Vissersmonument

Vissersmonument
Vissersmonument Vissersmonument Vissersmonument Vissersmonument Vissersmonument Vissersmonument Vissersmonument

Plaats: Urk

Locatie: Peter Salebienplein

Kunstenaar: Gerard van der Leeden

Materiaal: brons, graniet, marmer

Jaar: 1968


Beschrijving:

Urk heeft in zijn lange bestaan vele scheepsrampen moeten verwerken. Tussen 1865 en 1904 verdronken zo'n 210 Urkers, waaronder kinderen van 10 en 11 jaar. Vooral de jaren 1868 en 1883 waren rampjaren. Tijdens een storm op 28 april 1868 verdronken 26 Urker vissers tussen Vlieland en Terschelling. In de nacht van 5 op 6 maart 1883 kwamen 26 Urkers om nabij Ouddorp. In de nacht van 5 op 6 oktober 1903 kwamen tijdens een onverwachte noordwesterstorm 14 Urker vissers om. Lang niet alle lichamen spoelden aan. "Die bleven op zee" zoals de Urker dat noemt. In 1941 liep de botter UK 83 op een mijn waarbij drie opvarende en een Duitse soldaat om het leven kwamen. In de naoorlogse tijd zijn meer dan veertig vissers omgekomen door kapseizende kotters. Dat had onder meer te maken met de opkomst van de boomkorvisserij. De kotters kregen gieken, 10 meter lange zijarmen die de netten voortsleepten, en zware kettingen van duizenden kilo’s. Daardoor werden de schepen minder stabiel. 

Op Urk werd het plan opgevat om een monument op te richten voor de honderden in de golven omgekomen Urker vissers. Op initiatief van de gemeente werd in 1959 een comité opgericht, onder voorzitterschap van burgemeester J. Schipper, waarin 16 personen uit alle lagen van de bevolking zitting hadden. Zo'n 10 jaar zamelde het comité, waarin naast één der wethouders, de hervormde- en de gereformeerde predikant, één van de drie hervormde syn. predikanten ook onderwijzer, historicus en dichter Tromp de Vries zat, geld in voor een 'Vissersmonument'. In 1967 werd bekend dat er ruim ƒ 50.000,- , zo'n € 22.700,-, ingezameld was en dat Urk een monument zou krijgen. Nog datzelfde jaar werd aan de noordwestzijde van het voormalig eiland een muur met 24 marmeren platen opgericht met daarop de namen van de slachtoffers die destijds bekend waren. De namen, jaartallen en leeftijden staan er vanaf 1814 op, dat was het jaar dat Urk de burgerlijke stand invoerde. Zo wordt het verhaal van een reeks van dramatische gebeurtenissen vertelt met dieptepunten in 1868, toen er 28 ineens niet terugkeerden, en 1883, toen er 29 het leven lieten. Een wereld van leed spreekt uit die zwarte schilden: Klaas Ras jzn 12 j. Geert Koffeman, 11 j., Willem de Jong 10 j., enz. Namen die men telkens weer tegenkomt, zijn Kramer, de Boer, Bakker, De Vries en Ras. Soms kwam op één dag in één gezin 3-, 4-voudige rouw. Het is voorgekomen dat na een vliegende storm 15 tot 20 schuiten voor altijd wegbleven. Tussen januari 1966 en februari 1968 vergingen  4 kotters de UK 58 'Ex Mera Gratia', dat Latijn is voor ‘Vanuit de genade van de zee’, de UK 223 'Maartje', de UK 154 'Vigilate Deo Vidente' wat Latijn is voor 'God zorgt voor ons terwijl wij vissen' en de UK 91 'De jonge Albert'. Twintig slachtoffers waren er te betreuren.

