Kerkplein en Herv. Kerk
Plaats: Ens
Locatie: Kerkplein
Maker: Dir. Wieringermeer, Nielsen, Spruit
materiaal: diverse bouwmaterialen
Jaar: 1951-1953
Beschrijving:
In opdracht van de Directie Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken zijn aan het Kerkplein arbeiderswoningen gebouwd die het plein als gevelwand omsluiten. De Bouwkundige Afdeling van deze dienst was verantwoordelijk voor het ontwerp en de constructie. De woningen Kerkplein 2-12 en 14-16 zijn in 1951 gebouwd. De vrijwel identieke woningen 18-28 zijn een jaar later gerealiseerd. Woningen voor arbeiders kregen in de Noordoostpolder één bouwlaag, terwijl woningen voor middenstanders en notabelen twee lagen kregen. De eenlaagse onderkelderde bakstenen huizen zijn vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken. De woningen staan onder een met rode pannen gedekt zadeldak met bakstenen schoorstenen en rechthoekige houten dakkapellen met plat dak. De nokrichting is evenwijdig aan de straat. De toppen van de kopgevels worden bekroond door een schoorsteen met een deels uitgemetselde schoorsteenschacht. Midden op het Kerkplein staat de voormalige hervormde kerk.
Op 19 mei 1946 werd in Ens een noodkerk van de Nederlandse Hervormde Kerk ingewijd die plaats bood aan ongeveer 100 personen. Voor de dienst begon riep voor het eerst in de geschiedenis van de polder de oude luidklok van het voormalige Herv. kerkje op Schokland de kerkgangers naar het nieuwe bedehuis. Het houten gebouw, met dakruiter, was door de Reformierte Kirche, een kerkgenootschap uit Zwitserland, geschonken en in 1953 verplaatst naar Rutten. Het kerkje had een halletje met daarachter de kerkzaal waar een orgel en wat banken instonden. Boven de deur hing een groot schilderij van het Laatste Avondmaal, geschilderd door een 16-jarige jongen die bij een familie in Ens logeerde, dat later een plekje kreeg in de consistoriekamer in de definitieve kerk. Door de werderopbouw problematiek en de materiaalschaarste kwam de kerkenbouw in de Noordoostpolder vrij laat op gang. In de dorpen in de Noordoostpolder waren door de Directie Wieringermeer drie kerken en bijbehorende scholen gepland. In tegenstelling tot de andere dorpen waar scholen en kerken van de verschillende geloofsgemeenschappen, van elkaar gescheiden, op een zichtlocatie rond de Brink gebouwd zijn heeft de Hervormde Kerk een secundaire plaatsing gekregen. Het is de enige kerk in de Noordoostpolder die midden op een plein staat, omsloten door woningen.
In opdracht van het College van Kerkvoogden Hervormde Gemeente Noordoostpolder ontwierpen de architecten Chr. Nielsen en J.H.Chr. Spruit een zaalkerk met een ingetogen en bescheiden architectuur die kenmerken heeft van de Delftse School. De hele opdracht omvatte het ontwerp van een kerk voor 450 personen, een pastorie en een verenigingsgebouw en werd gebouwd door de fa. K. Ooms uit Ens. De kerk werd gebouwd met steun van het Zuiderzeefonds van de Nederlandse Hervormde Kerk en met rijkssubsidie en kostte, inclusief de kunsttoepassingen, ƒ 275.000,-. De eerste paal werd op 30 mei 1952 geslagen. De kerk, die de naam 'de Zaaier' kreeg, werd op 21 mei 1953 officieel in gebruik genomen. De namen die hervormde kerken kregen zijn gerelateerd aan passages uit de bijbel. De naam van de kerk verwijst naar het Nieuwe Testament, naar 'De Gelijkenis van de Zaaier' Mattheüs 13. De Zaaier was de vijfde definitieve kerk die in de Noordoostpolder gebouwd is en de tweede definitieve hervormde kerk.
