1942 –

1942  –
1942  – 1942  – 1942  – 1942  – 1942  – 1942  – 1942  – 1942  –

Plaats: Emmeloord

Locatie: Deel 23

Kunstenaar: Hans Petri

Materiaal: epoxyhars en beton

Jaar: 1966


Beschrijving:

Op 9 september 1942 viel de Noordoostelijke Polder, zoals de Noordoostpolder destijds genoemd werd, officieel droog. Bij besluit van 12 november 1942 werd door de secretaris generaal (SG) van Financiën het domeinbeheer over de Staatseigendommen aan de Directie Wieringermeer overgedragen. Daarmee kreeg de Directie de verantwoordelijkheid voor het verpachten van landbouwbedrijven en het verhuren van woonhuizen en middenstandspanden. Dit was bijzonder, omdat het ministerie van Financiën normaal de zeggenschap heeft over het financieel beheer en de uitgifte van de gronden in rijksbezit. Per 1 oktober 1963 werd het domeinbeheer in de Noordoostpolder door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP), de opvolger van de Directie Wieringermeer, overgedragen aan de Dienst der Domeinen. Op die datum trad het Rentambt Noordoostpolder, onder leiding van Rentmeester ir. T.J. Schuiringa, officieel in werking. Het Rentambt Noordoostpolder werd gehuisvest in het Domeinkantoor. De heer mr. O.S. Ebbens van de RIJP overhandigde de sleutels van het kantoorgebouw aan de Rentmeester. Het Rentambt, dat ressorteerde onder het Ministerie van Financiën, werd de beheerder van de 42.000 ha rijksgronden en de rijksgebouwen in de Noordoostpolder oftewel: 1800 boerderijen en bedrijfsgebouwen en 4000 woningen. Eén van de belangrijkste taken was het beheer van landbouwbedrijven en het onderhoud van bedrijfsgebouwen met de bijbehorende woningen. De Dienst der Domeinen, Rentambt Noordoostpolder telde 4 afdelingen; de bouwkundige onderhoudsdienst, de landbouwkundige afdeling, de afdeling die de Staatslandbouwbedrijven beheerde en de Domeinadministratie. De overdracht van het domeinbeheer was het feitelijke einde van de kolonisatie. De taak van de RIJP in de Noordoostpolder was definitief ten einde. 

Ter gelegenheid van de overdracht van het domeinbeheer vroeg de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders de kunstenaar Hans Petri een kunstwerk te maken. De opdracht werd verstrekt in het kader van de percentageregeling beeldende kunst. Dankzij deze regeling mocht 1,5 % van het bouwbudget van het in 1959 gereed gekomen Domeinkantoor besteed worden aan kunst. Aan de beelden die bij overheidsinstellingen en scholen in Noordoostpolder geplaatst werden, waren destijds voorwaarden gesteld. Zij moesten de elementen symboliseren die de polder tot polder maakte: water, grond, zee, lucht, arbeid, oogst. Omdat men zich realiseerde dat het 'gewaagd' was om in deze nieuwe gemeenschap iets neer te zetten dat iets specifieks voorstelde koos men voor de uitvoering meestal voor abstracte kunst. De voor die tijd nieuwe kunst paste bij het nieuwe land. Bron: De strijd om het beeld

Het kunstwerk van Hans Petri werd in juli 1966 naast het Domeinkantoor geplaatst. Op 31 augustus 1966 stond in de Friese koerier: "BIJ HET GEBOUW van het Rentambt Noordoostpolder te Emmeloord is een robust plastiek geplaatst van de beeldhouwer Petri uit Epe. De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, de eigenaresse van het pand, fungeerde als opdrachtgeefster. De heer Petri ontwierp een non-figuratief plastiek van beton. De kunstenaar zegt er zelf van: 'Het stelt voor, wat de beschouwer er in ziet'."