In 1968 werd herdacht dat de naam Urk of Örk duizend jaar geleden voor het eerst in een officiële akte voorkwam. Enige dagen voor de herdenkingsfeesten onthulde H.M. Koningin Juliana op 11 mei 1968 met een kranslegging het monument voor de omgekomen Urker vissers. Het vissersleed wordt gesymboliseerd door de achterblijvende weduwe. Voor de muur met de naamborden is een bijna 4 meter hoog bronzen kunstwerk geplaatst van een vrouwenfiguur in Urker klederdracht die met de rug naar de zee staat. Zij is blootshoofds. Op de voorkant van de granieten sokkel, die geschonken werd door het gemeentebestuur, staat de tekst:

DIT MONUMENT WERD OPGERICHT
VOOR DE NAGEDACHTENIS VAN DE
IN DE GOLVEN OMGEKOMEN VISSERS
VAN URK
EN DE ELFDE MEI A.D. 1968 DOOR
H.M. KONINGIN JULIANA ONTHULD
 
'.. EN DE ZEE WAS NIET MEER ..' 
OPENBARING 21 VERS 1 TOT 7

Het beeld waarmee de honderden op zee gebleven dorpsgenoten worden herdacht is, in tegenstelling tot vergelijkbare beelden zoals in Katwijk en Scheveningen, niet getekend door leed en wanhoop. Het is een verstild beeld. De jonge vissersvrouw helt licht achterover, haar rok en haar schort bollen door de zuidwesten wind op als de zeilen van een schip. Ze wacht vergeefs op haar geliefde, kijkt nog eenmaal over haar linker schouder naar het noordwesten, in de hoop de terugkerende kotters te zien. Het gezicht is in simpele lijnen en contouren uitgewerkt. Details zijn weggelaten zodat iedereen zich erin kan herkennen. Het kunstwerk is gemaakt door de kunstenaar Gerard van der Leeden. Hij kreeg de opdracht bij toeval. Vrienden uit Hellendoorn suggereerden zijn naam aan de toenmalige burgemeester van Urk, Klaas Bossenbroek (1915-2001). Van der Leeden speelt een spel met beweging en ruimtelijkheid. De draaiende beweging in het beeld is voor de kunstenaar essentieel. "Ik kon haar moeilijk frontaal naar voren laten kijken. De mensen die het beeld passeren, zien dan alleen de achterkant. Nu zie je ook haar, sterk geabstraheerde gezicht". 

Het 2,5 m hoge beeld van de vissersvrouw was één van de eerste opdrachten van Van der Leeden. Bij de onthulling van het kunstwerk 'Wonderbaarlijke Visvangst' in 1999 kwam de kunstenaar even terug op het definitief verstrekken van de opdracht voor het monument. "Ik werd als jonge kunstenaar benaderd en arriveerde met twaalf schetsen. De leukste werd uitgelicht en vergroot. Het lag allemaal heel gevoelig. Op Urk zijn ze niet zo van de beelden. Ik kwam al snel op het idee van die vrouw, uitkijkend over zee. Iemand in de originele klederdracht van Urk heeft in mijn atelier geposeerd. Toen het proefontwerp klaar was, moest ik het presenteren. Toentertijd verzamelde de Urker kunstcommissie zich bij de oude Lub Jan Kramer en die moest bepalen of het beviel of niet. Het duurde even voordat de goedkeuring werd gegeven. Ik vond het fantastisch hoe daarop de hele commissie enthousiast meestemde. Alsof de stamoudste de beslissing nam". Aanvankelijk zou Van der Leeden het beeld veel kleiner gemaakt hebben, maar toen hij ter plaatsen kwam kijken en het ruime IJsselmeer op de achtergrond zag, besloot de kunstenaar de vissersvrouw een forser postuur te geven. Volgens wethouder Willem Baarsen moet Gerard van der Leeden destijds de vissersvrouw veel te goedkoop gemaakt hebben. In feite kreeg hij nauwelijks geld genoeg om het brons te gieten. Bron: Het Urkerland en Turbantia. Toen het monument in 2018 vijftig jaar bestond vertelde Gerard van der Leeden aan Omroep Flevoland dat het budget van ƒ 50.000,- niet voldoende was om het beeld zo groot te maken. Om geld te besparen, heeft hij daarom een aantal stappen overgeslagen. Zo heeft hij bijvoorbeeld geen afgietsels gemaakt in gips. Daarmee nam hij een risico. Maar gelukkig is het goed gegaan.

