Stadhuis

Stadhuis
Stadhuis Stadhuis Stadhuis Stadhuis Stadhuis Stadhuis Stadhuis Stadhuis

Plaats: Lelystad

Locatie: Stadhuisplein

Architect: Jan Hoogstad

materiaal: beton, hout, glas, staal

Jaar: 1984


Beschrijving:

In 1977 leverde een architectuurprijs voor het toekomstig stadhuis van de gemeente Lelystad 84 inzendingen op. Na selectie werden drie architecten uitgenodigd voor een meervoudige opdracht, waaronder Jan Hoogstad. Eind 1977 kreeg hij de opdracht voor een definitief ontwerp, dat in nauwe samenwerking met een stuur- en projectgroep tot stand kwam. Ruimte was het centrale architectonische thema van Hoogstad. Hij was op zoek naar een balans tussen ratio en emotie. Met het ontwerp van het stadhuis kwamen de ideeën over ruimte, vorm en massa goed tot uiting. Bij het ontwerp hebben niet alleen functionele overwegingen aandacht gekregen maar werd ook speciale aandacht besteed aan energiebesparing. Het energieverbruik van het stadhuis van Lelystad zou ongeveer 50% lager uitkomen dan dat van vergelijkbare gebouwen in Nederand, gerealiseerd vóór de energiecrisis. Dit was mogelijk doordat gebruik gemaakt werd van het accumulerend vermogen van het gebouw, wat betekent dat de bouwmaterialen in de gebouwschil in staat zijn warmte of koude tijdelijk op te slaan en later weer af te geven. In het plan van Jan Hoogstad stonden twee kleine verwarmingsketeltjes die pas bij daling van de buitentemperatuur onder nul graden Celsius zouden gaan branden. Een belangrijk element in dit ontwerp was het klimaatraam. Dit is een raam met drie lagen glas waartussen bij zonbelasting de warmte wordt weggezogen en opgeslagen in een gigantische accumulatietank of direct wordt gebruikt in de klimaatramen op de zonarme gevels. De ambtenarenvleugel heeft vrijwel onderbroken vensterstroken. Het toepassen van zonnecollectoren was volgens Hoogstad niet rendabel in ons klimaat. Daarom achtte hij toepassing daarvan op grote schaal niet wenselijk.

Het stadhuis werd gebouwd in opdracht van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) in Heerlen. De stichtingskosten bedroegen 76 miljoen gulden. Op 23 april 1982 legden burgemeester Hans Gruijters van Lelystad en de direkteur van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds de heer J. W. van der Dussen de eerste stenen voor het nieuwe stadhuis. De eerste twee dakspanten voor de dakconstructievan het publieksgedeelte, die bijna 30 m lang zijn en 650.000 kg wegen, werden op 9 juni 1983 aangebracht. De bouw van het stadhuis nam 3 jaar in beslag. Premier Lubbers opende het stadhuis op 14 november 1984.

Door zijn schaal en het grote schuine dak heeft het stadhuis een monumentale uitstraling. Het ligt echter niet, zoals dat vroeger gebruikelijk was, met een monumentale gevel aan de zijde van het Stadhuisplein. Het vlijt zich als het ware met de lage gevel naar dit plein toe. Het gebouw bestaat uit drie onderdelen. In de luwte van een hoge kantoorvleugel waarin de ambtelijke diensten zitten ligt een lager bestuursgedeelte. Tussen deze twee elementen is een spectaculaire hal die dienst doet als overdekt plein. De kantoorvleugel is zodanig ingericht, dat een uiterste aan flexibiliteit wordt bereikt. Om een zekere intimiteit te bereiken zijn deze ruimten tamelijk laag gehouden. De bestuursruimten liggen aan het Stadhuisplein. Daar bevindt zich ook de raadszaal. Het publieksgedeelte, een door grote gelijmde houten spanten overspannen hal, wordt doorkruist door trappen, luchtbruggen en luchtkanalen. Het hoogste punt reikt tot ongeveer 30 meter hoogte. De bureauruimte en de bestuursruimten zijn betrekkelijk onafhankelijk van elkaar gebouwd en naderhand met de schuine spantconstructie aan elkaar gekoppeld. Ten behoeve van het creeëren van de vide in de hal moest op het dak van de hoogbouw een ca. 9 meter hoge betonwand geplaatst worden. Deze wand is vervaardigd uit geprefabriceerde beton elementen waarin de spantopleggingen zijn meegestort. De buitenkant van de kantoorvleugel heeft vrijwel ononderbroken horizontale vensterstroken. De gevels zijn opgebouwd uit prefab betonplaten bekleed met tegels. Het hellend dak van het publieksgedeelte is uitgevoerd in staal.