De gemetselde gevels zijn opgetrokken in een klezoorverband met een vallende tand. De gevels zijn van bruinrode baksteen, de vensters en deuren van groen en wit hout. Het 9 meter hoge schilddak is gedekt met blauwe leien en heeft in het midden een dakruiter met wijzerplaat, 2 luidklokken en een windwijzer. Onderin de 6 meter hoge dakruiter hing een grote klok van 300 kilo, die gegoten was door de firma Gebr. Van Bergen uit Midwolda. Daarboven een kleine luidklok van 55 kilo die in 1710 voor de kerk op Schokland gegoten werd, waarschijnlijk door klokkengieter Jan Albert de Grave († 1729) uit Amsterdam. Het opschrift luidt: AMSTELODAMI: ANNO DOMINI 1710. In de Tweede Wereldoorlog wilde de bezetter de klokken invorderen om ze als grondstof te gebruiken voor de oorlogsindustrie. De polderwerkers zagen dat niet zitten en begroeven de klok in het magazijn voor kleinmateriaal in de landbouwschuur op de dijk bij Ramspol. Na de oorlog kwam de klok weer te voorschijn en werd door de Directie Wieringermeer in 1946 aan Nederlands Hervormde Kerk in Ens geschonken. Van de noodkerk verhuisde de klok mee naar het kerkgebouw 'de Zaaier'. De grote klok was aan het uurwerk gekoppeld, bij speciale gelegenheden luidde ook de kleine Schokker klok.
Op schokkervereniging.nl lezen we dat de oude bijbel van Schokland na de ontruiming van het eiland in 1859 door een Schokker familie meegenomen werd naar Kampen. De bijbel, die ruim 400 jaar oud zou zijn en nog canonieke en apocriefe boeken bevatte, is door een nazaat van de familie in 1953 aan de Nederlands Hervormde Kerk in Ens geschonken.
Bijzonder aan de kerk is de integratie tussen architectuur en beeldende kunst. De voorgevel met de hoofdtoegang is voorzien van een baksteen mozaïek van Berend Hendriks met een verbeelding van de Zaaier. De kerk heeft een rechthoekige plattegrond van 19 x 14 m. Hoewel het in beginsel een langskerk is, met de kansel midden in het uiteinde van het rechthoekig grondvlak, kreeg men een centraliserende werking doordat de galerij tegenover de kansel zich aan weerszijden van de kerkruimte langs de zijwanden naar voren voortzette. In het interieur van de kerk maakte Hendriks verschillende kunstwerken. Voor de langsgevels vervaardigde hij 8 glasramen van ca. 3,00 m hoog en ca. 1,30 m breed, die het scheppingsverhaal verbeeldden in sterk vereenvoudigde vormen die zich in elk opeenvolgend raam even herhalen. In één enkele kleur zijn de ramen gebrand en verder met zandstraal geblazen. Het verhaal begon bij het oostelijke raam aan de noordzijde, waarin de geest Gods over de wateren zweeft. De serie eindigde bij het oostelijke raam aan de zuidzijde, uitbeelding van de zevende dag: God zegent de schepping. Enkele in het oog springende motieven waren de tekens van de dierenriem, de vissen en de planten, alle in de ramen aan de zuidzijde. Voor de achterwand van het liturgisch centrum ontwierp Hendriks een 3 x 8 m groot appliqué wandkleed, het motief is in het begin het Johannes Evangelie: In den beginne was het Woord. Links ziet men een hand, die het oude logosgebaar maakt. Er is een zon, er is het Christussymbool en het lams Gods met het kruisbanier. Alles in de kleuren groen en blauw. Het wandkleed is vervaardigd door twee dames van de vrouwenvereniging en samengesteld uit allerlei stofjes die, op de grote stukken na, door de bevolking geschonken werden. In het jeugdgebouw maakte Hendriks een wandschildering van 2,90 m hoog en 14,70 m breed met, op een ondergrond die wisselt van grijsblauw tot groenig, een symbolische voorstelling waarin drie stadia van de jeugd zijn uitgebeeld. Eerst beelden uit het leven van de kleuter: planten, vogels, vissen en blokkendooselementen. Vervolgens de puberteit: figuren zoeken hun weg in een doolhof. In de derde plaats de jonge mens die het leven voor zich ziet: de wereld in wording wordt uitgedrukt in de spanten van de nieuwe boerderijen, zoals er vele in de Noordoostpolder staan. Tenslotte man en vrouw als teken van het nieuwe gezin. Ook de plafondmozaïeken waren van zijn hand.
