Gevelreliëf Deel 22

Gevelreliëf Deel 22
Gevelreliëf Deel 22 Gevelreliëf Deel 22 Gevelreliëf Deel 22 Gevelreliëf Deel 22 Gevelreliëf Deel 22 Gevelreliëf Deel 22 Gevelreliëf Deel 22

Plaats: Emmeloord

Locatie: De Deel 22

Kunstenaar: Dick Zwier

Materiaal: cementmortel

Jaar: 1958


Beschrijving:

Tussen 1956 en 1958 zijn aan De Deel 21 en 22 twee kantoorgebouwen voor landbouworganisaties opgetrokken in een functionalistische stijl naar een ontwerp van het Arnhemse architectenbureau Corn. Nap en C.J.P. van Ede. De in betonskeletbouw opgetrokken tweelaagse gebouwen zijn in opdracht van het Coöperatieve Landbouwhuis en de Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) gebouwd, een organisatie die in opdracht van het ministerie van Economische Zaken zaaizaad en pootgoed keurt. De eenvoudige bouwvolumes, die in lengte verschilden, waren verder identiek aan elkaar. Omdat de gebouwen ten opzichte van elkaar gespiegeld waren lagen de ingangen tegenover elkaar. 

In 1951 werd bepaald dat bij nieuwe publiekelijke gebouwen 1,5% van de bouwsom aan kunst mocht worden besteed. Zo konden mensen ook buiten musea met kunst in aanraking komen. Vandaar dat er zoveel kunst aanwezig is in gebouwen uit de wederopbouw. De kunst was niet een toevoeging als het gebouw al klaar was, maar werd vaak vanaf het begin mee ontworpen. De wederopbouwperiode kenmerkt zich door een innige samenwerking tussen architect en kunstenaar. De wederopbouwkunst zegt dikwijls iets over de functie van het gebouw. Al bij het ontwerp van de kantoorgebouwen hebben de Arnhemse architecten samengewerkt met kunstenaar Dick Zwier. Hij streefde naar een samensmelting van architectuur en kunst. De kunstenaar was van mening dat een wandkunstwerk in dialoog met de architectuur moest ontstaan, maar dat het tevens een autonome functie had die de architectuur versterkte. Zwier bracht langs de bovenrand van beide gebouwen verzonken reliëfs in de sgraffito techniek aan. Bij het gebouw van de NAK (Deel 21) aan beide lange zijde van het gebouw acht taferelen, bij het Coöperatieve Landbouwhuis (Deel 22) aan beide zijden zeven. Voor ieder reliëf werden drie lagen cementmortel aangebracht in zwart, grijs en wit.

In een interview in De Noordoostpolder van 18 april 1958 vertelde Dick Zwier dat: "De uitgangspunten bij de ornamentiek van het gebouw van de Nederlandse Algemene Keuringsdienst was gelegen in de gedachte aan natuurlijk gegroeide, vloeiende vormen, aan planten, aan korenvelden, aan een wolkenlucht, aan zon en wind. Maar in de sfeer van het sgraffito-werk aan het Coöperatieve Landbouwhuis zal de mens zijn entree doen en vooral ook hetgeen hij maakt. Hier zullen hoekiger lijnen en een meer stotend ritme overheersen. Men zal eerder denken aan landbouwmachines, dan aan het gewas dat zij oogsten. Toch is de opdracht dat het contrast tussen het een en het andere gebouw in dit opzicht niet te scherp mogen zijn. Er moet eenheid zijn, hetgeen natuurlijk reeds tot uitdrukking komt in de kleuren. Anderzijds moet er verschil zijn, omdat ook de landbouw rijk aan facetten is, die samen een geheel vormen. Het is beslist niet de bedoeling dat men direct bepaalde symbolen of een belijnd verhaal in de voorstelling ziet".

Bij het vervaardigen van een sgraffito kwam het op de samenwerking van de stukadoor en de kunstenaar aan. De stukadoor bracht de al op kleur gemaakte pleisterlaag op de wand aan. Niet meer dan 5 mm dik. Zonder wapening of wat dan ook. Vervolgens werden de volgende lagen, ook 5 mm dik en al door en door gekleurd, aangebracht. In zijn atelier schetste de kunstenaar het ontwerp van het reliëf dat uiteindelijk op de muur moest komen, op ware grootte op kalkeerpapier. Alleen de lijnen, niet de kleuren. Wanneer de stukadoor de laatste laag mortel met zijn troffel had aangebracht en deze voldoende was uitgehard, werd het kalkeerpapier met de daarop getekende lijnen van het ontwerp erop geplakt. Vervolgens werden de lijnen overgetekend. Die drukte je, alsof je met carbonpapier werkt, over op de laag mortel daaronder. Na het verwijderen van het kalkeerpapier stond het ware ontwerp op de plek waar het moest komen. Er moest snel gewerkt worden, de voorstelling moest klaar zijn voordat de pleisterlaag hard werd. De mortel was na 24 uur te hard om nog te kunnen bewerken. Doordat er lijnen en vlakken uit de verschillende mortellagen weggekrabd werden, ontstond een voorstelling in drie kleuren waarin sterk geabstraheerde figuren herkenbaar zijn. Zwier heeft in de sgraffito's de figuratie tot een abstract lijnenspel teruggebracht.

Het Coöperatieve Landbouwhuis aan De Deel 22 werd op 6 augustus 1958 officieel geopend door de landdrost van de Noordoostpolder, ir. A.P. Minderhout. In het gebouw werden de Coöperatieve rundveefok- en controlevereniging NOP ondergebracht en het landbouwboekhoudkantoor Noordoostpolder. Volgens Frans van de Lindeloof, die van 1983 tot 2007 in het Landbouwhuis werkte en voorzitter was van de Stichting Exploitatie Landbouwhuis, zijn de sgraffito's in 1987 gerestaureerd. In 1994 is dwars op het bestaande gebouw een vleugel gebouwd.

