Ketelbrug

Ketelbrug
Ketelbrug Ketelbrug Ketelbrug Ketelbrug Ketelbrug Ketelbrug Ketelbrug Ketelbrug

Plaats: Swifterbant

Locatie: A6

Architect: Rijkswaterstaat

materiaal: beton en staal

Jaar: 1970


Beschrijving:

Bij de inpoldering van de IJsselmeerpolders waren ook nieuwe oeververbindingen nodig. Tijdens de aanleg van Oostelijk Flevoland was het dijktracé langs het Ketelmeer zo gekozen, dat bij de Zwolse Hoek de afstand tot de Noordoostpolder het kleinst was, zodat daar een voor het verkeer noodzakelijke brug gebouwd kon worden. In het voorjaar van 1965 werd een begin gemaakt met de verbinding over het Ketelmeer. Materiaal zoals, baggermolens, draglines werd aangevoerd en de Kamperhoek werd het werkdomein van de aannemer. Begonnen werd met het maken van de op- en afritten, aansluitingen op bestaande wegen en de aanleg van rijksweg A6. Voor beide opritten werden gedurende 2 jaar grote hoeveelheden zand opgespoten. In juni 1967 besteedde de Directie bruggen van Rijkswaterstaat de bouw van de Ketelbrug aan. De laagste inschrijver was de NV Van Hattem en Blankevoort te Beverwijk voor 15.184.000,- gulden. De aanleg startte in augustus 1967. In de winter van 1970 heeft de bouw geruime tijd stilgelegen. IJsgang maakte het onmogelijk met de drijvende kraan bij de brug te komen en door de vorst viel er ook niet aan het storten van beton te denken. 

Op 15 juli 1970 stelde de toenmalige minister van verkeer en waterstaat drs. Johannes Age (Joop) Bakker (1921-2003) de Ketelbrug open voor verkeer. Nadat hij de brug neer had gelaten konden de eerste auto's eroverheen rijden. De Ketelbrug behoorde destijds tot één van de langste bruggen van Nederland. De totale bouwkosten bedroegen 27 miljoen gulden.

De brug vormt de verbinding tussen Oostelijk Flevoland en de Noordoostpolder. Hoewel Zuidelijk Flevoland nog moest droogvallen en een directe verbinding met Amsterdam op dat moment nog ver weg leek, werd de Ketelbrug direct als autosnelweg aangelegd. De brug heeft 2 x 2 rijstroken en een parallelweg van 6 m breed voor het langzame verkeer. Alhoewel de brug op de plaats aangelegd werd waar het Ketelmeer het smalst is, moest er toch 1200 m water overbrugd worden. De Ketelbrug is 770 m lang, 32,50 m breed en voorzien van twee landhoofden van enkele honderden meters. Met uitzondering van de bewegende delen bestaat de brug uit voorgespannen beton. De 10 pijlers rusten op stalen caissons op de bodem. Er zijn twee overspanningen van 65 m, zeven van 80 m en één van 40 m. Het hoogste punt ligt op 12,70 m +NAP. De doorvaartopening, die 18 meter breed is, wordt overbrugd door twee naast elkaar gelegen stalen basculebruggen die een overspanning hebben van 23,60 m. Het brugdek van de basculebrug gaat open en dicht door zich te draaien om een horizontale as. Aan de zuidoever bevindt zich, onder het wegdek, de 17 m brede basculekelder. In deze kelder draait het staarteinde van het brugdek. Vanwege het asymmetrische dwarsprofiel van de Ketelbrug is de ene brug breder dan de andere. De delen wogen toentertijd 136- en 165 ton en hadden beide nog eens dat gewicht aan ballast. De met schroot en beton gevulde ballastkist aan het staarteinde vormt het contragewicht, zodat er weinig energie nodig is om de brug te openen. De Ketelbrug wordt geopend voor de ‘bruine vloot’ en recreatievaartuigen. De binnenvaart kan ongehinderd onder de brug doorvaren.

In 2004 en 2005 werd de Ketelbrug voorzien van een nieuw besturingssysteem. Omdat de basculebruggen vermoeiingsverschijnselen vertoonden en het bewegingswerk niet meer aan de toen geldende eisen voldeed, besloot Rijkswaterstaat in 2009 dat de brug gerenoveerd moest worden. Tussen november 2012 en maart 2013 onderging de Ketelbrug een ingrijpende renovatie om de levensduur van de bewegende brug te kunnen verlengen. Het beweegbare deel kreeg twee compleet nieuwe stalen brugvallen. Daarnaast werden de bewegingswerken en alle secundaire constructies vernieuwd, de civiele onderbouw en de basculekelder aangepast en de betonconstructies verduurzaamd.

De Ketelbrug werd door de brugwachter bediend vanuit de 25 m hoge toren die 16 m boven het wateroppervlak en bijna 12 m boven het wegdek uitsteekt. Om spiegeling tegen te gaan, hellen de glasvlakken van het brugwachtershuisje over. Sinds 1 januari 2014 wordt de bediening van de brug centraal vanuit het Provinciehuis in Lelystad geregeld.