Saalicon

Saalicon
Saalicon Saalicon Saalicon

Plaats: Creil

Locatie: Graaf Florisstraat 51

Architect: Hendriks, v.d Sluys & v.d. Bosch

materiaal: baksteen, pannen, beton, glas

Jaar: 1957-1958


Beschrijving:

In oktober 1954 werd in de H. Michaëlparochie in Emmeloord een schrijven van de aartsbisschop-coadjutor mrg. Bernardus Johannes Alfrink voorgelezen, waarin medegedeeld werd dat in de Noordoostpolder een nieuwe parochie gesticht zou worden. De parochie Creil-Rutten werd onder de bescherming van St. Nicolaas gesteld. De oprichtingsdatum was 15 oktober 1954. Tot bouwpastoor van deze 5e parochie werd pastoor Theodorus G. ten Hagen aangesteld. Zijn belangrijkste taak was de bouw van de kerken in Creil en Rutten voor te bereiden. Pastoor ten Hagen is op 25 februari 1911 in Aalten geboren. Na zijn priesterwijding in 1937 was hij achtereenvolgens kapelaan in Breukelen, IJsselstein en Hilversum. Vanaf 28 september 1948 was hij kapelaan in de parochie van de O.L.V. Ten Hemelopneming in Utrecht. 

In september 1955 keurde de aartsbisschop-coadjutor het voorstel van de parochie Creil-Rutten goed om aan architect J.P.L. Hendriks uit Rotterdam te vragen om een voorlopig ontwerp te maken voor de bouw van twee rooms-katholieke kerken die in Rutten en Creil gebouwd zouden worden. De kerk werd gebouwd door de firma H. Mokveld uit Hilversum. De bouw startte in februari 1957. De eerste steen werd op eerste paasdag, 6 april 1958, gelegd door mgr. G.P.J. van der Burg. De bisschop van Groningen, mgr. Pieter Antonius Nierman (1901-1976) consacreerde het kerkgebouw op 13 oktober 1958. Tijdens de plechtigheid werd de bisschop geassisteerd door de kapelaans Huisman uit Emmeloord en Schepers uit Nagele-Espel-en Tollebeek. Relikwiedragers waren pastoor F. Gilsing uit Ens en pastoor B. Koopmans uit Kraggenburg. De kerk werd gewijd aan St. Nicolaas, de beschermer van de zeelieden.

De architecten Hendriks, van der Sluys & van den Bosch ontwierpen een kerkgebouw in de Bossche-schoolvariant van het traditionalisme. In katholiek Nederland was men van ouds gewend aan kerken in de vorm van een Latijns Kruis. De St. Nicolaaskerk in Creil was de eerste centraalbouw in de noordelijke katholieke architectuur. Het opvallende gebouw in de vorm van een stolpboerderij, een vierkant kerkgebouw met een piramidevormig dak, kreeg een ondergeschikte plaatsing aan de dorpsbrink. Het piramidedak met vier driehoekige schilden, springt in op de muren waardoor een brede richel vrij komt te liggen. De langwerpige ramen hebben van boven een ronde boog. De pastorie heeft een zadeldak en het ingangsportaal van de kerkzaal en de tussenliggende gebouwen hebben een plat dak. De gevels zijn opgetrokken uit bronskleurige baksteen en gemetseld in wildverband. Bij dit metselverband worden koppen en strekken in ogenschijnlijk willekeurige volgorde in het metselwerk opgenomen. De daken zijn gedekt met Romaanse zwarte pannen, keramische dakpannen die gekenmerkt worden door een grote golving en relatief klein plat vlak. 

Naast de kerkzaal staat een kleine vrijstaande klokkentoren met ronde voet en daarop een witte open constructie met daarin een 572 kg zware bronzen luidklok die in 1958 gegoten is door Koninklijke Klokkengieter Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel. Vaak was de doopkapel een met de hoofdruimte verbonden uitbouw. In de H. Nicolaaskerk is de kapel in de onderbouw van de betonnen klokkenstoel geïntegreerd.

De bevolkingsgroei in de Noordoostpolder bleef achter bij de verwachtingen. Daarom is de parochie H. Nicolaas in 1991 samengevoegd met die van de H. Ludgerus te Bant en die van de H. Servatius te Rutten tot de parochie "De Goede Herder". In 2001 zijn de kerkgebouwen van Bant en Creil afgestoten. De voormalige St. Nicolaaskerk werd eind 2004 omgebouwd tot een modern Zorg- en Welzijnscentrum dat de naam Saalicon kreeg een afgeleide van Nicolaas. Woningbouwvereniging Mercatus, de nieuwe eigenaar, ging met de kerk aan de slag en bouwde er een verdieping in. De binnenzijde is grondig verbouwd. De glas-in-lood-ramen van de voormalige kerk zijn in de wachtkamer geplaatst. Maar ook andere elementen uit de kerk, zoals het drieluik van St. Nicolaas, een wijwaterbakje, de twaalf stenen met wijdingskruizen, het hek naar de Ruimte voor Stilte, een icoon van Madonna en de plaquette van de eerste steenlegging zijn in het Saalicon terug te vinden. 

