Aardappelbewaarplaats

Aardappelbewaarplaats
Aardappelbewaarplaats Aardappelbewaarplaats Aardappelbewaarplaats Aardappelbewaarplaats Aardappelbewaarplaats Aardappelbewaarplaats Aardappelbewaarplaats

Plaats: Kraggenburg

Locatie: Zwartemeerweg 46 (kavel NT112)

Maker: Bouwkundige Afd. Dir. Wieringermeer

materiaal: beton

Jaar: 1953


Beschrijving:

In de opslag van aardappelen deed zich in de Noordoostpolder een belangrijke ontwikkeling voor. Omstreeks 1950 begon de bewaring van aardappelen in schuren op het eigen bedrijf toepassing te vinden. Voorheen werden aardappelen in grondkuilen bewaard, afgedekt met stro en aarde. Tijdens de bewaarperiode liep de kwaliteit van de aardappelen nogal achteruit. Het loonde daarom de moeite aardappelen op te slaan in een gebouw, waarin de aardappelen in het donker, geisoleerd tegen temperatuursschommelingen en geventileerd bewaard konden blijven. 

Toen de teelt van pootaardappelen onverwacht sterk toenam werd begin 1952 door het bedrijfsleven, in samenwerking met de landbouwvoorlichting, een studiecommissie ingesteld om de boeren op het gebied van aardappelbewaring advies te kunnen geven. Op het gebied van bouwkundige en electronische vraagstukken werd de commissie geadviseerd door twee ambtenaren van de Directie Wieringermeer, het hoofd van de afdeling Boerderijenbouw van de Directie J. Noback en technisch hoofdopzichter H.H. Rorije. Door de commissie werden verschillende ontwerpen voor het bewaren van aardappelen in afzonderlijke gebouwen of in bestaande schuren ontwikkeld. In de meeste gevallen heeft de Bouwkundige Afdeling van de Directie Wieringermeer een adviserende rol vervuld bij het tot stand komen van deze particuliere bouw. In Driemaandelijksch bericht betreffende de Zuiderzeewerken 2e halfjaar 1953 staat: "Voor het bewaren van aardappelen in herfst en winter wordt steeds meer gebruik gemaakt van koeling door buitenlucht. Bij bedrijf T 112 verrees een bewaarplaats met een inhoud van ruim 300 ton, terwijl in december het bouwen werd aanbesteed van een tiental van deze ruimten, met een inhoud van 240 tot 300 ton per stuk. Mede doordat de aardappelbewaring hierdoor belangrijk doelmatiger en eenvoudiger is gemaakt, kon de verbouw van dit gewas worden uitgebreid". 

Eén van de nieuwe type schuren in de Noordoostpolder was de dubbele aardappelbewaarplaats van het type J. Deze aardappelberging met buitenluchtkoeling heeft wanden van betonelementen en een met golfplaat gedekt zadeldak. Het idee beton te gebruiken was afkomstig van de heer J. Noback. Beton laat geen vocht door, wat met het oog op het isoleren van de wanden een groot voordeel is. Voor de isolatie van de wanden en plafonds werden vlasscheven toegepast, een restproduct van de vlasteelt. De aardappelbewaarplaatsen staan op een rechthoekige plattegrond van 16,90 x 15,68 m (l x b). De nokhoogte is 5,03 m. De opslagschuren zijn onderverdeeld in vier compartimenten van  4 x 5 x 3 m (l x b x h) waarin de aardappels los gestort worden. Op de nokken staan kokers voor de aanvoer van frisse lucht die wordt gekoeld en door middel van ventilatoren via ondergrondse kanalen van onderen door de aardappels wordt geblazen. Elk van de vier identieke kopgevels van de bewaarplaats bevat een klapluik. De rood geschilderde geveltoppen hebben een kleine punt als bekroning. De twee schuurdelen zijn door een plat deel met elkaar verbonden. De platte middenruimte heeft twee kopse zijden, die grotendeels zijn ingevuld met dubbele inrijdeuren. In de naar de weg gekeerde inrijdeuren zit een klinket, een kleinere deur zodat mensen er in en er uit kunnen zonder de grote deuren te hoeven openen. De bewaarplaats heeft een opslagcapaciteit van ongeveer 1100 m³ waarin 320 ton (320.000 kg) aardappels bewaard kan worden. 

Uit een intern rapport (No. 158) van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (1969) blijkt dat de aardappelberging type J door de mechanisatie in de landbouw destijds al verouderd was. De afmetingen van de boxen waren gebaseerd op het met de hand vullen van de boxen. Daarnaast was er bij de bouw vaak ook nog rekening gehouden met de voorkeur van de boer voor het verbouwen van pootgoed of consumptieaardappelen. Door deze factoren was de flexibiliteit wat betreft het bewaren en sorteren van de aardappelen in de opslag gering. Aardappelbewaarplaats type J komt nog op enkele erven van grotere bedrijven voor, zoals aan de Redeweg 10 in Ens en de Zwartemeerweg 46 in Kraggenburg.

De dubbele aardappelbewaarplaats die bij de in 1943 gebouwde traditionele ontginnings- of cultuurboerderij 'Kamperdiep' (type Q7) aan de Zwartemeerweg staat was de eerste van dit type (J) die in de Noordoostpolder gebouwd werd. Deze aardappelbewaarplaats is door de Rijksdienst voor het Cultureelerfgoed als rijksmonument ingeschreven in het monumentenregister. De bewaarplaats is van cultuurhistorisch belang als een belangrijk onderdeel van een van de oudste nog bestaande en nog in gebruik zijnde boerderijen in de Noordoostpolder. De aardappelbewaarplaats heeft ensemblewaarde vanwege de situering, vanwege de visuele en functionele samenhang met de kop-rompboerderij en omdat het deel uitmaakt van de historie en de ontwikkeling van het polderlandschap waarmee het in visueel en functioneel opzicht onlosmakelijk is verbonden. De gemeente Noordoostpolder heeft in februari 2015 € 6.329,- subsidie verleend voor het restaureren van de monumentale domeinschuur en aardappelbewaarplaats. De totale restauratie bedraagt € 21.000,-.