Hervormde kerk

Hervormde kerk

Plaats: Bant

Locatie: Lange Omgang

Architect: Wegener Sleeswijk en Wichers

materiaal: baksteen, dakpannen, glas

Jaar: 1959


Beschrijving:

In 1944 stichtte de urgentiecommissie van de Nederlands Hervormde Kerk voorlopig een gemeente in het nieuwe land. Vrijwel direct na de oorlog stelde de Zwitserse Kerk de Ned. Herv. Kerk enkele houten noodkerken beschikbaar voor de Noordoostpolder. In januari 1946 arriveerden de eerste twee in Nederland, die onder leiding van een Zwitserse architect in Emmeloord en Ens opgebouwd werden. In 1951 werd Bant samen met Rutten een zelfstandige gemeente van de Hervormde Kerk Noordoostpolder. Tot die tijd moesten de Hervormden hun heil zoeken bij de gevestigde kerken in de naburige dorpen. Vanaf juni werden de kerkdiensten gehouden in het magazijn van de familie Scholtens aan de Baanterweg. In september van dat jaar werd het houten noodkerkje in gebruik genomen dat tot dan aan de Abelenlaan in Emmeloord had gestaan. 

In 1958 werd de Hervormde kerk in Bant aanbesteed en gegund aan de firma K. Salverda te Kuinre. In 1959 werd de kerk gebouwd onder architectuur van Prof. Ir. C. Wegener Sleeswijk en zijn compagnon Ir. S.J.S. Wichers. De architecten zijn bij hun ontwerp voor de zevende Hervormde Kerk in Noordoostpolder geïnspireerd door de landbouwschuren bij boerenbedrijven in de Noordoostpolder. De kerk omvat onder één zadeldak een kerkzaal met ziende kap, een kap waarbij de dakconstructie met de balken en binten vanuit de eronder liggende ruimte zichtbaar is, en een gemeentezaal met daarboven een bijzaal en een jeugdzaal. De architectuur van het kerkgebouw is relatief eenvoudig en beïnvloed door de Scandinavische bouwstijl. De detaillering en materialisering zijn sober van karakter. De gevels zijn opgetrokken uit donkerrode baksteen in Vlaams verband. Bij dit metselverband bestaan de lagen uit achtereenvolgens een kop, een strek, een kop, een strek, enz. De kop in een laag ligt altijd midden boven de onderliggende strek. Het steil oplopend zadeldak is gedekt met rode pannen. Op de achterkant van het dak bevindt zich aan weerszijde een plat afgedekte dakkapel. De voorgevel heeft een symmetrische indeling met acht vierkante ramen en in het midden een naar boven toe smaller wordende steunbeer als decoratief element. De praktisch blinde achtergevel wordt door eenzelfde steunbeer geleed. De ingang bevindt zich in de linker zijgevel. De kerk heeft een dakruiter in de vorm van twee rookkanalen met daartussen een luidklok gegoten door Jacobus van Bergen (1886-1976) van de firma Concordia uit Midwolda. De kerkzaal heeft een vierkante grondvorm en bevindt zich op de begane grond. Het liturgischcentrum stond achter in de zaal op een verhoging, met daaromheen in U-vorm stoelen met biezenzittingen en banken. De avondsmaaltafel had een kaasvorm, de preekstoel was uitgevoerd als kabinet. Bron: Kerkopbouw en kerkbouw in de IJsselmeerpolders.

