zonder titel

zonder titel
zonder titel zonder titel zonder titel zonder titel zonder titel

Plaats: Bant

Locatie: Het Midden

Kunstenaar: Frans de Wit

Materiaal: cortenstaal

Jaar: 1976


Beschrijving:

Alle dorpen in de Noordoostpolder hebben ter verfraaiing van hun dorp een kunstwerk gekregen zo ook Bant. Het was een moeilijke en langdurige weg om tot een keuze te komen. Ongeveer 5 jaar is het bestuur van Dorpsbelang in samenwerking met en onder deskundige leiding van het A.D. van Eckfonds met de voorbereiding van het kunstwerk bezig geweest. Vele ontwerpen zijn besproken, bekeken en getoond zoals dat van beeldhouwer Boele Bregman (1918-1980) uit Heereveen of van de heer Voskes uit Emmeloord.  Op 5 januari 1972 stond in De Noordoostpolder onder de kop "Bant experimenteert met kunstwerk" het volgende artikel; "Bant. Zoals elk dorp in onze polder krijgt ook Bant zijn kunstwerk. Het zal worden geplaatst aan de kale gevel van het dorpshuis 'De Klenke' aan de Lemsterweg. In juli van het afgelopen jaar werd de opdracht verstrekt aan kunstenaar Bergman te Heerenveen om een ontwerp te maken. Door ziekte van de heer Bergman duurde het vrij lang voor men iets onder ogen kreeg. Daarom kreeg het Dorpsbelang gisteren een kunstwerk op zicht. Men heeft het van alle kanten bekeken maar dit zal het niet worden. De ideeën die het Dorpsbelang heeft en de ideeën van de heer Bergman zijn nu op een hoop gegooid en hieruit zal dan het ware idee gedistelleerd moeten worden". 

Er werd eindeloos gediscussieerd of het kunstwerk herkenbaar moest zijn of juist niet? De uiteindelijke doorslag gaf de conclusie dat dingen die herkenbaar zijn, mooi of niet mooi gevonden worden. Iets wat abstract is, daarover kan men van oordeel veranderen. Dus werd gekozen voor een abstract kunstwerk. In de winter van 1975 belandde een afvaardiging van Dorpsbelang, via het A.D. van Eckfonds, bij het kunstwerk van de kunstenaar Frans de Wit uit Leiden. Commissielid M. Hoogstrate zag in het kunstwerk een soort boom, met de stam als basis en twee takken als binnen en buiten Bant, waarbij het geheel de samenwerking uitbeeldde. Een andere reactie was dat het kunstwerk energie, ruimte, solidariteit en een specifieke herkenbaarheid had. De onregelmatigheden op de stam werden uitgelegd als de golven op de Zuiderzee, ook wel als de rimpels van problemen die er ook in Bant waren en zouden komen. Maar de rimpels zouden de groei en ontwikkeling van het dorp niet kunnen belemmeren. Het kunstobject werd voor ƒ 16.640,- aangekocht.

Frans de Wit werkte in een abstracte, minimalistische taal, waarin het draaide om zuivere vormen en maatverhoudingen. De constructivistische beeldtaal was kenmerkend voor zijn beelden uit die jaren. Het object in Bant heeft een samengestelde vorm. De Wit, die het ambacht van beeldhouwer indertijd bij voorkeur zelf uitvoerde, koos er in deze periode voor het brons te verbannen en met harde materialen te werken waarin hij kon zagen, lassen en slijpen. Het object is gemaakt van gesneden en gewalste platen grijs cortenstaal die aan elkaar gelast zijn. Deze metaalsoort is een geliefd materiaal bij de kunstenaars in de jaren zeventig. Daar waar regenwater langer blijft staan wordt een fraaie bruine roestlaag gevormd dat het dieper liggende materiaal beschermt. Door cortenstaal te gebruiken koos De Wit ervoor dat de natuur invloed op zijn kunst had.

Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het dorp in 1976, werd het abstracte object aan Het Midden op de rand van het plantsoen geplaatst. Deze gebeurtenis heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Voor de plaatsing werd op 13 mei 1976 een boom omgehakt. Achteraf bleek de omgehakte boom de bevrijdingsboom te zijn die ter gelegenheid van 10 jaar bevrijding, op 5 mei 1955, door de schooljeugd was aangeplant.

