Gevelsteen Overvloed

Gevelsteen Overvloed
Gevelsteen Overvloed Gevelsteen Overvloed Gevelsteen Overvloed

Plaats: Emmeloord

Locatie: Bedrijfsweg 66 - 88

Maker: Hans 't Mannetje

materiaal: Bianco del Mare (kalksteen)

Jaar: 1993


Beschrijving:

Voor het verzamelgebouw aan de Bedrijfsweg 66 t/m 68 staat sinds 1993 op het grasveld een trapeziumvormig gemetseld muurtje. In het muurtje is een gepolychromeerde staande gevelsteen van 105 x 78,5 cm gemetseld die door Hans ’t Mannetje in reliëf uit kalksteen is uitgehouwen. Kenmerkend voor de gevelstenen van 't Mannetje zijn de meerdere betekenislagen en de bijzondere voorwerpen waarmee ze verbeeld worden. 

Deze gevelsteen vertelt iets over de plek. In 1942 viel de Noordoostpolder droog. Nadat de polder was drooggevallen moest 48.000 hectare vruchtbare grond worden ontgonnen, het overgrote deel was bestemd voor akkerbouw. In 1947 ging de Directie van de Wieringermeer, afdeling Noordoostpolderwerken over tot de uitgifte van boerderijen. De eerste pioniers konden aan het werk. Het idee voor de steen is ontleend aan de overvloed die er dankzij de boeren en tuinders is.

De stenen van 't Mannetje vertellen een verhaal in voorstelling en tekst, bij voorkeur in de vorm van een raadsel. Op de steen is een akker met aardappelruggen afgebeeld en een overlopende melkemmer. Op de onderrand staat in romeinletters het woord OVERVLOED. Het opschrift heeft de tweeledige betekenis van watervloed en weelde en is de metafoor voor de vruchtbare polder. Wat wij tegenwoordig de romeinletter noemen is van oorsprong het lettertype van het klassieke Griekse schrift zoals het voorkomt op de in steen gebeitelde inscripties uit de oudheid. Kenmerkend voor de romeinletter is zijn samenstelling uit overwegend rechte stokken en de beëindiging van die stokken met een zogenaamde schreef, een dwars geplaatste driehoekige aanzet van de inkerving. Als zodanig is het een typische hakletter, geen schrijfletter. Uitgaande van de 17e eeuwse hakletter ontwikkelde 't Mannetje een alfabet dat hij doorgaans voor zijn ingehakte opschriften gebruikte. Bron: Gevelstenen van Hans 't Mannetje.

In de voorgevel tussen de panden Bedrijfsweg 42-44 is de gevelsteen 'LEEGWATER' ingemetseld. Ook hier is een emmer afgebeeld als zinnebeeld van de Noordoostpolder.

In 2019 is op het pleintje voor het verzamelkantoor een pand gebouwd voor een personal trainings studio. Hiervoor is het muurtje met de gevelsteen 'Overvloed' weggehaald. Wat er met de steen gebeurd is, is onbekend.

Kunstenaar

Johan George (Hans) ’t Mannetje is op 9 september 1944 in Hillegom geboren. Na een jaar op de Kunstnijverheidsschool in Amsterdam te hebben gezeten werd hij op 14-jarige leeftijd leerling beeldhouwen bij beeldhouwster Liesbeth Sayers in Bennekom. Van 1962 tot 1964 studeerde hij aan de beeldhouwafdeling van de Rijksacademie voor beeldende Kunsten in Amsterdam. Na de academie ging 't Mannetje in de restauratie werken omdat hij vond dat je als beeldhouwer veel kon leren van wat men vroeger maakte. Hij was steenhouwersleerling en later uitvoerder bij de laatste Amsterdamse Stadsbeeldhouwer Hildo Krop.

