Balgstuw Ramspol

Balgstuw Ramspol
Balgstuw Ramspol Balgstuw Ramspol Balgstuw Ramspol Balgstuw Ramspol Balgstuw Ramspol Balgstuw Ramspol Balgstuw Ramspol Balgstuw Ramspol

Plaats: Ens

Locatie: Balgweg 1

Architect: Moshé Zwart, Rein Jansma

materiaal: diverse materialen

Jaar: 2002


Beschrijving:

De voormalige minister van Verkeer en Waterstaat, Annemarie Jorritsma gaf op 15 januari 1998 het officiële startsein voor de bouw van de balgstuw bij Ramspol, tussen Kampen en de Noordoostpolder. De balgstuw is in opdracht van waterschap Groot Salland gebouwd door Hollandsche Beton- en Waterbouw bv en op 11 december 2002 officieel in gebruik genomen. Een stuw is een bouwkundig kunstwerk dat als doel heeft water op te stuwen. Deze stuw is echter niet bedoeld om het water op te stuwen, maar wordt ingezet als keersluis om juist te voorkomen dat bij westenwinden het IJsselmeerwater in het Zwarte Meer wordt opgestuwd.

In normale toestand ligt de kering op 4,65 m onder NAP opgevouwen in een drempel op de bodem van Ramsgeul en Eamsdiep. Bij hoog water en ook nog aanhoudende harde noordwesterstorm wordt het water vanuit het IJsselmeer opgestuwd in het Ketelmeer. Als de waterstand snel stijgt tot 0,50 m boven NAP blaast de balgstuw zich automatisch op. Om te voorkomen dat de bewoners in de plaatsen rond het Zwarte Meer natte voeten krijgen, wordt de stuw in één uur tijd gevuld met 3,5 miljoen liter water en 3,5 miljoen liter lucht, waardoor een dijk van 10 m hoog en 240 m lang ontstaat. De stormvloedkering is de grootste balgstuw ter wereld en bestaat uit drie balgen van elk 80 meter lang. Deze balgen of ballonnen zijn door de firma Bridgestone uit Japan gemaakt van 1,6 cm dik flexibel doek van rubber met een nylonvezel. 

Aan de uiteinden van de waterkering zijn op een het dijklichaam twee bijna identieke dienstgebouwen geplaatst die ontworpen zijn door de architecten Moshé Zwarts en Rein Jansma. Kenmerkend zijn vijf kegelvormig gebogen kappen van roestvast staal die in elkaar schuiven. De vorm van de kappen volgt de vorm van de balg in opgeblazen toestand. De kapvormen worden naar het water toe steeds groter zodat het gebouw zich opent naar het uitzicht. De kopse kant van de gebouwen zijn aan de waterzijde transparant. Aan de zijde van de dijk zijn ze gesloten. Ter bescherming zijn over de aanhechtingsdelen van de balg op de landhoofden schaalvormige betonnen kappen geplaatst.

De balgstuw Ramspol is één van de vijf stormvloedkeringen in Nederland. De waterkering wordt ieder jaar op de eerste dinsdag van september of oktober opgeblazen om de balgstuw te kunnen testen. Tijdens deze jaarlijkse functioneringssluiting voeren specialisten van Rijkswaterstaat een inspectie uit van het balgdoek en wordt de rek van het doek van de drie balgen gemeten. Bij de inspectie aan de binnenzijde van de balg wordt tegenwoordig een drone gebruikt om de conditie van het balgdoek in kaart te brengen. De inzet van een drone heeft volgens Rijkswaterstaat veel voordelen: het is minder arbeidsintensief en de beelden geven een beter en helderder beeld van de schades en reparaties. Daarnaast zijn die beelden achteraf nauwkeurig te bekijken en te vergelijken met voorgaande inspecties. In de zomer van 2022 heeft Rijkswaterstaat het beslis- en besturingssysteem van de stormvloedkering vernieuwd. Het rubberen balgdoek van de stormvloedkering gaat veel langer mee dan verwacht en was in 2022 nog in zo’n goede conditie dat dit nog niet vervangen hoefde te worden. Uit proeven met een teststuk dat bij de kering in het water hangt bleek dat het doek nog ongeveer 15 jaar meegaat.

Architecten

Prof. ir. Moshé Zwarts is op 27 augustus 1937 in Haifa (Israël) geboren. Hij studeerde van 1955 - 1963 aan de Thechnische Universiteit in Delft. Na zijn afstuderen was Zwart van 1963 tot 1969 werkzaam voor het Shell Plastic Laboratorium. Hij deed daar onderzoek naar toepassing van plastic in de bouw. In 1969 kreeg Zwarts een positie als lector aangeboden aan de Technische Universiteit Eindhoven. Tussen 1981 en 1989 was hij de eerste hoogleraar bouwmethodiek aan zowel de TU Eindhoven als de TU Delft. In 1990 ging het ontwerpen toch weer kriebelen en begon hij op 52-jarige leeftijd samen met Rein Jansma bureau Zwarts & Jansma Architecten (ZJA). Het ontwerpproces bij ZJA verliep heel rationeel. Zwarts was de eerste die computers inzette voor bouwkundige ontwerpen. Belangrijke werken van ZJA zijn: Metrostation Wilhelminahaven in Rotterdan, Paviljoen Wereld Expo Sevilla, renovatie van de Kuip in Rotterdam, de Balgstuw Rampol en het lightrail station in Den Haag. Op 1 juli 2009 trad Zwarts terug uit het bestuur van ZJA en ging met pensioen. Moshé Zwarts overleed op 4 december 2019 in Amsterdam. 

Rein Jansma is in 1959 in Amsterdam geboren in een artistiek en politiek actief gezin. Zijn vader was beeldend kunstenaar Arie Jansma en zijn moeder wiskundige Jeanne Nancy (‘Oekie’) van Dulm. Rein Jansma studeerde biologie voordat hij in Delft een korte architectuurstudie deed. In 1971 leerde hij Architect Moshé Zwarts kennen. Nadat hij in 1987 samen met Zwarts een prijsvraag voor een benzine station had gewonnen, dat niet werd uitgevoerd, richtte het duo in 1990 samen een eigen architectenbureau op. In 2009 vertelde  Moshé Zwarts aan AWM, het vroegere magazine van Architectenweb, "Rein was een briljante jongen en ik kon goed met hem overweg. Hij is een echte autodidact". Kennis van techniek, fascinatie voor natuur, affiniteit met kunst, speelsheid en verwondering kenmerken de benadering van Jansma tot ontwerp en architectuur.