Op de achterzijde van de sokkel staat het gedicht 'VISSERS VAN URK' dat in 1968 door Tromp de Vries (1917 - 2011) geschreven is.

HIER WENDDEN ZIJ DE STEVEN
EN DOOR HEN DIE ACHTERBLEVEN
WERD HIER OP HEN GEWACHT
 
HIER IS VOOR HEN GEBEDEN
MAAR OOK INTENS GELEDEN 
ALS "TINGE" WERD GEBRACHT
 
VELEN IN ZEE GEBLEVEN EN
HIER STAAN ZE INGESCHREVEN
EN WORDT AAN HEN GEDACHT
 
Oorspronkelijk luidde de tekst van het laatste couplet:
 
* VELEN IN ZEE GEBLEVEN *
HIER STAAN ZE INGESCHREVEN
EN WORDT AAN HEN GEDACHT
 
Het kunstwerk, dat op het waterreservoir staat, stond op een granieten sokkel waar het gedicht in reliëf op geplaatst was. De eerste regel van het derde couplet stond tussen sterretjes. Dat was door de dichter Tromp de Vries bewust zo gedaan, om het rijm niet kreupel te maken. De sterretjes waren in de loop der tijd beschadigd. Bij de restauratie begin 21e eeuw is de sokkel met marmeren platen bekleed. Het gedicht werd in het marmer gehakt. Toen is het woordje 'EN' toegevoegd, waardoor er tegenwoordig een kreupelrijm, niet zuiver rijm, op de sokkel staat. Met dank aan Tiemen Roos voor deze aanvulling.
 
Bij de bevolking op Urk leeft altijd de vrees dat er een zwarte plaat op ‘het Vissersmonument’ bij moet komen, want honderden vissers varen nog wekelijks uit. Het gevaarvolle leven van de vissers heeft ongetwijfeld zijn stempel gedrukt op het Urker volkskarakter. De meeste slachtoffers vielen tijdens zware stormen. Als na de storm de dominee door de straten van Urk liep, wist men dat hij de ‘tinge’ (= slecht bericht) kwam brengen. Als de dominee dan voorbij kwam viel er een stilte. Als tegenwoordig tijdens een gesprek een stilte valt wordt er wel gezegd: "Er komt een dominee voorbij". 

Ook in de jaren na de onthulling van het 'Vissersmonument' zijn er nieuwe namen bijgeschreven. Zo verging in 1969 de Noordzeekotter UK 204 'Johanna' met 5 opvarenden aan boord op het IJsselmeer bij de Rotterdamse Hoek. In 1976 kwam de voltallige bemanning van de UK 63 'Zuiderzee' om het leven. In 1994 overleden vijf vissers toen de FD 141 'Larissa' werd overvaren door een bulkcarrier en in 1995 kwamen bij een gasexplosie op de UK 114 'Lummetje' drie vissers om. Op 28 januari 2015 verging de kotter Z 85 'De Morgenster' met 4 bemanningsleden aan boord in het Kanaal. Op 9 juli 2015 sloeg de Urker schipper van de viskotter PD-147 Enterprise met ruw weer overboord en verdronk. In 2019 werd de 370e naam toegevoegd nadat de UK 165 vlakbij Texel zonk en de twee bemanningsleden verdronken. De honderden namen op het monument met leeftijden er achter en de jaren van de scheepsrampen onthullen iets over het steeds terugkerende drama, waarmee vissers te maken hebben. "De zee geeft en de zee neemt". Ieder jaar op de zaterdag voor Hemelvaartsdag wordt bij het 'Vissersmonument' een herdenking gehouden.

In 1988 was er een plan om een kopie van het Vissersmonument in het Openluchtmuseum in de Japanse plaats Nagasaki te plaatsen. Burgemeester en wethouders van Urk waren hier tegen en besloten beeldhouwer Van der Leeden geen toestemming te geven voor het maken van een gelijkend beeld. Als reden gaven zij de verwevenheid van de bevolking met het monument op. Uit piëteit tegenover de verdronken vissers en hun nabestaanden leek het de gemeente niet toepasselijk om er een toeristische attractie in een ander land van te maken. 

