Schippersbeurs
Plaats: Emmeloord
Locatie: Veerplein
Maker:
materiaal: diverse bouwmaterialen
Jaar: 1955-1956
Beschrijving:
In de Friese Koerier van 17 maart 1956 stond: "EMMELOORD — Het nieuwe schippersbeurs-complex te Emmeloord is gereed gekomen. Deze schippersbeurs annex café-restaurant voorziet in een grote behoefte, ook wat betreft de vergaderruimte hier ter plaatse. Woensdag a.s. zal het complex officieel in gebruik worden genomen". Café Tholen, dat met de kopgevel gericht naar de Urkervaart staat, werd op 21 maart 1956 officieel geopend door de heer A.D. van Eck, hoofd van de bouwkundige afdeling van de Directie Wieringermeer, o.a. in tegenwoordigheid van plaatsvervangend landdrost dr. A. Blaauboer. De heer W. Tholen (1913-1983), die later landelijke bekendheid zou krijgen als paragnost, was de uitbater van het café-restaurant. Warner Tholen was geen onbekende in Emmeloord want hij was kantinebeheerder in kamp Emmeloord II geweest.
Schipperscafé Tholen aan de Urkervaart markeerde de overgang van het stadscentrum naar het achterliggende industrieterrein. Het café was het trefpunt van vele schippers die hun schip in Emmeloord of omgeving hadden afgemeerd in afwachting van een nieuwe lading. In een nevengebouw, dat haaks gebouwd was op café Tholen, was de op 21 april 1956 in gebruik genomen Schippersbeurs gevestigd. De Schippersbeurs, die onder gezag van het ministerie van Verkeer en Waterstaat stond, was de plaats waar binnenvaartschippers en verladers bijeenkwamen om vervoerscontracten af te sluiten. In 1933 werd de Wet op de Evenredige Vrachtverdeling (EV) aangenomen in de Tweede Kamer. Binnenvaartverladers werden daarmee verplicht om hun vracht via de regionale schippersbeurzen aan te bieden. Daarmee werd de concurentie tussen schippers opgeheven. Op de beurs stonden de schepen ingeschreven die binnen de regio gereed waren om lading in te nemen en hiervoor een vergunning hadden. Nederland werd verdeeld in 19 rayons, per rayon was er een schippersbeurs. Na de drooglegging van de Noordoostpolder kwam eind jaren 1940 ook in Emmeloord een schippersbeurs. Als een schipper zijn lading gelost had, kreeg hij een cognossement van de ontvanger; het bewijs dat zijn schip leeg was. De lostijd op dat briefje bepaalde zijn beurt bij de beurs. Met dit ontvangstbewijs meldde de schipper zich op de schippersbeurs. Dan kreeg hij een nummer. Als er een reis (vracht) werd aangeboden door de beursmeester kon de schipper daar op nummeren. Het laagste nummer kreeg dan de reis toegewezen tegen vastgestelde tarieven.