Uit het overzicht van stukken uit het orgelarchief van Lambert Erné blijkt dat op 10 maart 1959 namens het College van Kerkvoogden Hervormde Gemeente Noordoostpolder aan de Duitse orgelbouwer Ahrend & Brunzema uit Loga (bij Leer) de definitieve opdracht werd gegeven op de bouw van twee kleine orgels, één voor de Herv. kerk in Bant en één voor de Herv. kerk in Rutten, waarvoor de offerte op 23 oktober 1958 was uitgebracht. Bij de nieuwbouw van orgels binnen de Hervormde kerk was na de Tweede Wereldoorlog altijd de ‘Synodale Orgelcommissie der Nederlandsche Hervormde kerk' betrokken, in de wandeling de Hervormde Orgelcommissie genoemd. Daardoor bepaalde de commissie in grote mate de richting van de orgelbouw in de jaren vijftig. Het bouwprincipe van Ahrend & Brunzema lag geheel in lijn van de nieuwe inzichten zoals die ontwikkeld waren uit de speelaard en het klankideaal der klassieke orgels: een gezonde, evenredige opbouw van de dispositie, het in ere herstellen van de vulstemmen (speciale mixturen), een zo functioneel mogelijke opstelling van de pijpwerken en mechanische tractuur. Organist Lambert Erné (1915-1971), de drijvende kracht achter de bouw van 'neo-barokke' orgels, trad bij de bouw van de orgels in Bant en Rutten op als adviseur namens de Hervormde Orgelcommissie. Over de bouw van het orgel werd overleg gepleegd met architect Wegener Sleeswijk. Het pijporgel was een positief, een klein orgel met éen klavier en zonder pedaal. Een positief wordt meestal in kleine kerken gebruikt als koororgel. Het orgel had vleugeldeurtjes en decoratief snijwerk dat de ruimte tussen pijpwerk en de bovenzijde van de kas afsloot. Het orgel werd op een orgelbalkon geplaatst, tegenover het liturgisch centrum. Er was bewust gekozen voor een ander profiel dan in Rutten, waar het orgel staand in de ruimte werd neergezet. Bij de in gebruikname in 1959 werd het orgel door adviseur Erné bespeeld. Uit de aantekeningen van Erné blijkt dat er na de ingebruikname blaasjes ontstonden in het tinfolie op de frontpijpen en dat er geklaagd werd over ontstemming. In februari 1962 waren deze 'euvelen' opgelost. Bekijk hier de dispositie en een foto van het orgel.

In de jaren vijftig zijn in Bant drie kerken gebouwd. In 2004 fuseerde de Gereformeerde Kerk met de Ned. Hervormde gemeente tot SoW-gemeente. De fusie viel gelijktijdig met het vrijkomen van de Rooms Katholieke kerk in het dorp. De voormalige Katholieke kerk werd eind 2003 door de SOW-gemeente aangekocht. Met respect voor de RK-geschiedenis is de kerk verbouwd, waardoor het kerkgebouw tegenwoordig inzetbaar is voor multifunctionele doeleinden. De kerkgebouwen van de Gereformeerde kerk en de Hervormde gemeente werden verkocht. Het Ahrend & Brunzema orgel werd verkocht aan de Fa. Ahrend uit Loga, die het doorverkocht aan een particulier. In tegenstelling tot de Rooms-katholieke en Gereformeerde kerk heeft de voormalige Hervormde kerk een secundaire plaatsing, zijdelings aan de brink. De voormalige Hervormde kerk stond in 2007 weer te koop. Op 26 september 2016 werd het gebouw door Aventurijn Zorg als zorgwoning in gebruik genomen die de naam Hof van Bant kreeg. In de kerk zijn drie appartementen gecreëerd.

Architecten

Cornelis Wegener Sleeswijk geboren op 28 mei 1909 in Lemsterland, is een Nederlandse architect en hoogleraar aan de Technische Universiteit in Delft. Hij bouwt enkele monumentale panden zoals in 1951 de Jaarbeurshal in Utrecht. Daarnaast ontwerpt hij woonhuizen, kerken en scholen waarbij hij regelmatig samenwerkt met Sytse Johannes Sophius Wichers (1919-1993). Met z'n tweeën ontwierpen zij onder andere het gemeentehuis in Bussum (1961), schouwburg de Nieuwe Doelen in Gorrichem (1961), de aula op begraafplaats Driehuis-Westerveld (1963), het Post-en telegraafkantoor in Drachten (1974) en kantoorgebouw Caltex in Den Haag (1957). Dit laatste gebouw was een experiment met beton. Wegener Sleeswijk is ook bekend geworden door de restauratie van het Koninklijk Paleis, de Oude en Nieuwe Kerk in Amsterdam en de restauratie van de Raad van State aan de Kneuterdijk in Den Haag.
 
Cornelis Wegener Sleeswijk overlijdt op 26 december 1991 op 82-jarige leeftijd in Amsterdam.