De gemeente Urk heeft het beheer over het monument, De Coöperatieve Producentenorganisatie Urk UA (PO) doet het beheer voor de naamborden. De bouwkundige staat van het Vissersmonument was in de loop der jaren achteruit gegaan. In juni 2021 stelde het gemeentebestuur een budget van € 45.000,- beschikbaar voor renovatie. De PO droeg € 15.000,- bij om gelijktijdig onderhoudswerkzaamheden aan de naamborden te verrichten. De granieten platen zijn schoongemaakt en alle namen werden opnieuw met de hand ingeverfd. De firma Weerstand Natuursteen heeft de werkzaamheden uitgevoerd. Naast een algehele schoonmaakbeurt, herstel van metsel-, voeg-, afdek- en straatwerk werden er ook bankjes en bloembakken op de herdenkingsplek geplaatst. Na weken van renovatie werd het opgeknapte Vissersmonument op 10 december 2021 'heropend' door de wethouders Freek Brouwer en Nathanaël Middelkoop en leden van PO. Een ingetogen ceremonie vanwege de geldende corona-maatregelen.

Bekijk hier de uitzending Vissersmonument bestaat 50 jaar en hier Beeldspraak waarin Jort den Hollander het kunstwerk beschouwt. 

Kunstenaar

Gerard van der Leeden werd op 1 september 1935 in Hengelo geboren. Als kind was hij al goed in tekenen en handvaardigheid. Van der Leeden studeerde van 1951 - 1954 aan de Academie voor Kunst en Industrie (A.K.I)  in Enschede, afdeling beeldhouwen bij Henk Zweerus. Als hij naar Amsterdam verhuist, voltooit hij zijn studie beeldhouwen in de klassieke traditie aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten bij Piet Esser. Na de afronding van zijn studie in 1959 is hij gaan wonen in het Noord-Hollandse kunstenaarsdorp Bergen. De beelden van de kunstenaar zijn over het algemeen klassiek van vorm, realistisch en in brons gegoten. In 2005 heeft Van der Leeden, samen met zijn zoon Jeroen, de Academie Deukelioon opgericht. Deze academie richt zich op de herontdekking van de grote artistieke waarde van de Europese figuratieve beeldhouwkunst.

Van der Leeden heeft in 1960 de ter Borch prijs van de provincie Overijssel gewonnen. Hij krijgt, door zijn bekendheid , veel opdrachten van het Rijk en particulieren. Zo maakte hij voor zijn woonplaats Bergen NH het kunstwerk vogel met kind (1963), op Urk het ‘Vissersmonument’ (1968), de ‘Wonderbaarlijke Visvangst‘ (1999) en 'de Vleet' (2004), in Utrecht ‘Europa en de stier’ (1975), in Enschede ‘Mr. Alphons Ariëns' en het ‘monument voor de gebroeders Quentenmeijer’ (1995), ‘Nereïden met de dolfijn’ (2000) bij het dorpshuis te Krommeniedijk en in Katwijk het 'Herdenkingsmonument voor Zonen van Katwijk' (2005). Ook in wereldsteden als Athene, Hong Kong en Tokyo staan kunstwerken van Van der Leeden.

Op 22 april 2017 ontvangt Gerard van der Leeden een Koninklijke onderscheiding voor zijn oevre. Hij werd benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau. Op 14 april 2022 ontving hij de muzepenning van de gemeente Bergen uit handen van burgemeester Lars Voskuil. De muzepenning is een gemeentelijke onderscheiding die in zeer bijzondere gevallen toegekend wordt aan iemand die zich buitengewoon heeft ingezet voor de muze (kunst en cultuur) in de gemeente Bergen. "De heer Van der Leeden heeft sinds de jaren vijftig een belangrijke bijdrage geleverd, niet alleen aan de beeldhouwkunst maar ook aan de terechte reputatie van de mooie gemeente Bergen als kunstenaarsdorp. Daarvoor zijn wij hem zeer erkentelijk." aldus de burgemeester.