Op 23 december 1966 werd het kunstwerk officieel door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders overgedragen aan de gemeente Noordoostpolder. In zijn toespraak zei de op 1 december 1964 gepensioneerde ir. A.D. van Eck: "Iedereen mag er in zien wat hij of zij wil, maar mij spreekt de plastiek aan als vorm van kracht, spanning, groei, een knop die nog ontloken is, een plant in de groei". De heer van Eck was van mening dat "in den beginne" van de Noordoostpolder een meetpaal van een meter of tien hoog eigenlijk de eerste plastiek was op de polderbodem. Nu had ook de laatste daad van de Rijksdienst te maken met een plastiek en er is een onmiskenbaar verband tussen de eerste en laatste plastiek. Overigens was hij niet zo tevreden over de plek van het kunstwerk. Hij zag het liever in een kunstmatige vijver, in de nabijheid van het toekomstige gemeentehuis, ergens midden op De Deel. De meetpaal, oftewel markeringspaal, waarover Van Eck in zijn toespraak melding maakte stond precies op de plaats waar nu de Poldertoren staat.

Foto's van de overdracht tonen aan dat toentertijd op de sokkel '1942  – 1962' stond. Tegenwoordig is het jaartal 1962 verdwenen en staat er alleen nog '1942  –'. De naam '1942  –' vertelt de beschouwer weinig over het kunstobject. Maar nu we de volledige titel kennen is het kunstwerk beter te duiden. De titel voegt een extra dimensie toe. De twee jaartallen markeren de periode van kolonisatie van de Noordoostpolder. Tussen 1942 en 1962 heeft de Directie Wieringermeer afdeling Noordoostpolderwerken de nieuwe polder ontgonnen, ingericht en opgebouwd. Het kunstwerk is een symbool van wording en stelt het groeiproces van de Noordoostpolder voor vanaf het tijdstip dat deze op 9 september 1942 droogviel tot het moment dat de polder op 1 juli 1962 als gemeente Noordoostpolder bestuurlijke zelfstandigheid kreeg. De rijksverantwoordelijkheid werd beëindigd, de Directie Wieringermeer droeg het bestuur over aan de nieuwe gemeente en het beheer van zijn bezittingen aan de Dienst der Domeinen, Rentambt Noordoostpolder.

Het 4,45 m brede kunstwerk '1942  – (1962)' weegt 7000 kg. De kern is gegoten van epoxy (kunsthars) en afgewerkt met spuitbeton, een destijds nog vrijwel onbekend materiaal waarvan niet bekend was hoe het zich op lange termijn zou houden. De vrijstaande sculptuur doordringt en verovert de ruimte. Het beeld heeft een open vorm en een levendige huid. Omdat de expressieve vormen in verschillende richtingen de ruimte insteken, spreken we van een ruimte-veroverende sculptuur. Hans Petri vindt een relatie tussen het kunstwerk en de omgeving belangrijk. Petri was een van de eerste Nederlandse omgevingsontwerpers.

Op 7 oktober 2014 heeft de gemeenteraad besloten krediet beschikbaar te stellen voor de verplaatsing van het kunstwerk '1942 – (1962)' in verband met realisering werkzaamheden Stadshart. De nieuwe locatie wordt de grasstrook bij de kruising Espelerlaan – Koningin Julianastraat. Hier is een rotonde gepland. Als deze in 2015 gerealiseerd is kan het kunstwerk worden verplaatst. Op de nieuwe locatie komt het kunstwerk beter tot zijn recht en blijft de verbinding met het oude Domeinkantoor behouden, aldus de gemeente. De geraamde kosten voor het verplaatsen van het kunstwerk zijn begroot op € 8995,-. De rotonde is gereed, evenals de werkzaamheden aan De Deel, maar verhuizing van het kunstwerk heeft tot op heden nog niet plaatsgevonden.

foto's overdracht 23 december 1966; Bron: De Noordoostpolder. Op de laatste foto links burgemeester F.M. van Panthaleon baron van Eck en rechts 'bouweester' ir. A.D. van Eck.