Het drieluik ook wel triptiek genaamd, is gemaakt door Gerard Héman (1914-1992). In het midden zien we een van hout gebeeldhouwde Sint Nicolaas. De heilige is afgebeeld met een mix van westerse en oosterse elementen. In zijn hand heeft hij een paterissa, een bisschoppelijke herdersstaf die metropolieten en bisschoppen in de oosterse kerken gebruiken. Deze paterissa heeft een bekroning die verwijst naar de bronzen slang die Mozes opricht (Numeri 21:9). Aan zijn gordel heeft Nicolaas een epigonation, een ruitvormig stijf gesteven doek, in de vorm van een 'wybertje', dat door bisschoppen van de Oosters-orthodoxe en Oosters-katholieke kerken wordt gedragen. Daarom draagt Sint Nicolaas ook geen mijter want die is westers. Typisch Héman is de baard met gedraaide pijpenkrullen. Bron: hemanart.nl. Op de luiken, die uitgevoerd zijn in mozaïek, staan voorstellingen die ons eraan herinneren dat Sint Nicolaas niet alleen de patroonheilige van de kinderen is maar ook van de studenten, de bakkers, de schippers, de alleenstaande vrouwen en de prostituees.

Rudolf Holleman maakte in 2004 in de Ruimte voor Stilte een bijzondere plafondschildering. In de stilteruimte komt het zonlicht via een lichtkoepel naar binnen. Rond de lichtkoepel schilderde Holleman het schilderij 'Grote Reis' (2,00 x 3,00 m) dat de oerkracht van de zon verbeeldt. Op de buitenpanelen heeft hij de twaalf sterrenbeelden symbolisch weergegeven. Bron: Saalicon.

De luidklok die in de toren naast de voormalige kerk hing is verplaatst naar de klokkenstoel op de begraafplaats aan de Koning Radboudlaan. Het kunstenmakercollectief Creil maakte voor in de lege klokkentoren een roestvrijstalen kunstwerk van een kraanvogel.

Architecten

Johannes Petrus Leonardus (Jan) Hendriks werd op 27 augustus 1895 in Rotterdam geboren. Na de Ambachtsschool volgde Jan Hendriks de avond- en dagcursus van de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen en werkte bij de architecten Buskens en Meischke & Schmidt.

In 1924 won J.P.L. Hendriks de Prix de Rome voor de Schone Bouwkunst, de oudste en meest genereuze prijs voor talentvolle kunstenaars en architecten in Nederland. Van de gewonnen studiebeurs ging hij samen met zijn vriend en studiegenoot Wim N. van der Sluys (1897 - 1972) op studiereis in Zuid-Duitsland en Italië. In deze periode hebben Jan Hendriks en Wim van der Sluys regelmatig gezamenlijk met succes aan prijsvragen deelgenomen. Bij de jaarlijkse prijsvragen uitgeschreven door de Vereniging 'Bouwkunst en Vriendschap' hebben zij meermalen prijzen in de wacht gesleept. In 1922 wonnen zij de eerste prijs, een bronzen medaille en f 50,-, voor een opmeting van een oud gebouw of een gedeelte daarvan, onder het motto 'Waalsche Kerk'. In 1923 behaalden zij bij een prijsvraag voor een brug over een stadssingel de derde prijs plus een eervolle vermelding. Tijdens een prijsvraag uitgeschreven door De Gemeente Amsterdam in 1924 voor 'Vier monumentale lantaarns op den Dam te Amsterdam' won het ontwerp van Hendriks en Van der Sluys onder het motto 'Fiat Lux' de derde prijs en f 150,-.

Teruggekeerd van de studiereis in Zuid-Duitsland en Italië begon Hendriks in zijn woonhuis in Rotterdam een eigen architectenpraktijk. Vanaf 1928 begonnen de grote opdrachten te komen: kerken, winkels, scholen, woningen. In 1939 vormde Hendriks samen met Wim van der Sluys en zijn zwager Lex A. van den Bosch (1908 - 2002) een architectenmaatschap. Het architectenbureau Hendriks, Van der Sluys & Van den Bosch realiseerde na de oorlog vele gebouwen in Rotterdam. Het werk van het bureau evalueert meer en meer van traditionalistische katholieke baksteenarchitectuur naar een verzorgd modernisme.

Jan Hendriks overleed op 8 augustus 1975 op 79-jarige leeftijd in Rotterdam