Als jonge beeldhouwer restaureerde hij oude monumenten en herstelde of kopieerde ornamenten. Zo leerde ‘t Mannetje met grote brokken steen om te gaan. Hans 't Mannetje maakte ook enkele vrijstaande beelden. In 1962 hakte hij twee marmeren sfinxen naar historisch voorbeeld voor de ingang van het Wertheimpark in Amsterdam. Rond 1970 maakte hij zijn eerste gevelsteen. Hij hakte in 1976 de nieuwe geveltop van Raamgracht 17 op basis van een prent van 15e eeuwse Franse schilder Jean Fouquet. In 1984 vervaardigde hij "de Grenspaal", ook wel de "zuildragende schilpad" genoemd, voor de Sint Antoniesluis in Amsterdam. In de periode 1968-1986 was 't Mannetje de drijvende kracht achter het restauratieatelier in de oude Joodse synagoge aan Nieuwe Uilenburgerstraat in Amsterdam, waar hij talrijke jonge mensen heeft opgeleid in het stijlzuiver ambachtelijk restaureren van gebeeldhouwde bouwfragmenten. Toen het atelier in 1986 door de gemeente Amsterdam werd opgeheven vestigde 't Mannetje zich als zelfstandig beeldhouwer in Dronten en specialiseerde zich in gevelstenen. Later verhuisde hij naar Zutphen en vervolgens naar Dieren.

Hans 't Mannetje haalde het genre uit de sfeer van de Oud-Hollandse nostalgie, kwam tot vernieuwing van het medium en voorzag de gevelstenen van een eigen gramatica. Hij ontwikkelde een emblematiek van woordspelingen en verwijzingen in nieuwe gevelstenen als een tak van hedendaagse beeldhouwkunst. Hij gaf onverwachte wendingen aan vertrouwde begrippen en zegswijzen, bracht bijbelteksten en spreekwoorden tot leven met hedendaagse voorwerpen, maar koppelde even gemakkelijk bijna vergeten ambachten en gereedschappen aan actuele verschijnselen. Als je een woord hoort zie je direct een beeld, maar 't Mannetje zocht juist een ander woord dat bij dat woord past, een zinnnebeeld. Hans 't Mannetje vertelde; "Ik heb dit vak gekozen toen ik in de jaren '60 beeldhouwkunst studeerde in Amsterdam. Daar waren ook gevelstenen bij en dat onderwerp boeide mij". 't Mannetje was één van de weinige kunstenaars in Nederland die gevelstenen maakte. Hij heeft het oude ambacht nieuw leven ingeblazen. Wellicht was hij de enige die deze kunst als dagtaak had. 't Mannetje hakte zijn gevelstenen uit Bianco del Mare, een lichte harde kalksteen uit het Middellandse Zeegebied. Door het hele land kom je ze tegen, in Amsterdam ruim zeventig en in Flevoland vind je een tiental in Dronten en twee in Emmeloord. Iedere steen heeft zijn eigen verhaal en eigen woordspel, toepasselijk bij het beeld.

In 1998 zei Hans 't Mannetje: "Mijn opdracht is gevelstenen hakken. Voordat ik dood ga wil ik er driehonderd maken". Dat jaar hakte hij zijn honderdste steen, waarin de symbolische woorden 'Stenen voor brood' zijn aangebracht. De woorden verwijzen naar de bijbeltekst uit Matthéüs 7, maar voor 't Mannetje heeft de tekst een extra betekenis. Hij verdiende met stenen zijn brood. Hans 't Mannetje heeft niet de tijd gehad om zijn levenswerk te voltooien. Steenbeeldhouwen is een hele zware bezigheid. In de loop van 2015 voelde hij dat zijn jaren gingen tellen. Hij voltooide zijn laatste steen en sloot zijn atelier. Op 2 mei 2016 overleed Hans 't Mannetje op 71- jarige leeftijd aan de gevolgen van longkanker. Hans 't Mannetje was een vakkundig steenhouwer met gevoel voor vorm en een verfijnd oog voor details. Hij heeft in totaal 230 gevelstenen vervaardigd die gekenmerkt worden door helderheid van ontwerp, virtuoos hakwerk, zorgvuldigheid van belettering en subtiele gelaagdheid van betekenissen.

Hans 't Mannetje kreeg in 2001 voor zijn bijdrage aan het Amsterdamse stadsgezicht door wethouder Hooijmaijers de Stadsbeeldprijs uitgereikt, een prijs die ingesteld was door de Stichting Heijmeijer van Heemstede, als hulde aan iemand die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de instandhouding, verfraaiing of bestudering van het historische stadsbeeld.