Kunstenaar

Johannes Philip Laurens (Hans) Petri is op 1 december 1919 in Weerslo geboren. Zijn vader was dominee en op 4 jarige leeftijd verhuisde het gezin naar Dordrecht. Door de vriendenkring van zijn ouders werd bij Hans belangstelling voor natuur en tekenen gewekt. In 1941 ging hij in Amsterdam biologie studeren, maar stapte na een jaar over op een studie beeldhouwen en grafiek aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam (1942-1944).

In 1942 had Petri, samen met een aantal studiegenoten, een atelier in "Teekengenootschap Pictura" in Dordrecht. In zijn begin jaren vervaardigde hij kleine figuratieve beelden die het dagelijks leven of religie tot onderwerp hadden. Tussen 1946 en 1949 maakte hij, evenals andere kunstenaars, tekeningen, aquarellen en gouaches voor het Stadsarchief van straten en plekjes in Dordrecht. Deze opdracht had naast een topografisch oogmerk ook het ondersteunen van de kunstenaars ten doel. Later ontwierp hij enkele monumenten zoals het oorlogs- en bevrijdingsmonument 'De levensboom' (1952) in Dordrecht, het Indië-monument 'Het verre Oosten 1941-1945 (1959) in Enschede en het 'Spuisluismonument - herinneringsmonument watersnoodramp 1953 (1960) in Schiedam. Daarnaast maakte hij gevelsculpturen en wandplastieken, maar vervaardigde ook vrijstaande sculpturen die hij een relatie met hun omgeving liet aangaan. Petri werkte zowel abstract als figuratief op expressieve en/of gestileerde wijze. In 1962 betrok hij, samen met zijn vrouw de keramiste Geertje Petri-Eijskoot (1922-2012), een boerderij in Echteld. Eind jaren zestig ging Petri zich steeds meer toeleggen op het vormgeven van de omgeving van gebouwen, onder andere het Fonteinlandschap (1973) voor Het Albert Schweitzer-Ziekenhuis in Dordrecht.

In 1971 werd de opdracht voor een ontwerp voor een nationaal monument in Den Haag ter nagedachtenis aan Koningin Wilhelmina aan architect Frans van Dillen, beeldhouwer Jan Maaskamp en Hans Petri verleend. In de opdrachtformulering van de adviescommissie stond onder andere dat het om een gedecentraliseerd project ging dat zou kunnen leiden tot een 'weg' door het gegeven gebied. Petri en Dillen besloten samen te werken en maakte een ontwerp voor een 'Keienlint'. De route van het 675 meter lange 'voetspoor' van grote en kleine veldkeien zou beginnen en/of eindigen met een bronzen kei op het plein bij de Grote Kerk en een stenen kei op het Binnenhof. De bronzen kei moest een centrale plaats innemen en in de huid ervan zouden in reliëf nader te kiezen teksten van Wilhelmina worden gegraveerd en ook één of meerdere portretten. Koningin Juliana zou destijds bij het zien van het ontwerp tegen prins Bernard hebben gezegd: "Ja, mijn moeder was een kei van een vrouw". Het ontwerp werd vanwege de stedenbouwkundige aanpak als beste uitgekozen om verder ontwikkeld te worden, maar werd na veel verzet en een inspraakprocedure alsnog afgewezen omdat het onwaardig zou zijn en men de relatie met de vorstin niet zag in het ontwerp. Uiteindelijk werd vele jaren later een ontwerp van Charlotte van Pallandt, een traditioneel figuratief beeld, uitgevoerd dat in 1987 onthuld werd.

Hans Petri was een veelzijdig kunstenaar en heeft naast monumenten, beelden en omgevingskunstwerken ook penningen, handpoppen en maskers gemaakt. De laatste jaren van zijn leven nam hij geen opdrachten meer aan en werkte voor zichzelf in zijn atelier "Het Zand" in Echteld. Hans Petri overlijdt op 13 februari 1996 op 76-jarige leeftijd in Dordrecht, waar hij op 17 februari begraven werd op begraafplaats Essenhof.