Het doopsgezinde kerkje, dat plaats biedt aan 100 personen, werd op 5 september 1962 in gebruik genomen. Onder de genodigden waren o.a. burgemeester F.M. van Panthaleon van Eck en wethouder W.G. de Feijter. De totale bouwkosten kwamen op ƒ 71.000,-.

De doopsgezinden vormen de Nederlandse tak van een van oorsprong radicaal reformatorische stroming van protestantse christenen, die zich in de 16e eeuw in Friesland afsplitste van de Lutherse reformatie. Na een tijd van vervolging en onderdrukking kwam er in de 17e eeuw een periode waarin Calvinisten en overheid de verschillende doopsgezinde stromingen gedoogden. Maar in 1664 ontstond er grote beroering, die uiteindelijk in 1671 leidde tot een grote scheuring binnen de Nederlandse Broederschap. Deze zogenaamde ‘Lammerenkrijg’ begon in Amsterdam, tussen Galenus Abrahams de Haan en Samuel Apostool, beide leraren in de Amsterdamse Singelkerk, die ook wel de kerk bij het Lam werd genoemd. Samuel Apostool trok weg met zijn volgelingen en ging kerken in de kerk genaamd ‘De Zon’. En zo ontstonden er twee grote stromingen: de betrekkelijk liberale Lamisten en de betrekkelijk orthodoxe Zonisten. Pas in 1801 verenigde De Zon zich met Het Lam en daarmee was de Verenigde Doopsgezinde gemeente ontstaan.

Traditioneel noemen de Doopsgezinden hun plaats van samenkomst 'Vermaning'. De naam 'Vermaning' slaat op de navolging van Christus waartoe de doopsgezinde kerkgangers werden aangemaand door de predikant ook wel de vermaner genoemd. Vermanen is het aansporen tot het goede, tot het op het rechte (geloofs-)spoor houden, maar ook sterken en daardoor troosten. De naam 'Vermaning' moest het onderscheid verduidelijken tussen de doopsgezinden en de staatskerk, de Nederlands Gereformeerde kerk. 

Architect van Ravesteyn ontwierp een traditioneel vormgegeven kerkje dat verwantschap vertoont met de architectuur van de Delftse School. Het uit baksteen opgetrokken gebouw heeft een met pannen gedekt zadeldak met aan de voor en achterzijde een tuitgevel met een naar boven toe verbredende tuit. In de noordelijke topgevel bevindt zich een klein rond raam een oeil de boeuf geheten. Het begrip is uit de historische bouwkunde afkomstig en is Frans voor koeienoog. Tegen de zuidelijke kopgevel staat een ingangsportaal. Dit portaal heeft een met pannen gedekt zadeldak met aan weerszijden een plat dakdeel. In de gevel zit een rond venster met uitgemetselde omlijsting waarboven zich het Lam Gods bevindt omringd door de zon. De zon en het lam samen staan voor de samenvoeging van de twee stromingen in 1801 tot de gezamenlijke beweging die er tegenwoordig is.

De Nederlands Hervormde Gemeente plaatste een harmonium in de kerkzaal dat eigenlijk onbespeelbaar was. Vandaar dat de kerkenraad van de doopsgezinden in 1963 een orgel bij de fa. L. Verschueren uit Heythuysen kocht. Het instrument is gebouwd volgens het elektrisch Unit systeem en telt 11 stemmen verdeeld over twee manualen en pedaal. De orgelkas is rechtgesloten. Toen het orgel er eenmaal was, had men ook behoefte aan een kansel en een avondmaalstafel. Na uitgebreide debatten werd de tafel in 1967 in gebruik genomen. Bron: dg-nop.nl

Het kerkgebouw 'de Vermaning' is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde. Het kerkje heeft cultuurhistorische waarde als onderdeel van een complex dat een belangrijke plaats inneemt in het geestelijke leven van de bewoners van de Noordoostpolder. Het gebouw heeft architectuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van naoorlogse architectuur. De Vermaning is tevens van belang als onderdeel van een karakteristiek werk in het oeuvre van een vooraanstaand architect. Het gebouwtje is van stedenbouwkundig belang vanwege de bijzondere situering in het oorspronkelijke stadsplan. Het heeft bovendien ensemblewaarde vanwege de sterke visuele samenhang en functionele relatie met de overige onderdelen van het kerkelijk complex. Bron: Overzicht gemeentelijke monumenten.