De wederopbouwarchitectuur staat tegenwoordig onder druk. Dit heeft grote gevolgen voor de kunstwerken. De gebouwen worden afgebroken en de architectuur gebonden kunst spat onder de slopershamer uiteen. Het gebouw van de NAK aan De Deel 21, waar later het Landbouwhuis en de VVV in gevestigd zijn geweest, is in augustus 2009 met de grond gelijk gemaakt omdat het plaats moest maken voor een woon-werkcomplex. Ook het gebouw van het voormalige Coöperatieve Landbouwhuis staat op de nominatie om gesloopt te worden. Hierbij zullen de sgraffito's gespaard blijven. Bouwbedrijf Roos uit Emmeloord heeft samen met Nieuwbouw Advies Flevoland (NAF) uit Dronten en 19 Het Atelier Architecten uit Zwolle een ontwerp ontwikkeld voor een woon-werkgebouw dat zal verrijzen op de plek waar nu nog het voormalige Coöperatieve Landbouwhuis staat. Het 4 bouwlagen tellende gebouw bestaat uit 19 appartementen en 200 m² kantoorruimten. Het ontwerp voorziet in een klassieke opbouw met een hoge plint waarin de 14 sgraffito's uit het voormalige Coöperatieve Landbouwhuis een herbestemming krijgen. Hiermee wordt op circulaire wijze de historie teruggebracht in het straatbeeld van Emmeloord. Op 7 september 2021 vertelde David Sinnema van bouwbedrijf Roos echter aan Omroep Flevoland: "We wilden dat [de sgraffito's] eigenlijk bewaren. We kwamen er alleen achter dat het geen beton was, maar metselwerk en het was niet mogelijk om dat te behouden. Nu maken we er foto's van en daar wordt een print van gemaakt die dan later weer terugkomt.'' De sgraffito's van Dick Zwier aan het voormalig Coöperatieve Landbouwhuis zijn een exponent van de wederopbouw periode; monumentaal, verbonden met de modernistische architectuur. Het gebouw werd in januari 2022 gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouwproject 'Het Rondeel'. Met de sloop zijn deze laatste beeldbepalende wederopbouw kunstwerken uit het straatbeeld van Emmeloord verdwenen.

Kunstenaar

Dirk Zwier, alias Dick Zwier, is op 11 december 1915 geboren in IJmuiden. Op 18-jarige leeftijd gaat hij aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam studeren. Hier volgt hij eerst de opleiding vrije schilderkunst bij de luministische schilder Hendrik Jan Wolter en bestudeerde vervolgens onder leiding van professor Heinrich Campendonk, die lid was van de expressionistische kunstenaarsgroep ‘Der Blaue Reiter”, 3 jaar de monumentale en decoratieve schilderkunst. Campendonk leerde die aan zijn leerlingen dat wandkunst dienstbaar moest zijn aan de architectuur. Ook vond hij dat ruimtesuggestie of perspectief niet op hun plaats was voor een vlakke muur, omdat de muur dan niet meer vlak lijkt. Verder waren moralistische of politieke visies taboe en emoties als verdriet of vreugde waren te persoonlijk om te verbeelden op een wand. De invloed van Campendonk op de verdere ontwikkeling van Dick Zwier is onmiskenbaar geweest. Op 29 december 1941 wordt aan Dick Zwier de beurs afgestudeerden Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK) uitgereikt. Het DVK is een door de Duitsers op 26 november 1940 opgericht ministerie.
 
Dick Zwier heeft aan de Amsterdamse Amstel lange tijd een atelierruimte gedeeld met o.a. Hans van Norden, Lex Horn, Theo Kroeze, Han Bolte, Ad van der Weyden en Reyer Godefroi. Zwier was lid van de groep Amsterdamse Realisten. In 1952 werd hij lid van de in dat jaar door Lex Horn en Hans van Norden opgerichte Vereniging van beoefenaars der Monumentale Kunsten (VbMK), een vereniging die opdrachtgevers en kunstenaars met elkaar in contact bracht. Daarnaast adviseerde de VbMK over tarieven. De geadviseerde tarieven uit 1956 voor sgraffito geven bijvoorbeeld voor 30 m² sgraffito bedragen aan van ƒ 3600,- als honorarium, ƒ 750,- als preparatie in 3 lagen en bedragen tussen ƒ 575,- en ƒ 4925.- voor schetsgeld voor een normale opdracht. De uitvoering van de sgraffitotechniek vergde weinig tijd en was dus relatief goedkoop door de materialen kalk, zand en cement. Een wandschildering met dezelfde afmetingen was arbeidsintensiever en daarom een paar honderd gulden duurder. 
 
Van 1973 - 1990 was Dick Zwier lid van de Maatschappij Arti et Amicitiae in Amsterdam. In 1973 ontving hij de Arti-medaille voor zijn gehele oevre en in het bijzonder zijn schilderij Katten. In 1982 werd hem de Jeanne Oosting prijs toegekend voor zijn schilderkunst. Zijn werk bestaat uit schilderijen, aquarellen, tekeningen, affiches en toegepaste kunst als muurschilderingen, sgraffito en glasramen. Zijn geboorteplaats IJmuiden was een belangrijke inspiratiebron voor Zwiers. Het werk van Dick Zwier toont een voorkeur voor motieven die zich goed lenen voor een geometrisch opgebouwde compositie waarin hij dankbaar gebruik maakte van thema's die afkomstig waren uit de haven. Soms is de figuratie volkomen teruggedrongen tot een abstract lijnenspel. 
 
Dick Zwier overleed op 17 april 1993 in Amsterdam.