Na de fusie in 2006 met de Gereformeerde Kerk heeft het gebouw zijn functie als kerk verloren. Het appliqué wandkleed verhuisde mee naar PKN de Zaaier aan de Stallijnstraat. In 2007 is de Hervormde Kerk omgebouwd tot woonhuis. In de kerkzaal, tegen de achtergevel, verrees een woning met twee verdiepingen. De grote ramen van de woonkamer bieden uitzicht op de kerkzaal, die grotendeels intact is gelaten. Het Van Leeuwen orgel uit 1953 staat nog steeds in de kerkzaal. Het instrument telt 768 pijpen en werd destijds voor ƒ 23.500,- aangeschaft. Het geluid was volgens de toenmalig adviseur van de Orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk, Arie Bouman (1911-1999), intiem, helder en briljant. Hoewel er getracht is zo veel mogelijk in takt te laten zijn de gebrandschilderde en gezandstraalde ramen tijdens de verbouwing uit de kerk verwijderd. Dat was nodig om licht binnen te laten. Daarnaast waren de ruiten door de plaatselijke jeugd al ingegooid en de reparatie van de monumentale ramen zou ontzettend kostbaar zijn geweest. Bij de verkoop werd het klokje van Schokland niet mee verkocht. In 2009 werden de klokken uit de dakruiter getakeld. De Schokkervereniging wilde graag dat de klok weer naar Schokland terug keerde. Na wikken en wegen besloot de Protestantse Kerk de Zaaier de klok in bruikleen te geven aan Museum Schokland. De grote klok werd na de verbouwing niet terug in de dakruiter geplaatst, maar kreeg een plaatsje in de kerkzaal. Bekijk hier de uitzending van Binnenste Buiten; Bijzonder woonobject: het kerkje van Ens. In juli 2019 werd het voormalige kerkgebouw verkocht. De nieuwe eigenaar kondigde aan dat de klok terug geplaatst wordt in de dakruiter. Op 6 april 2020 heeft Glasatelier Oud Ittersum uit Zwolle 10 glas-in-loodramen op de begane grond in de wand van de woonruimte geplaatst. De eigenaar bezat nog het gebrandschilderde en gezandstraalde glas dat door glazenier Berend Hendriks is vervaardigd. Dat is verwerkt in de nieuwe ramen. Op reliwiki staan foto's uit 2024 waarop de nieuwe ramen in de onderbouw van de woning goed te zien zijn. Bekijk hier de dispositie van het orgel.
De pastorie (Kerkplein 1) uit 1952 is gebouwd op een rechthoekig grondplan. De vrijstaande woning met verdieping is opgetrokken in schone baksteen en staat onder een met grijzen pannen gedekt zadeldak.
De gemeente Noordoostpolder heeft de voormalige hervormde kerk met aangebouwde consistorie, het jeugdgebouw, de pastorie en de omliggende woningen aangewezen als gemeentelijke monumenten. Bekijk hier vanaf pag. 24 de beschrijving van de monumenten.
Architecten
Christiaan H. Nielsen werd op 18 november 1910 op Vlieland geboren. Aan de Industrieschool van de Maatschappij voor den werkenden stand in Amsterdam volgde hij de cursus Hooger bouwkunstonderricht. Daar leerde hij J. H. Chr. (Joop) Spruit kennen die op 4 november 1910 geboren is. In 1937 studeerde beide af. Chris Nielsen en Joop Spruit werkte tot het eind van de Tweede Wereldoorlog bij het bureau van F.A. Eschauzier, een architect die ontwierp in de traditionalistische stroming van de Delftse School. In 1945 vormden zij een maatschap en richtten het Architectenbureau Nielsen en Spruit op. Nielsen was de zakelijke helft van het duo, Spruit leverde de meeste ontwerpen. Ze bouwden veel in de Noordoostpolder, waaronder kerken in Emmeloord en Ens. In 1961 kwam het tot een breuk. Ze bleven wel hetzelfde kantoor en dezelfde tekenaars gebruiken.
Christiaan Nielsen, zelf lid van de Nederlandse Hervormde Kerk, was actief in het debat over vernieuwing van de (protestantse) kerkbouw. In het hele land hield hij lezingen over verschillende aspecten van kerkbouw en de mogelijkheden om daarbij zowel karakteristiek als functioneel te zijn. Begin jaren zestig had het architectenbureau landelijke bekendheid gekregen door de vele protestantse kerken die het had ontworpen. Vroege ontwerpen kenmerken zich vaak door een driebeukige vorm met een zadeldak en (eventueel) een aanbouw voor bijruimten. De latere ontwerpen zijn meestal plastischer van vorm, waarbij vaak nevenruimten onder de kerkzaal zijn geplaatst. Het bureau heeft behalve kerkbouw in o.a. Werkendam, Almkerk, Huizen, Heemstede en Bussum ook veel opdrachten voor woningbouwcomplexen uitgevoerd o.a. in Castricum, Giessen, Naarden, Den Helder en Amsterdam. Joop Spruit overleed op 23 september 1988. Christiaan Nielsen overleed op 19 maart 1995 in Amsterdam. Nielsen was van 1962 tot 1967 stadsbouwmeester van Amsterdam.