Kijk hier voor meer informatie over het Verschueren-orgel, of voor foto's op reliwiki.

Architect

Sybold van Ravesteyn  werd op 18 februari 1889 in Rotterdam geboren, maar is bekend als Sybold van Ravensteyn. Van huis uit kreeg hij belangstelling voor kunst en cultuur mee. Zijn moeder was zeer muzikaal en met zijn vader bezocht hij geregeld tentoonstellingen. Na zijn HBS examen in 1909 studeerde hij civiele technieken aan de Technische Hogeschool in Delft. In 1912 behaalde hij het diploma civiel-ingenieur en ging hij werken bij de Dienst van Weg en Werken van de Maatschappij tot Exploitatie van de Staatsspoorwegen in Utrecht. Aanvankelijk bestond zijn taak voornamelijk uit het doorrekenen van allerlei constructies. Daarnaast vergrootte hij door zelfstudie zijn kennis van het toen nog nieuwe materiaal gewapend beton. Daarnaast begon hij voor eigen gebruik meubels te ontwerpen, eerst in een aan de Amsterdamse School verwante vormgeving en later geïnspireerd op 'De Stijl'.

In 1921 kreeg hij bij de Dienst van Weg en Werken van de Maatschappij tot Exploitatie van de Staatsspoorwegen een aanstelling als architect. In 1924 ontstond het eerste architectonische ontwerp van zijn hand, een goederenloods met kantoren in Arnhem. In 1931 kreeg Van Ravesteyn van de NS de eerste opdrachten voor de bouw van enkele stations in Zuid-Limburg. In 1939 begint hij in Rotterdam een eigen bureau. Zijn werk bij de Nederlandse Spoorwegen zet hij daarnaast gewoon voort. Tussen 1930 en 1960 was Van Ravesteyn beeldbepalend voor de spoorwegarchitectuur in de zuidelijke helft van Nederland. Het laatste station van zijn hand, station Bergweg in Rotterdam (1960), is in 2016 verbouwd tot restaurant.

Hoewel hij aanvankelijk heel zakelijke en functionele ontwerpen maakte, ging hij in de jaren dertig meer versieringen aanbrengen in zijn gebouwen. Door buitenlandse reizen raakte hij in de ban van monumentale vormgeving, gebogen lijnen en de Barokke architectuur. Hij ging de moderne architectuur combineren met op de barok geïnspireerde krullen en versieringen. In 1938 zegde van Ravesteyn zijn lidmaatschap van 'De 8 en Opbouw' op, waarvan hij negen jaar lid was geweest en werd lid van de Groep 32. Deze groep architecten deed een poging de classicistische Barok nieuw leven in te blazen. Hun bouwwerken zijn te herkennen aan gebogen muren en kromme lijnen.

De ontwerpen van Van Ravesteyn zijn soms hypermodern (Centraalstation, Rotterdam) en soms uiterst traditioneel (de Hoeksteen, Emmeloord). De architect werkte veel met moderne materialen zoals glas, staal en beton. Grandeur (grootsheid), monumentaliteit en ornamenten vormden voor Van Ravesteyn een wezenlijk onderdeel van de architectuur. Naast zijn betrekking bij de Nederlandse Spoorwegen had hij een eigen architectenpraktijk.

Sybold van Ravesteyn heeft een reeks stations gebouwd waarvan er ondertussen al velen drastisch zijn verbouwd of gesloopt. Van Ravesteyn ontwierp in 1940 Diergaarde Blijdorp in Rotterdam. In Dordrecht vind je het kantoorgebouw 'De Holland van 1859' (1939), in Emmeloord 'de Hoeksteen' (1952) en 'de Vermaning' (1962). Tussen 1947 en 1963 ontwierp Van Ravesteyn voor de oliemaatschappij Purfina een twintigtal, bewust modern vormgegeven betonnen benzinestations. Zijn laatste uitgevoerde werk was het stationspostkantoor in Nijmegen (1964).

In 1952 gaat Van Ravesteyn bij de Nederlandse Spoorwegen met pensioen, blijft wel ontwerpen voor particuliere opdrachtgevers. Sybold van Ravesteyn overleed op 23 november 1983 op 94-jarige leeftijd in Laren (N.H.).