In het kader van de festiviteiten rondom het zilveren jubileum van het dorp, vond de onthulling van het kunstwerk op donderdag 10 juni 1976 plaats. Voorafgaand aan de onthulling dankte de voorzitter van Dorpsbelang Bant, de heer J. J. Menu, de stichting A.D. van Eckfonds voor de deskundige voorlichting, de morele, maar speciaal voor de financiele steun, die de realisatie van het kunstwerk mogelijk had gemaakt. Voor de onthulling was de heer Gerrit Daniël van der Heide (1915-2006) gevraagd, die van 1947 tot 1974 hoofd van de afdeling oudheidkundig onderzoek van de Directie Wieringermeer was. Onder het toeziend oog van de kunstenaar Frans de Wit en zijn vrouw onthulde Gerrit van der Heide het kunstwerk. Van der Heide uitte zijn waardering voor een dergelijk abstract kunstwerk. Hij liet een ieder de vrijheid om het naar eigen inzicht te beoordelen. Voor hem was het een beeld van groei. In de geschiedenis is nooit stilstand maar voortdurend verandering en dit kunstwerk symboliseert die groei, aldus Van der Heide. 

Lees hier op bant.nl het blog 'Hoe het beeld van Bant naar Bant kwam'.

Bronnen: De Noordoostpolder; Bant 50 jaar: 1951-2001; met dank aan Tjerk Slim voor het toesturen van de informatie.

Kunstenaar

Franciscus Theodorus Alexandros (Frans) de Wit is op 2 maart 1942 in Leiden geboren. Van 1960-1965 volgde hij zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag waar hij cum laude afstudeerde. Direct na zijn afstuderen kreeg hij de opdracht een beeld te maken voor een school in Zoeterwoude. Met dit aluminium beeld begon een lange rij werken in de openbare ruimte. In 1969 was er een solotentoonstelling van De Wit in het Centraal Museum Utrecht en Museum Fodor in Amsterdam. De Lakenhal toonde in 1970 in de expositie ‘Dubbelbeeld’ het werk van deze toen 28-jarige kunstenaar samen met dat van de beeldhouwer Jan Maaskant. Van 1978-1988 gaf De Wit les aan de Vrije Academie in Den Haag, de Academie voor Beeldende Kunst in Rotterdam en de Vormstudie Bouwkunde TH Delft.

Frans de Wit was een van de beste Nederlandse beeldhouwers en landschapskunstenaars van zijn generatie. Hij bouwde aan een indrukwekkend oeuvre, waarin opdrachten voor beelden in de openbare ruimte een grote plaats innamen. Voor De Wit was de plek het uitgangspunt voor dergelijke beelden. In de tweede helft van de jaren '60 stapte hij net als veel tijdgenoten over op een abstracte vormentaal. Begin jaren '70 gaat de kunstenaar werken met staal, hout en beton en maakte zijn eigen gereedschappen om deze materialen te bewerken. Dit bewerken bepaalde voor een belangrijk deel het beeld, het groeide tijdens het ontstaansproces. De uitvoering van zijn werk hield hij zoveel mogelijk in eigen beheer. Bij de uitvoering van grote beelden was hij ter plaatse aanwezig. De kleinere sculpturen maakte hij in zijn eigen atelier.

Behalve dat er in zijn woonplaats Leiden een aantal van zijn beeldhouwwerken in de openbare ruimte staan, zijn er o.a. kunstwerken te vinden in Oegstgeest, Delft, Vlaardingen en Bant (Noordoostpolder). Andere monumentale kunstwerken realiseerde hij voor een Vakopleiding in Utrecht, het Arbeidsbureau in Zutphen (1974) en het arbeidsbureau in Dordrecht (1984). In New York staat zijn beeld ‘twee waterhuidblokken’ (1977). Verder maakte Frans de Wit onder meer het grootste landschapskunstwerk in Nederland, de 'Klimwand en Schijf in Grofpuinheuvel' in het recreatiegebied Spaarnwoude (1986-1992). De klimwand bestaat uit 178 betonafgietsels van rotswanden uit de Ardenne. Daarnaast staan twee schijven met een diameter van twaalf meter op een grofpuinheuvel met daartussen een smalle trap die naar de top van de heuvel loopt. Ook is De Wit verantwoordelijk voor het historische laagste punt van Nederland. Hij maakte in Rotterdam het 'Vierkant eiland in de plas', dat ruim zeven meter onder NAP ligt. Zijn laatste grote opdracht voerde De Wit uit in opdracht van de Rijksgebouwendienst. Eigenhandig verwerkte hij 200.000 kg scheepsschroot tussen 1999 en 2002 tot vijf beelden. Het kunstwerk staat voor de nieuwbouw van Naturalis in Leiden. Op 22 juli 2004 overleed Frans de Wit op 62-jarige leeftijd in zijn woonplaats Leiden. In 2012 is door de Stichting Beelden in Leiden de Frans de Wit prijs, een prijs op het gebied van moderne sculpturen, in het leven geroepen die jaarlijks uitgereikt zal worden.