Het ontwerp van het Stadhuisplein was eveneens van de hand van architect Jan Hoogstad. Voor de verwezenlijking voor kunst in en rond het stadhuis was door de gemeente Lelystad in het kader van de percentageregeling beeldende kunst ƒ 350.000,- gereserveerd voor het geven van een opdracht aan kunstenaars. Hiervan was ƒ 150.000,- bestemd voor kunstwerken in het gebouw en ƒ 200.000,- voor een kunstwerk op het Stadhuisplein. Op het plein voor het stadhuis had Hoogstad een cirkelvormige verhoging met een doorsnede van 38 m geprojecteerd en nodigde de in Parijs woonachtige Nederlandse kunstenaar Corneille (Cornelis Guillaume van Beverloo, 1922-2010) uit om hierop een openluchtschilderij van 1200 m² te ontwerpen. Corneille maakte twee ontwerpen met takken van de boom des levens, vogels, vissen en gezichten, zodat de gemeente kon kiezen. Het kunstwerk zou gemaakt worden van gemalen en gekleurd natuursteen dat per kleur in daartoe aangebrachte vormen gestort werd en vervolgens platgewalst tot een keiharde substantie. Destijds een unieke techniek die nog niet eerder in Nederland was toegepast. Corneille wilde zijn schepping op de ronde heuvelachtige vorm binnen een grote driehoek plaatsen. De kosten werden door de kunstenaar beraamd op ongeveer ƒ 200.000,- . Het gemeentebestuur besloot in maart 1984 echter dat het openluchtschilderij niet gerealiseerd kon worden omdat er geen geld was. Bronnen: De Telegraaf 21-2-1984, Parool 21-2-1984 en NRC Handelsblad 10-11-1984. In 1984 kampte Lelystad met een tekort van 18 miljoen gulden. Vanwege de financiële problemen moest Lelystad bezuinigingen, de kunstaankopen van de gemeente kwamen op een laag pitje te staan. Uit archiefstukken in het Flevolands archief blijkt dat architect Jan Hoogstad de ontwerpen van Corneille heeft aangekocht voor ƒ 10.000,-

Voor het ontwerp van het stadhuis in Lelystad won architect Jan Hoogstad in juni 1985 een internationale onderscheiding, de 'Grand Prix de Biënnale Mondiale de I'architecture a Sofia. De prijs werd hem uitgereikt tijdens de slotzitting van Interarch '85. 

De gemeente Lelystad huurde het gebouw van het ABP voor een huurprijs van rond 5 miljoen gulden. Het huurcontract liep tot 2004, maar met een afkoopsom van 80,7 miljoen gulden kon de gemeente die overeenkomst per 1 augustus 1995 voortijdig beëindigen wat een besparing van 6 miljoen gulden opleverde voor de destijds artikel-12 gemeenten.

Van 2009 tot 2011 is het stadhuis ingrijpend verbouwd naar een ontwerp van Ector Hoogstad Architecten in Rotterdam. De gehele verbouwing heeft 32,8 miljoen euro gekost. Aan de noord- en westzijde van het gebouw is nieuwe bebouwing gekomen. Op het platte dak van de nieuwe aanbouw werd een carillon geplaatst dat op 12 november 2011 door burgemeester Margreet Horselenberg en Sinterklaas in werking is gesteld. Op 17 november onthulde burgemeester Horselenberg in de hal van het stadhuis het kunstwerk Betrokken van de Lelystadse kunstenares Lena Postuma.

Architect

Jan Hoogstad is op 29 juni 1930 in Rotterdam geboren. Na zijn studie aan HTS studeerde Hoogstad begin jaren vijftig architectuur aan de Academie van Bouwkunst. Vervolgens werkte hij een korte periode bij de architect Herman Bakker. In 1957 richtte hij zijn eigen architectenbureau op. Van 1975 tot en met 1991 werkte hij ook samen met Weeber in HWST. (Hoogstad, Weber, Schulze en van Tilburg). In 1991 richtte Jan Hoogstad, Hoogstad architecten op en werkt sinds 1997 samen met Joost Ector. In 2003 werd het bureau overgenomen door Joost Ector en Max Pape en werd enkele jaren later omgedoopt in Ector Hoogstad. Op 1 januari 2007 heeft Jan Hoogstad zijn directietaken bij dit bureau neergelegd.

Hoogstad wordt vaak met de architecten Carel Weeber en Wim Quist tot de architectuur stroming van het neorationalisme gerekend. Deze architecten zien weinig heil in de gedachte dat een goed gebouw het karakter van de gebruikers kan verbeteren. Architectuur dient zich wat dit betreft bescheiden op te stellen en zich vooral bezig te houden met de eigenlijke architectonische problematiek: van vorm, constructie en functie. De architecten gebruiken bij voorkeur geometrische vormen: een cirkel, een vierkant of een driehoek. Een heldere geometrische hoofdvorm vinden ze niet saai, maar juist begrijpelijk en ruimtelijk interessant. De ontwerpen worden niet gevoelsmatig gemaakt, maar met het verstand. Daarom wordt deze stroming het rationalisme genoemd. Jan Hoogstad overleed op 3 oktober 2018 in Rotterdam.

Bekende gebouwen van Hoogstad zijn; het ministerie van VROM in Den Haag (1985), het stadhuis van Lelystad (1977), het TNO-NITG-gebouw in Utrecht en het Muziekcentrum in Enschede.